Avenged Sevenfold heeft zich in de loop der jaren flink ontwikkeld en was niet bang om zo nu en dan iets nieuws uit te proberen. De band begon in 2001 met Sounding the Seventh Trumpet en Waking the Fallen in 2003, waarmee ze bekend werden als metalcore-pioniers. In 2005 ondergingen ze hun eerste transformatie met de release van City of Evil, waarop ze overschakelden naar een meer rechttoe rechtaan heavy metal- en klassiek hardrockgeluid. We hoorden meer van dat op hun gelijknamige album uit 2007. In 2010 verrasten ze opnieuw en veranderden ze weer van koers. De volgende twee albums van Avenged Sevenfold, Nightmare en Hail to the King uit 2013, brachten hen van een underground-status naar een gevierde headlinerpositie. Plotseling scoorden ze hitsingles zoals “Hail to the King”, “Nightmare” en “Welcome to the Family”. Toch was Avenged Sevenfold nog niet tevreden en kwam het opnieuw met een nieuwe sound.
Met de verrassingsrelease van The Stage in 2016 voegden ze een progressief randje toe aan hun klassieke heavy metalgeluid, maar dat alles verbleekt bij de switch die ze nu hebben ondergaan. Life Is But A Dream… is hun meest baanbrekende transformatie tot nu toe, zo ver dat we ons afvragen of ze ooit nog te overtreffen zijn. Met dit album heeft de band een verzameling nummers uitgebracht die zoveel verschillende geluiden samenbrengt dat het bijna overweldigend is. Je hoort genres voorbijkomen zoals jazz, grunge, elektronica en psychedelica, en natuurlijk ontbreekt ook de stevige dosis hardrock niet. Vergelijkingen met Metallica en Guns ‘N Roses zullen nu niet snel meer gemaakt worden
De eerste geluiden verraden nog niet wat ons te wachten staat. Het begint als een traditioneel metalalbum waarvan je nog niet van je stoel valt. “Game Over” begint met een klassiek gitaarstuk en barst dan los in een typisch Avenged Sevenfold-nummer, met agressieve vocalen van M. Shadows en scherpe riffs van Synyster Gates. Het voelde toch direct vertrouwd aan, want de vooruitgeschoven single “Nobody” had ons niet bepaald omver geblazen. Normaal gesproken weten de metalhelden zes minuten moeiteloos te vullen met een salvo aan gitaarriffs, maar na amper twee minuten verveelden we ons al en stoorden we ons aan het getik op de hihat. We werden gelukkig gerustgesteld bij de tweede single “We Love You”.
Tussen het openingsnummer en de twee singles ontdekten we al “Mattel”, vernoemd naar het Barbiepoppenbedrijf. Er gebeurt veel in dit nummer, met dikke gitaarmuren en schurende synthesizers. Shadows zingt hier over een kunstmatige wereld met dramatische, Freddie Mercury-achtige vocalen. “We Love You” is een chaotisch, draaikolkend en psychedelisch nummer waarin de drums op de voorgrond treden en Shadows’ krachtige, monsterlijke vocalen de weg vrijmaken. De song springt van hot naar her en de afwisseling tussen onheilspellend, hard en weemoedig spreekt ons wel aan. De akoestische outro gaf al een hint dat het vijftal deze keer echt ver wilde gaan met de experimenten. Dan hebben we “Beautiful Morning”, een gruizig, modderig nummer met dissonante harmonieën dat zo op een album van Alice In Chains zou passen.
Als “Beautiful Morning” nog niet schokkend genoeg is, zorgt “(D)eath” voor dé verrassing. Dit klinkt als een volwaardig jazznummer waarin Shadows zich laat inspireren door Frank Sinatra en Tony Bennett, vergezeld door glibberige, jazzy instrumenten. Gates schreef het nummer oorspronkelijk voor zijn vrouw. Gates is zeker niet bang voor een vleugje romantiek. Het is bewonderenswaardig dat de band zo ver buiten zijn comfortzone treedt, en het experiment pakt ook nog eens mooi uit, wat het talent van de Californische band bewijst.
Tussendoor hebben we “G”, een jam-achtige, progressieve rocker met achtergrondzang van Taura Stinson en Brianna Mazzola, terwijl “(O)rdinary” klinkt als een bubblegum-alternatief-popnummer. In dit laatste is Shadows’ stem bijna onherkenbaar door zware autotune en effecten. Waar veel bands op veilig spelen en keer op keer hetzelfde geluid uitbrengen, blijft Avenged Sevenfold niet alleen grenzen overschrijden, maar laten ze die grenzen ver achter zich. Het titelnummer sluit het album af, een prachtige, instrumentale pianoballade. Hier horen we de band zoals we ze nog nooit eerder hebben gehoord.
Hoewel Life Is But A Dream… een triomfantelijk voorbeeld is van het talent dat de leden van Avenged Sevenfold bezitten, is het ook een hoofdbreker. Veel bands proberen verschillende muziekstijlen uit en voegen nieuwe elementen toe aan hun geluid, maar dit is een totale ommekeer van wat velen beschouwen als, wel ja, Avenged Sevenfold. Het is een uitdagend album waar fans een vette kluif aan gaan hebben. Na de eerste luisterbeurt realiseer je je nog niet eens half wat je hebt gehoord. Bij elke luisterbeurt ontdek je nieuwe elementen, die laag voor laag bloot komen te liggen. De tijd zal uitwijzen hoe Life Is But A Dream… zich verhoudt tot de rest van de gevierde discografie van Avenged Sevenfold. Krankzinnigheid en genialiteit liggen soms angstaanjagend dicht bij elkaar. Hoe dan ook, er valt iets te respecteren aan een band die trouw blijft aan hun eigen visie, zonder beïnvloeding van buitenaf, zelfs als dat sommige fans in verwarring brengt op hun pad.
Facebook / Instagram / Website
Ontdek “(D)eath”, ons favoriete nummer van Life Is But a Dream… , in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.