In 2016 maakt de wereld kennis met ROSÉ, lid van de Zuid-Koreaanse formatie BLACKPINK. De meidengroep springt eruit omwille van hun stoere en sterke imago, contrasterend met andere vrouwelijke K-popgroepen op dat moment. Ondertussen zijn we enkele jaren verder en hoewel BLACKPINK als groep nog steeds bestaat, focussen de vier leden meer op hun eigen projecten. In 2021 liet ROSÉ voor het eerst solomuziek op ons los en dat was eigenlijk het enige dat we van haar hoorden, tot dit jaar. In oktober loste ze “APT.“, een samenwerking met Bruno Mars en een voorbode van haar debuutalbum. Vandaag krijgen we rosie in haar geheel te horen en dat zorgt bij momenten voor gemengde gevoelens.
Die vooruitgestuurde single deed ons vermoeden dat ROSÉ zich zou vasthouden aan een K-popstijl, maar niks is minder waar. Openers “number one girl” en “3am” bewijzen meteen dat de zangeres experimenteerde met haar sound, haar identiteit als soloartieste en vooral van verschillende stijlen proeft. Die eerste is namelijk een zachte popballade waarin ze haar emoties blootstelt. Inhoudelijk komt dat persoonlijke, emotionele vaker aan bod. rosie werd geschreven net na de Born Pink-wereldtournee van BLACKPINK en het lijkt alsof ze zich met dit debuutalbum zowel muzikaal als inhoudelijk wilde afscheuren van de groep door zichzelf als soloartieste uit te vinden. Helaas opende ze daarbij, waarschijnlijk onbewust, de doos van Pandora.
Begrijp ons niet verkeerd, over het algemeen klinkt rosie wel goed. Meermaals schrijft ROSÉ over haar gevoelens en gedachten in uiteenlopende thema’s, van hoe ze omgaat met het bekend zijn tot hoogtepunten en zelfs liefdesverdriet. Noem het gerust een muzikaal dagboek. In “two years” zingt de popster over een ex-relatie die nog steeds pijn doet omdat ROSÉ – twee jaar later – die persoon nog altijd moet zien. “number one girl” graaft iets dieper in de persoon die de zangeres is en ze heeft het onder meer over dat ondanks alle complimenten die ze krijgt, ze het toch geen gevoel van erkenning heeft en zich soms afvraagt wat ze juist wil bereiken. Het zijn eerder unieke inzichten, niet veel mensen weten hoe het is om beroemd te zijn en rosie zou een ideaal debuut kunnen zijn van ROSÉ, mocht ze niet verloren zijn gelopen in de invloeden van andere artiesten.
Want ondanks die sterke songwriting stelt geen enkel lied ROSÉ voor. Sommige tracks hebben luttele seconden nodig vooraleer we aan andere artiesten beginnen te denken. “number one girl”, die emotionele popballad, zou perfect uit Lover van Taylor Swift komen, terwijl “toxic till the end” dan weer zou passen op Red en eigenlijk dezelfde sfeer met zich meedraagt als “We’re Never Getting Back Together“. Beide gaan over manipulatieve exen waarbij de zangeressen achteraf beseffen hoe slecht die relaties waren. Wederom, het klinkt niet slecht en zelfs aanstekelijk met leuke synths en drums, maar het klinkt gewoon alsof we een verkeerde plaat hebben opgelegd.
Het popgehalte ligt, waarschijnlijk door die westerse popinvloeden, enorm hoog. “APT.” was al met gemak een hit – dat ons deed denken aan “Mickey” – en ligt in lijn met het zomerse “too bad for us” dat een beetje als elk standaard, commercieel popliedje klinkt. “drinks or coffee” baant zich ook al snel een weg in onze gehoorkanalen en blijft daar lang overnachten door een aanstekelijk ritme en een makkelijk meezingbaar refrein. Toch springt er geen enkel lied uit, want we krijgen het gevoel dat we het allemaal al eens gehoord hebben, op albums van andere artiesten.
Gelukkig maakt ROSÉ tussen die catchy nummers ook plaats en ruimte voor kalmte en breekbaarheid. Het trio “stay a little longer”, “not the same” en “call it the end” vormt ergens in het midden een welgekomen rust. Zeker die laatste, waarbij we een ruwe zang horen en het emotionele ons achterna zit. Toch zijn ook deze nummers ziek in hetzelfde bed als de poptracks, want “stay a little longer” doet ons denken aan de sfeer die Evanescence creëerde met hun welbekende piano-intro in “My Immortal” en “not the same” eerder neigt richting een softe versie van Selena Gomez tijdens haar muzikale hoogdagen. Kortom: een compilatiealbum met sounds die niet eigen zijn aan ROSÉ. Een beetje spijtig, zeker voor een debuutalbum.
Als afsluiter is er dan “dance all night”, toch nog één frisse song waar we gewoon naar luisteren zonder dat een andere artiest ons in het hoofd schiet, al is dit absoluut geen hoogtepunt. Het aanstekelijke popgehalte verdwijnt hier volledig en het lied is een flauwe afsluiter waardoor we deze plaat nog sneller willen afzetten. rosie sluit op die manier teleurstellend af. ROSÉ schreef dit debuutalbum in Los Angeles en wilde een persona als artiest creëren zonder steeds gelinkt te worden aan BLACKPINK. Hierbij raakte ze verloren in een doolhof van invloeden van Amerikaanse artiesten. Ze plukte de vruchten en hoewel haar gezicht in het groot op de hoes staat, was een collage misschien toepasselijker geweest. Inhoudelijk is rosie bij momenten sterk, maar als geheel is het een zwakke plaat die we best vergeten.
Ontdek “call it the end” ons favoriete nummer van rosie, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.