LiveRecensies

Roosendaal Open Air 2024: Voor Pjöt

© Sethpicturesmusic – Seth Abrikoos

Toen we begin dit jaar aanwezig waren bij March of the Black Horse, werden we meteen door een van de bestuursleden van de Stichting voor Alternatieve Muziek uitgenodigd om later in het jaar ook bij de grote broer langs te komen. Zo gezegd, zo gedaan, en dus besloten we gisteren om weer de grens over te steken voor een bezoek aan Roosendaal Open Air, maar helaas moesten we dit keer zonder de organisator gaan die ons destijds had uitgenodigd. Pieter Verpaalen, ex-zanger van onder meer Textures, was jarenlang een van de drijvende krachten achter de organisatie van het festival. Enkele weken geleden verloor hij helaas de strijd tegen kanker. Ondanks dit tragische verlies liet de rest van de organisatie zich niet uit het veld slaan. Ze hadden hun schouders onder het festival gezet, verdeelden de taken van hun kameraad onderling en vernoemden het normaal naamloze hoofdpodium naar hun overleden vriend: de Pjöt Stage. Zo was hij er toch nog bij, terwijl ze de West-Brabantse stad, maar ook voor Pjöt, een metalfestijn van formaat voorschotelden.

We begonnen de dag met Dodentocht. En dan niet de wandelhel waar alleen de compleet gestoorden zich voor inschrijven, maar met een band die een stevig portie keiharde sludgedoom uit, naar eigen zeggen, de grimmigste krochten van Nederland bracht. In die omschrijving kunnen we wel in komen, want de muziek die de groep gisterenmiddag bracht, was verre van geschikt voor liefsappige kinderpartijtjes. Mokerharde gitaarlijnen en drumsalvo’s vlogen al vroeg om de oren en de band speelde zeer sterk. Toch was het niet genoeg om het publiek echt in beweging te krijgen. Nee, een inspanning zoals bij het gelijknamige wandelevenement was ver te zoeken en op wat applaus en bewegende hoofdjes na verroerde het publiek zich geen enkel moment.

© Sethpicturesmusic – Seth Abrikoos

Gelukkig was datzelfde publiek bij aansluiter Temptations for the Weak al een stuk levendiger en zagen we bij onze landgenoten zelfs de eerste moshpit ontstaan. De band hield zich goed staande en was binnen no-time volledig in vorm. De In Flames-achtige klanken werkten als sloophamers op onze trommelvliezen en de groep slaagde er al vroeg op de dag in een hoogtepunt te creeëren. Ook Bladecrusher hield zich goed staande en bracht een prima set. De presentator van dienst had voorafgaand aan het optreden al aangegeven dat het thrash met een ongeëvenaarde groove zou zijn en daar was geen woord van gelogen. De band liet het publiek stuiteren terwijl het stevig doorspeelde en was met nummers als “Obey the Reaper” en “Justification” voor niets of niemand bang. Een degelijke show, dat was het zeker.

Zoals ieder jaar bracht ook deze editie een grindband een bezoek aan het Roosendaalse festival. Met Brutal Sphincter had het festival een groep geboekt die er niet vies van is om een grindbak aan geluid te produceren. En dat is ook precies wat we dertig minuten lang kregen gisterenmiddag. Met een setlist vol puberale titels over verscheidene lichaamsgaten, scheurde de Luikse goregrindensemble aardig over de Pjöt stage, maar de muur van geluid kwam bij momenten niet volledig tot zijn recht. Leuk om een keertje mee te pakken, maar nog een ritje slaan we toch wel met liefde en plezier over.

© Sethpicturesmusic – Seth Abrikoos

Roosendaal Open Air had dit jaar voor het eerst een mini-stage waar gedurende de dag best wel wat vermaak zichtbaar was. Trashbuckets gaf een aardige hillbilly-show weg vol banjo’s, violen en een ietwat slecht gestemde gitaar, maar wel met een hoge dosis humor en plezier. De drie leden straalden en namen zichzelf niet al te serieus, dat vooral gekenmerkt werd doordat de frontvrouw haar geslachtsorgaan vier minuten lang bezong op de tekst van Bökkers onbekende livehit “Cowboy met een Dikke Lul”. Het was een verademing om naar te kijken. Geen richtlijnen of regeltjes, maar een show die als belangrijkste doel had om het publiek te vermaken. Dit laatste deed Dead Elvis and His One Man Grave naar behoren, al moest de beste man het wel in zijn eentje doen. Met in zijn handen een gitaar en aan zijn voeten een geïmproviseerd drumkit bestreed hij het kleinste podium vol bravoure en liet hij de toeschouwers, die toch wel in best grote getale waren afgezakt, met speels gemak dansen op zijn muziek.

Tussen de shows van het kleine podium door, mocht Vanaheim op het hoofdpodium komen. Echt overtuigen deed de band ons niet, al liep het hart bij sommigen in het publiek wel over toen de nummers over reuzen, vreemde volken en fantasieverhaaltjes langskwamen. Voor ons was het allemaal iets te kazig, iets te zolderkamerachtig en meerdere malen veel te ver over de top. Toen de frontman met een kaarsenhouder over het podium pareerde en nummers bracht die qua thema zo in de Efteling konden passen, voelden we het gevoel van plaatsvervangende schaamte bij ons opborrelen. Ach, de leden van Vanaheim hadden het zeker en vast naar hun zin gehad op het podium en waarschijnlijk had een enkeling er ook van genoten, maar voor ons totaal niet weggelegd.

© Sethpicturesmusic – Seth Abrikoos

Dat ze bij het festival niet de moeilijkste zijn, bewees het wel toen Asagraum wat problemen had tijdens het soundchecken. De Groningse blackmetalformatie kwam in tijdnood. terwijl de techniek niet deed wat het moest doen. Oplossing van het festival: gewoon de set een kwartier uitstellen en ze alsnog de volle vijfenvijftig minuten geven. Een mooie geste vanuit de organisatie, maar door het langdurige wachten en de trage opbouw verloor de band bij verschillende toeschouwers de volle concentratie. Die kwam echter al snel weer om de hoek kijken toen eenmaal de gitaren er op volle kracht in vlogen. Wat volgde was een set die tot de nok vol zat met intensiteit in de vorm van “Black Sun Prayer”, “Impure Fire” en de allesverwoestende afsluiter “Waar ik ben komt de dood”. Asagraum hield goed huis en knalde er met de ondergaande zon flink op los. Misschien moeten we net als de leden ook corpse-paint op de wangen doen, want deze waren door de kracht van het optreden volledig blauw geslagen.

Waar de rest van de bands zich in alle rust konden voorbereiden voor hun optreden op Roosendaal Open Air, was dat bij afsluiter Distant helaas andere koek. De band zit middenin een druk tourschema en speelde afgelopen vrijdag nog voor een afgeladen zaal in het zuiden van Berlijn. Niet dat dat zo erg was, de groep is immers door hun recente tour met Lorna Shore doorheen de USA gewoon om lange stukken onderweg te zijn, maar bij de terugkomst aan hun bus bleek dat er een aantal vreemden zo enthousiast waren over de inhoud ervan, dat ze besloten om een raampje in te tikken en alles wat ze konden pakken mee te nemen. Met weinig slaap of voorbereiding in het lichaam reisde de groep dus af richting Roosendaal. Van vermoeidheid oogde echter totaal geen sprake, Distant knalde tijdens het optreden er vanaf de eerste secondes flink op.

© Sethpicturesmusic – Seth Abrikoos

Het publiek was tegen de klok van tien dan eindelijk zo ver om helemaal los te gaan en op de slopende tonen werd stevig gemoshed. Distant maakte er een feestje van en bewees waarom Will Ramos, toch wel een van de grootheden in het genre, zo dol is op de Rotterdams/Slowaakse formatie. De eeuwig klinkende grunts van frontman Alan Grnja, de gelaagde gitaren van Yetgin en Maurits, en de harde, maar vooral mokerstrakke, drumspartijen van René Gerbrandy zorgden ervoor dat het kot volledig afgebroken werd. Terwijl de groep vooral werk bracht van hun doorbraakalbum Heritage, was er in het midden van de set ook tijd voor een streepje onuitgebracht werk. Het nummer kende een succesvolle passage en leek door de orkaankracht een vaste waarde te worden binnen de setlist. Als we enkele tongen in het publiek moeten geloven, komt de band zeer binnenkort met een aankondiging voor nieuw materiaal. En indien dat album net zo sterk gaat zijn als de tot nu toe naamloze track, dan denken we dat Distant nog wel eens door kan groeien naar nog iets veel groters dan het al is.

Na nog een laatste uithaal van de zanger, nam de groep afscheid van het podium en stroomde het terrein leeg. We wierpen nog een blik op het podium, op de Pjöt Stage, en maakten nog een laatste keer met ons plastic bekertje een proostgebaar richting de naam. Het gaat je goed Pieter.

158 posts

About author
'Bongo' Bryan
Articles
Related posts
LiveRecensies

Jera on Air 2024 (Festivaldag 4): Kers op de mislukte taart

Vier dagen Jera on Air… dat is eigenlijk anderhalf etmaal te veel. Voor de dertigste verjaardag boekte de organisatie er nog een…
FestivalnieuwsMuzieknieuwtjes

Jera on Air komt af met ruim dertig nieuwe namen

Jera on Air blijft met namen strooien. Vier dagen lang maakte het punk-, hardcore- en metalcorefestival in Limburg nieuwe acts bekend en…
FestivalnieuwsMuzieknieuwtjes

Alcatraz komt met dagindeling en een heleboel Belgische acts

Terwijl andere festivals overschakelen naar winterslaap, doet Alcatraz nog een laatste effort om de ticketverkoop te boosten. Het is geen geheim dat…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.