Jonathan Donahue, de frontman van Mercury Rev, speelde in een ver verleden bij The Flaming Lips, maar de eieren die Donahue en Mark Coyne wilden leggen waren totaal verschillend van grootte, van kleur en van substantie. Zelfs de nesten moesten volledig anders gebouwd worden. Dan zit er niets anders op om de vleugels te spreiden en in een andere boom te gaan broeden. Donahue vond een bloedbroeder of broedboeder in Sean ‘Grasshopper’ Mackowiak en sinds 1989 is Mercury Rev een feit. Als we alle muzikanten zouden opnoemen die in de studio of op de planken hebben gestaan bij de band uit Castkill Mountains, hebben we omzeggens een week nodig om alles te noteren. Dit is uiteraard niet de insteek van deze recensie.
In 1991 bracht de band zijn eerste album met de vrij ongelukkige titel Yerself Is Steam uit dat het goed deed bij een beperkt publiek van fans van het eerste uur. Want dat is Mercury Rev: een band die nog nooit grote hits heeft gescoord, maar in Noord-Amerika, Europa en Australië een horde hardnekkige, uiterst loyale supporters heeft. De Amerikanen brachten al meer dan tien albums uit en kenden tussen 1998 en 2005 alsnog veel succes met de prachtige albums Deserter’s Songs, All Is Dream en The Secret Migration. Deze drie platen staan vol bombastische nummers met schitterende verhalen over mythes, sagen en legendes, dikwijls helemaal ontsproten uit de koker van Donahue zelf. Op Snowflake Midnight uit 2008 werden de composities opeens heel elektronisch en veel harder en kreeg de doorgewinterde fan er zelfs gratis het instrumentale Strange Attractor bij. En met Born Horses heeft Mercury Rev nu een nieuwe plaat bij elkaar geschreven.
Het album begint met “Mood Swings”, een nummer waar de trompet de bovenhand neemt en je je een toeschouwer van Chat Baker waant in een jazzclub in New York. Het rookverbod wordt er vrolijk genegeerd en enkel de beste whisky komt er uit kristallen gietflessen uit Parijs. Donahue vertelt dat zijn gemoed op en neer gaat en dat hij er niets kan of wil aan veranderen. Het zal later blijken dat de lp weinig tot geen zang heeft, maar eerder ‘spoken word’ van de frontman. Ook op “Ancient Love” wordt een verhaal verteld. De compositie werd eerst gemaakt en de zanger is daarna opnieuw een verteller geworden die over de muziek heen spreekt. En ook bij het derde nummer “Your Hammer, My Heart” houdt Donahue letterlijk en figuurlijk dezelfde toon aan. Born Horses is het eerste album met eigen muziek in negen jaar en na drie nummers hebben we enkel zitten luisteren naar een man die vertelsels oplepelt op een canvas van trompetgeluiden.
De verse worp telt acht nummers en in de helft van het album krijgen we “Patterns” te horen. “Patterns” was de eerste single die we te horen krijgen en hier horen we de band zoals ze ongeveer tien jaar geleden zichzelf on hold zette. De song is vrij kinderlijk, maar best mooi door het barokke, volle geluid. Ook “A Bird Of No Address” werd als single vooruitgeschoven en ook hier horen we de verzadigde, originele sound die zo kenmerkend is voor Mercury Rev. De drums komen er een eerste keer echt door en het voelt alsof de band zichzelf eindelijk heeft teruggevonden. We zitten niet meer te luisteren naar het relaas van een vermoeide man, maar krijgen eindelijk klanken te horen van een band die opnieuw zonderlinge, grillige nummers weet te monteren.
We moeten het de band wel nageven; ze doen gewoon hun zin, wat zeker respectabel is. En toch worden we deze keer te weinig gevangen door het allesoverheersende geluid dat Mercury Rev vroeger had. Ook op “Everything I Thought I Had Lost” komt Donahue binnengewandeld om het woord te nemen en niet meer af te geven. Het wordt op die manier jammer genoeg allemaal wel heel dwingend en zelfs vervelend. De zanger lijkt in ons huis binnen te wandelen en ons eens goed uit te leggen waar het nu allemaal écht om draait. Donahue wil ons met zachte stem overhalen om zijn parabels en kronieken te geloven, maar we blijven er eigenlijk heel stoïcijns bij. Een (groot)vader vertelt graag eens een verhaal aan het haardvuur over oude oorlogen en het simpele leven in vroegere tijden, maar een hele avond aan het haardvuur wordt gewoon bijwijlen een kwelling. En dan opeens sluit de band de lp met het fantastische nummer “There’s Always Been A Bird In Me”, een schijf die new wave ademt en geweldig doordramt met een schitterend pianostuk en heerlijke synthgeluiden.
Staan er diepe laagtes op deze plaat? Neen, op zich niet, maar we vinden Mercury Rev veel beter wanneer er meer harmonie in de composities zit, wanneer er meer buitenaardse sprookjesmelodieën in het nummer zijn genaaid. Donahue en Grasshopper hebben zeker hun strepen al meer dan verdiend en hebben echt al tientallen geweldig knappe nummers gemaakt, maar hier blijven we toch te veel op onze honger zitten. De Amerikanen serveren met Born Horses een buffet met drie succulente hapjes, waar de rest jammer genoeg te flauw smaakt en op kartonnen bordjes wordt geserveerd. Slechts drie goede nummers op een totaal van acht hadden we op voorhand eigenlijk niet verwacht van het machtige Mercury Rev.
Facebook / Instagram / X / Website
Ontdek “There’s Always Been A Bird In Me”, ons favoriete nummer van Born Horses, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.