Orchestral Manoeuvres in the Dark, bekend als OMD, leidde het grensverleggende pionierswerk van Kraftwerk in de jaren ’80. Zoals we vorige week zagen bij hun tijdgenoten Depeche Mode, heeft ook OMD nog niets van zijn glans verloren. Ondanks dat de synthpopgroep zijn weg heeft gevonden naar het nostalgische livecircuit, blijft ze op plaat actueel en relevant. Het feit dat het politieke en economische klimaat van veertig jaar geleden zich herhaalt, speelt in haar voordeel. Daardoor beschouwde het Bauhaus Staircase als het meest politieke album dat OMD als band ooit heeft uitgebracht. Tijdens het W-Festival deelde keyboardist en zanger Paul Humphreys overigens mee dat de band tegenwoordig nog steeds alles uit liefde voor muziek doet en dat de onderlinge vriendschapsband sterk blijft.
Voor het supportslot werd gekeken naar het hippe Walt Disco. Deze zeskoppige band uit het Schotse Glasgow zoekt stijlvol de grenzen op tussen new wave en artrock. Op “Pearl” deed zanger James Potter ons denken aan het stemgeluid van David Bowie en David Byrne. De theatrale aanzet naar de muziek maakte de cirkel. Bij aanvang hadden we echter het gevoel dat Walt Disco zich misschien iets te serieus nam. Potter keek eerder boven de mensen uit en ook de danspasjes zaten in een strakke regie. De referenties naar Talking Heads waren legio en de bandleden zagen er eveneens uit als kunstacademiestudenten. Kort daarna schreeuwde hij echter de zaal toe en kon het plezier niet op. In enkele minuten gooide Walt Disco ons new wave, punk en gothic om de oren. Dat was spek naar de bek van het iets oudere publiek dat aandachtig stond te kijken. In het new wave-wereldje lijkt Walt Disco dus de juiste doelgroep overstag te halen. Dat het meerdere stijlen machtig was, bood eveneens marge om ook jongere generaties te betrekken bij zijn shows.
De mannen van OMD zien eruit als stoffige wiskundeleraren, maar zodra ze achter hun synthesizers en microfoons staan, gebeurt er iets magisch. Dan transformeren ze plotseling in een genetisch bepaalde hitmachine. De dystopische tape-intro van “Evolution Of Species” verborg alles nog achter een waas van mysterie, maar na enkele minuten betrad OMD het podium en danste de nacht eigenhandig weg. De robotachtige dansbewegingen waren misschien niet van de meest sexy aard, maar ze werkten wel aanstekelijk op het publiek. OMD had zijn dansschoenen aan en dat viel niet onopgemerkt op. Toch leunde het niet alleen op zijn dunne eightiessound. “Kleptrocracy” van het nieuwe album behandelde bijvoorbeeld een beladen thema. Muzikaal hoorden we een kleurrijk palet van prille eurodance en zachte trance. Wanneer we onze ogen sloten bij “History of Modern (Part I)”, was het echter onmogelijk om op de kleurrijke riedels de draak Falkor uit The NeverEnding Story niet in rondjes te zien vliegen.
Het begrip tijdloos was hier vanavond meer op zijn plaats. Dat kwam niet alleen door OMD’s rijke discografie, maar ook door de live-bezetting, ingericht als een heuse band met saxofoon, drums en meerdere stemmen. In tegenstelling tot bij Kraftwerk of, later, The Chemical Brothers was er dus nog iets menselijks te beleven. Niet alleen de band was springlevend; ook de visuals kenden geen constante lijn. Bij momenten waren ze heel futuristisch en dan weer ouderwets, alsof de tijd pijnlijk nooit heeft stilgestaan. Als er één aspect is dat de mensheid voorlopig onderscheidt van kunstmatige intelligentie, is het wel de liefde. De saxofoonsolo van “(Forever) Live And Die” zette ons aan tot zwijmelen, waardoor Valentijn een dag langer leek te duren. Daarna was het rustig stampen op “The Rock Drill” om daarna weer op adem te komen bij een reeks nieuwe tracks.
Na verloop van tijd begon de flinterdunne sound wat aan energie in te boeten. Gelukkig was de groep zich daar echter van bewust. Het zogenaamde ‘hoge cultuur’-genre “Bauhaus Staircase” moest wijken voor dansbare popnummers. Toch wist OMD ons geboeid te houden met enkele leuke wetenswaardigheden die aantoonden dat het zijn set in Cirque Royal volledig onder de knie had. Zo werd “Locomotion” opgedragen aan een opname in Brussel van veertig jaar geleden en zweefden we op een roze wolk bij “Dreaming”. Het hoogtepunt was zoals verwacht “Enola Gay” dat de zaal van boven tot beneden deed rechtveren. De opgewekte elektriciteit bleef spijtig genoeg niet lang meer hangen.
OMD drukte namelijk de spontane sfeer de kop in door clichégewijs van het podium te verdwijnen. Een bisronde was totaal overbodig, want iedereen wist welke hit ze nog in hun achterzakken hadden zitten. Door de algemene bindteksten waren “Look at You Now” en “Pandora’s Box” dus niet meer dan een stukje zoethout. Daardoor kwam de spanning bij “Electricity” dubbel zo hard terug, al voelde het ergens verplicht aan. Kortom, OMD probeerde de hele avond allerminst stuntelig over te komen en een schim van zichzelf te zijn. De hits waren ruim op voorhand bekend, maar door de uitgebreide toevoeging van recente tracks werd het publiek toch nog uitgedaagd. Zowel oude als jonge muziekliefhebbers kregen dus de kans om in een herkenbare setting geprikkeld of herinnerd te worden aan popmuziek van vroeger, het heden en de nabije toekomst.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!
Setlist:
Anthropocene
Messages
Tesla Girls
Kleptocracy
History of Modern (Part I)
If You Leave
(Forever) Live and Die
Bauhaus Staircase
Souvenir
Joan of Arc
Joan of Arc (Maid of Orleans)
Veruschka
Healing
Don’t Go
So in Love
Dreaming
Locomotion
Sailing on the Seven Seas
Enola Gay
Look at You Now
Pandora’s Box
Electricity
Foutje: wat 40 jaar geleden werd opgenomen in België was ‘Locomotion’. Sailing On The Seven Seas is van 1991.
Een weetje: OMD verbleef in 1984 een tijd in De Haan.
Er was geen saxofoonsolo in (Forever) live and Die, maar wel in If You Leave en in So in Love.
Klopt.