Sonic City 2024 werd gecureerd door Tramhaus en de Nederlandse band mocht ook op de laatste dag van het festival aantreden als afluister van de dag. Verder was de zondag van Sonic City er vooral eentje die de drukste bleek van de drie dagen. Dat was te danken aan de vele gitaarbands die vandaag geprogrammeerd werden en je merkte dat het publiek daar ook naar zat te smachten. Zo stond er al van bij het begin van de dag heel veel volk in de Club voor Cola en dat publiek zou nadien niet meer verdwijnen. We zagen zo uitstekende sets van Shannon & The Clams, Ulrika Spacek, voyeur en The Messthetics & James Brandon Lewis.
Cola @ Club
Na Ought is er nu Cola. De band van Tim Darcy, Ben Stidworthy (eerder bij Ought) en Evan J Cartwright bracht eerder dit jaar al zijn tweede album uit en mocht dat iets na één voorstellen op de derde dag van Sonic City. Het publiek leek daar alvast klaar voor te zijn, want de Club stond al goed gevuld om het trio te ontvangen en daar werd dankbaar op gereageerd. Zo stak de band snel van wal met snedige postpunk, die zich heel repetitief kenbaar maakte. Samen met de natuurlijk herkenbare, verhalende stem van Darcy zorgde dat voor een dromerig sfeertje dat af en toe ook kon exploderen. Het was nu niet dat Cola het warme water uitvond met zijn muziek, want na een tijd begon elk nummer wat op elkaar te lijken, maar door het strakke tempo en de goede baslijnen kregen we wel waar voor ons geld. Het was namelijk zo dat Cola de sfeer had gezet voor de rest van de dag, die wel vaker in postpunk zou baden.
DITZ @ Main Stage
Het is een wonder dat DITZ nog niet bekender is dan ze nu zijn. De band mocht de grote zaal van Sonic City openen en deed dat eigenlijk voor een best erg gevulde zaak. Meer dan terecht wat ons betreft, want de groep weet live altijd een furieuze set te serveren vol inleving en agressie. Dat was in Kortrijk niet anders, al is het moeilijk om een publiek op te warmen zo vroeg op de dag. Dat ontging ook frontpersoon Cal Francis niet die in het begin al snel het publiek inging, maar daar niet echt veel enthousiasme mee kreeg. Het was pas toen die op handen werd gedragen en zich op handen liet dragen, dat de eerste mensen echt losser begonnen worden. Het was dan ook een set waarbij DITZ de enige smerige riff na de andere op de zaal losliet zonder daarbij in voorspelbaarheid te vervallen. Zo waren er rustige donkere stukken waarbij we even in angst konden leven, om niet veel later een grootse pets op het gezicht te krijgen in de vorm van beenharde gitaaruithalen. Het eindpunt was dan ook het kookpunt met uiteindelijk toch een moshpit, een sitdown en zelfs een sample van The Simpsons. DITZ wist het publiek van Sonic City dus uiteindelijk uit zijn cocon te laten komen en alleen al daarom waren ze de vroege winnaars van het festival.
Ulrika Spacek @ Club
In het begin van de carrière kwam Ulrika Spacek nagenoeg ieder jaar naar België. Het debuutalbum in 2016 was er dan ook eentje dat heel lekker klonk en hen als heel beloftevolle band naar voor schoof. Daarna viel de band wat stil en hoorden we weinig nieuwe muziek en ondertussen is hun recentste plaat ook alweer van vorig jaar. Toch blijft de band wel toeren en ook op Sonic City stond de zaal goed gevuld met nieuwsgierigen. De naam is dan toch niet volledig verdwenen uit het collectieve geheugen van de alternatieve muziekliefhebber. Live bleken de gitaren nu af en toe plaats te moeten ruimen voor een iets meer kleurrijke sound van synths en percussie. Dat sloeg wel aan, maar aanstekelijk klinkt het vijftal nog steeds niet. Daarvoor maken ze te donkere muziek, maar vocaal lijkt de zanger zich steeds meer in de richting van Radiohead te begeven met ook muzikaal die meer melodische experimentele invloeden. Dat de oude songs zoals “Mimi Pretend” dan nog steeds iets meer rammelden, zorgde voor een mooie dynamiek waarmee Ulrika Spacek toch weer lekker overtuigde.
Horse Jumper Of Love @ Box
Het slowcore genre zal nooit de grootse of populairste acts opleveren omdat het genre net iets te moeilijk is voor het doorsnee publiek. Toch duiken er af en toe bands op die de niche proberen te ontgroeien en Horse Jumper Of Love is daar eentje van. De groep uit Boston bracht dit jaar zijn vierde album uit en je merkte dat het publiek wel nieuwsgierig was naar wat ze hier te zien zouden krijgen. Het was vooral een mix tussen heel zachte luistermuziek en meer agressieve uitspattingen die richting doom neigden. Bekendste nummer “Ugly Brunette” is daar een voorbeeld van met vocals die nogal levenloos klinken, maar uiteindelijk door het instrumentale volledig naar het levendige worden gebracht door krachtige riffs en veel fuzz. Het gevolg was dat je bij Horse Jumper Of Love heel goed kon wegdromen en af en toe volledig wegviel om dan wakker te worden geschud door krachtig gitaarwerk. Hierdoor werd de set ook boeiend genoeg om nooit te vervelend te worden en dat is ook talent dat je als band moet bevatten, want qua podiumpresence viel er verder niet veel te zien.
voyeur @ Main Stage
Slechts gisteren kreeg voyeur te horen dat ze vandaag mochten optreden op Sonic City, maar in niets leek het alsof ze een tweederangs vervanger waren. De New Yorkse band speelde namelijk vol overgave en energie en bracht de jaren negentig volledig terug naar Kortrijk. We hoorden zowel Nirvana en Sonic Youth in de muziek en zagen zelfs een jonge PJ Harvey wild in het rond springen. Het viertal nam nergens compromissen en bleef gewoon aan één stuk heel hard doorspelen met stevige riffs en vooral een heel snelle sound. Waar de band op plaat net iets braver klonk, werd dat live toch gecompenseerd door durf en heel veel energie. Het was zelfs zo dat de gitarist op een bepaald moment na een heel erg hard nummer gewoon zijn gitaar in de lucht bleef smijten om zo een nog meer noisy moment te creëren. voyeur is met andere woorden een band die je live moet zien, want de overgave en de energie die daaruit kwam, was heftig. Het publiek was dan ook zichtbaar teleurgesteld dat ze tien minuten te vroeg stopten, want iedereen wilde meer. Dit was niet zomaar een vervanger, het was een band die zijn plek meer dan verdiende op de line-up en zo een van de verrassingen van het festival was.
Joe & The Shitboys @ Club
Dat er een band uit de Faeröer op een festival staat, kan je altijd als een unicum beschouwen. Het bescheiden eilandje heeft namelijk niet veel inwoners en staat bekend om zijn conservatieve regering en walvissenmoorden. Het kan dan ook niet anders dat er daar een punkband potten breekt en Joe & The Shitboys is zo eentje dat al eens tegen wat schenen durft schoppen. Dat doen ze met punknummers die zelden de twee minuten halen, laat staan de minuut. Op Sonic City kregen we zo vijftien nummers op nog geen twintig minuten en was er vooral een furieuze sfeer die overheerste. Frontman Joe is een man die een publiek wel meekrijgt, en dat probeerde hij door de moshpit te laten openen en er ook eens in te verdwijnen. Helaas was het publiek nog net iets te apathisch en dat zorgde ervoor dat de moshpit na enkele nummers ook weer heel klein werd. desalniettemin krijgt de band voor inleving wel al zijn punten, al voelt de muziek toch iets te geforceerd aan en hoorden we wederom niet echt iets dat bleef hangen. Het is een kunst om zoveel punksongs na elkaar te spelen, maar de clichés stapelden zich net iets te veel op. Een ‘fuck you’-nummer, een nummer tegen het etablissement enzoverder, we kennen het en hoorden het al beter. Toch gaf Joe & The Shitboys ons de nodige energie om de dag weer aan te kunnen.
Dana Gavanski @ Box
Dana Gavanski is een Canadese singer-songwriter die vanuit Londen opereert en roots heeft in Servië. Dat alleen al is een mooi verhaal om jezelf als muzikante te profileren en gelukkig maakt ze daarnaast ook nog eens heel mooie muziek. Op Sonic City sloot ze haar korte Europese tour af en dat deed ze met heel wat gezellige luisterliedjes die nergens uit de bocht gingen, maar allemaal heel gezellig binnenkwamen. De meest opvallende momenten waren er toen de gitarist het woord nam om te vertellen dat ze een potje voetbal gingen spelen tegen Ulrika Spacek, waarna Dana doodleuk vertelde geen fan te zijn van voetbal. Die ongemakkelijke interactie was ook wel het verhaal van de muziek, die moet het vooral hebben van intimiteit en zachtheid met een leuk gitaartje hier en een fijne pianomelodie daar. De stem van Gavanski diende dan als bindmiddel door de manier waarop ze hoog kan gaan zonder dramatisch te zijn of door er net iets zwoeler mee te werken. Op die manier serveerde ze een heel aangenaam setje dat heerlijk bleef hangen en ons nog maar eens het talent van de zangeres aangaf.
Shannon & The Clams @ Main Stage
Shannon & The Clams leek toch wel een vreemde eend in de bijt op deze Sonic City. Niet zozeer omdat de muziek zo toegankelijk klinkt, maar het is de enige band die al met wat grotere namen samenwerkte in de muziekindustrie. Zo bracht het viertal zijn laatste drie platen uit via het label van Dan Auerbach en daardoor heb je ook meteen te maken met een groter bereik. Het viel dan ook op dat het uitzicht van de band er heel afgewerkt uitzag met propere cowboykleren en de nodige attribuutjes. De muziek klonk dan ook af en toe alsof hij net uit een western kwam, maar dan met genoeg extra energie en rockinvloeden om het toch niet te cliché te maken. Vooral de stem van Shannon Shaw bleek door haar rasperige toon toch de meeste indruk te maken en dat in combinatie met heel wat groovy gitaarlijntjes en aanstekelijke songs, maakte dat de show wel bleef hangen. Songs als “Big Wheel” en “Midnight Wine” zijn dan ook liedjes die snel aansteken en leuke melodieën bevatten waardoor niemand nog kon blijven stilstaan. De vreemde eend had met andere woorden wel overtuigd door net zo anders te zijn dan de rest dat het weer uniek bleek, en daardoor was het heel plezant.
Mock Media @ Club
Het viertal van Mock Media speelde in mei nog in de Botanique en keerde nu alweer terug naar België om Sonic City onveilig te maken. Met de nodige samenzang en heerlijke aanstekelijkheid viel ook nu weer op dat de sterkte in de driestemmigheid ligt. Samen met heel snel gitaarspel en melodieuze lyrics, kan je niet anders dan verknocht geraken aan het viertal. De drie gitaarspelers droegen ook elk een marcelleke waardoor het al snel opviel dat de drummer de dresscode-briefing niet had gehad. Nadat de band heel tactisch om een hoog tempo bleef doorspelen, geraakte plots de gitaar van de ene gitarist kapot. Dat zorgde ervoor dat de man met snor nu iets meer moest ronddansen op het podium. Het stoorde niet, maar doordat de band duidelijk perfectionisten zijn, gaven ze er wel iets vroeger de brui aan. Dat stoorde gelukkig niet, want in de tijd dat de set duurde, kregen we heel wat energie en hun typerende sterktes aan de hand van samenzang en snedige postpunkmelodieën.
The Necks @ Box
The Necks uit Australië is een legendarisch artfolk trio uit Australië dat zich niet aan de regels van de popmuziek houdt. Daardoor is nagenoeg ieder album van de band één nummer van rond de veertig minuten waarbij experiment centraal staat. Dat is live natuurlijk niet anders en terwijl de Box goed gevuld zag om de band, die al in 1987 werd opgericht, aan het werk te zien, zagen ze vooral hoe de band zich verloor in experiment en improvisatie. Dat is natuurlijk het talent van dit trio, met een piano, een contrabas en wat percussie nemen ze iedereen mee in een droomwereld. Je kan erin verdwalen, maar je kan je ook gewoon laten meeslepen en dat is wat het merendeel van de mensen ook deed. Het gevolg was dat je in de vijftig minuten durende set zowel improvisatie als misschien een klein beetje herkenbaarheid kon horen, maar dat ze gewoon hun talent nog maar eens in de verf konden zetten. Na bijna veertig jaar carrière zit er nog geen sleet op The Necks.
Still House Plants @ Main Stage
Rond zeven uur speelde Still House Plants op de Main Stage van Sonic City en bleek toch een klein beetje een verkeerde keuze te zijn van de organisatie. Er was namelijk niet al te veel volk en de band speelde ook niet echt de meest toegankelijke muziek die er al te horen was op dit festival. Het gevolg was dat het beetje volk dat er al stond langzaam minderde gedurende de set. Dat leek ons logisch, want de set van het drietal uit Londen bracht muziek dat je in een trance moest brengen, maar gewoon zo eentonig was dat je jou enkel kon storen, zeker op zo’n groot podium. De gitaar klonk constant hetzelfde, de drums vernieuwden niet en de zang was het enige dat nog een tikkeltje boeiend was. Dat maakte dus dat Still House Plants een van de teleurstellingen van het festival werd en beter in de Club had gestaan.
The Messthetics & James Brandon Lewis @ Club
The Messthetics & James Brandon Lewis kregen een massa mensen richting Club en dus was het misschien verstandiger geweest om dit viertal het grote podium te gunnen in plaats van Still House Plants. Foute keuzes kunnen nu eenmaal gemaakt worden en dat zorgde er wel voor dat de show van The Messthetics & James Brandon Lewis nog legendarischer werd. Het drietal dat zich The Messthetics noemt, bestaat voor twee derde uit leden van Fugazi. Meer legendarisch kan het dus niet worden op een zondagavond en samen met fascinerende saxofonist James Brandon Lewis brachten ze een mix van punk en jazz waarbij vooral dat laatste overheerste. Nummers die de lengte van de tien minuten haalden en aanvoelden als jams, een saxofoon die de toon zette waarna er wat noisy gitaren door werden gemengd en vooral een heel erg muzikale sfeer. Het gaf deze show alvast wat je nodig had om volledig mee te zijn, want gedurende de vijftig minuten dat de show duurde, werd je overdonderd door de sterke muzikaliteit van de band. Met zoveel kilometers op de teller kan dat ook niet anders, maar toch is zo’n groep met leden van een oude band altijd een dubbeltje op zijn kant. The Messthetics & James Brandon Lewis wisten er weliswaar een volledig andere twist aan te geven en zichzelf zelfs nieuw leven in te blazen. Veel punk bleef niet meer over, al is jazz altijd de nieuwe punk geweest en dat kon je duidelijk horen in hun muziek. Fantastisch optreden!
Nadah El Shazly @ Box
Om het allemaal wat exotischer te maken kwam Nadah El Shazly af uit Egypte. Samen met een harpiste en een synthman gaf ze een bezwerende set. De elektronische muziek van de dame zweeft namelijk tussen experimenteel en dansbaar waarbij het eerste toch vooral overheerste in Kortrijk. Zo kregen we meer dan vijf minuten opbouw in een bepaald nummer waarbij er met de harp werd gespeeld en daarna wat elektronische elementen bijkwamen, om uiteindelijk toch de Arabische elementen in te verwerken. Toen voelden we ons op een Oosters trouwfeest en zag je toch wat beweging in het publiek komen, maar dat was buiten Nadah El Shazly gerekend. Zijn bracht daarna weer het nodige experiment naar voor waardoor je nooit echt volledig mee kon zijn in het verhaal. Voor de liefhebbers van verrassing en improvisatie waarschijnlijk een wonderbaarlijke set, maar voor de doorsnee muziekliefhebber toch vooral moeilijkdoenerij.
Lambrini Girls @ Main Stage
In korte tijd heeft Lambrini Girls zich kunnen opwerken tot een bekendere naam in de postpunkscene zonder nog maar één album uit te hebben. Ook in België kon je de groep meer wel dan niet zien en dat werpt zijn vruchten af. Door de afzegging van Yin Yin mochten de Britse dames en heer nu als voorlaatste op het hoofdpodium van jetje geven en dat deden ze op hun herkenbare manier. Wie de groep nog nooit zag, blijft altijd verrast door de energie en het vernuft waarmee ze hun show aanvatten. Maar wie ze wel al eens aan het werk zag, kon de voorspelbaarheid niet op één hand tellen. Er was een te lange sitdown, de terfs werden weer uitgejouwd, de queermensen werden gezocht, er moest gemosht worden en zowel de politie als het politieke etablissement moest eraan geloven. Al die gimmicks zijn leuk voor één keer, maar hoe meer je ze blijft gebruiken, hoe meer ze afgezaagd geraken. Dat wil niet zeggen dat Lambrini Girls geen goeie shows neerzetten, want er wordt altijd vol energie en overgave gespeeld en dat was nu ook niet anders. Van begin tot eind stonden de twee dames van de groep vol agressie op het podium om ervoor te zorgen dat zeker iedereen de tijd van zijn leven had en de nodige ‘fuck you’s’ tegen de wereld bezorgde. Samen met enkele keren dat frontvrouw Phoebe Lunny het publiek inkwam, gaf dat natuurlijk een triviumvat en dat is natuurlijk waarvoor sommige mensen naar een show komen.
Lust For Youth @ Club
Wie nog een laatste keer zin had om goed de beentjes los te zwieren op elektronische muziek met een gitaar was bij Lust For Youth aan het juiste adres. Hoe het duo er exact uitzag, wist eigenlijk niemand omdat de belichting toch te wensen overliet. Dat deerde niemand die eens goed wilde gaan, want aan de hand van stevige synths en een leuk gitaartje, lieten ze toch een soort van ravevibe naar voor komen. Het vocale was nu wel niet het beste wat we dit weekend hoorden, vooral omdat er een tamelijk zeurende vibe zat in de stem en die ook niet altijd even toonvast was, maar verder was er wel een leuke sfeer in de muziek. Het was natuurlijk niet voor iedereen weggelegd en na een tijd kon je de weg kwijt geraken als je jezelf niet volledig liet onderdompelen in de sfeer. Op die manier was Lust For Youth eerder een lust voor iedereen die er nog goesting in had.
Mabe Fratti @ Box
Nadat Mabe Fratti vorige week op Les Nuits Weekender speelde, kwam ze nu in dezelfde opstelling (met een gitarist en drummer) naar Sonic City. Daar kon ze de Box afsluiten en dat deed ze op haar eigen betoverende manier. Het voelde een beetje exotisch aan, maar doordat er ook een gitarist aanwezig was, klonk het bij momenten ook noisy genoeg om je volledig in de gitaarvibe van het festival te betrekken. Daardoor was iedereen ook helemaal mee in het verhaal van de dame uit Guatemala. Daarnaast was het weliswaar jammer dat het podium zo laag stond, omdat het van ver moeilijk was om de celliste aan het werk te zien aangezien ze laag op een stoeltje zat. Zelfs wie gewoon naar de muziek luisterde, kon wel genieten van iets wat tussen hypnose en intensiteit lag met zelfs iets aanstekelijk bij momenten. Een duister moment met af en toe een zomerse toets, zo konden we Mabe Fratti het best omschrijven.
Tramhaus @ Main Stage
Traditioneel moet de curator van het festival zorgen voor de zwanenzang van Sonic City en dat was bij Tramhaus niet anders. De Nederlanders waren duidelijk heel blij om hier te mogen zijn, want aan de hand van hun dankbaarheid zag je meteen dat het terecht was om Tramhaus als curator te hebben. Met “I Don’t Sweat” als tweede nummer kwamen ze meteen met een klassieker op de proppen en dat zou nadien dienen als een song voor energie en klasse. Het publiek was namelijk doorheen het festival zo opgewarmd geraakt dat ze bij Tramhaus alle laatste energie eruit zouden persen. Het gevolg was dus er van begin tot eind moshpits en zelfs crowdsurfers aanwezig waren. Toch frappant aangezien Tramhaus niet altijd de meest stevige songs bracht, maar het publiek at gewoon uit hun hand.
Om een uur geboeid te blijven was het bij Tramhaus misschien net iets te lang, maar de punky stevige songs bleven toch zeker hangen. De muzikaliteit was zeker aanwezig, want Tramhaus is geen band die zich laat kennen en dat hoorde je ook. Gitaren die af en toe noisy konden uithalen, een baslijn waar je op kon bouwen en drums die je alleen maar kon vertrouwen. Het verhaal van Tramhaus was dus goed verteld en kwam op zijn eind tijdens hun show met een furieuze punksong, maar het tikkeltje meer dat je verwacht van een curator ontbrak wel. Desalniettemin bleef deze Sonic City toch weer een editie met acts die je niet gaat vergeten, al was de grote verrassing zoals vorige jaren misschien niet echt aanwezig. De tijd zal alles uitwijzen.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!