Na zijn passage op Rock Werchter heeft Marcus King ferm aan naamsbekendheid gewonnen in België. De Amerikaanse stergitarist bracht ondertussen alweer enkele singles uit, die een voorproefje waren op Young Blood. Het album is trouwens al het vijfde in de discografie van King. Eerder bracht hij drie albums uit met The Marcus King Band en in 2020 liet hij met El Dorado zijn allereerste soloalbum op de wereld los.
Het moet zijn dat zijn soloalbum hem goed afging, want een dikke twee jaar later is het tijd voor diens opvolger. Waar we El Dorado soms nog wat te braaf vonden, hoopten we nu op voorhand op een nog volwassener geluid met hier en daar een ongepolijst vlak. Opener “It’s Too Late” toont ons dat die stap wel eens gezet zou kunnen zijn. De fuzzy gitaren klinken logischerwijs wat vuiler en harder, wat al meteen de aandacht weet te trekken. De eerste solo krijgen we er dan ook direct bij en laat dat nu net hetgeen zijn dat Marcus Kings muziek een extra laagje geeft.
Op “Lie Lie Lie” wordt die lijn mooi doorgetrokken en naast het uitstekende gitaarspel moeten we het toch zeker ook hebben over de stem van de jongeman, die tijdens dit soort uptemponummers nog beter tot zijn recht komt. De rauwheid druipt van zijn stem af en ondanks dat weet hij ons telkens weer te verbazen met hoge uithalen, zoals we die op “Good and Gone” ook kunnen horen. King kan zingen als een soulzanger, maar kan net zo goed uithalen als een echte blueszanger. Qua zangstijl doet hij ons dan ook met vlagen aan Walter Trout denken.
“Blood on the Tracks” is dan weer wat meer laid-back en dat is en verfrissing na de hardere nummers. Het enige nadeel daarvan is dat ook zijn gitaar wat meer richting de achtergrond verdwijnt. Gelukkig komt die al meteen weer wat meer op de voorgrond bij “Hard Working Man”. Het is misschien zelfs het beste nummer van het hele album, want zijn gitaar staat hard, zijn stem zit vol soul en het geheel klinkt simpelweg heel catchy, voor zover bluesrock catchy kan worden natuurlijk. Zoals zo goed als altijd het geval is bij bluesrock, klinken heel wat nummers tot op een bepaald niveau hetzelfde. De kunst ligt dan ook bij het boeiend houden van de muziek en laat dat nu net hetgeen zijn wat King met dergelijke nummers weet te bewerkstelligen.
Mocht al dat gitaargeweld nog niet genoeg zijn geweest, dan is er ook nog “Aim High”, waarop we de twee langste en meest indrukwekkende gitaarsolo’s van dit album krijgen voorgeschoteld. Slotnummer “Blues Worse Than I Ever Had” is dan weer pakken kalmer en is daardoor ook de ideale afsluiter. De gezapigheid geeft de luisteraar de tijd om terug te blikken op wat een plaat vol vette gitaren en fantastische zang dis is.
Met dit album zet Marcus King de laatste stap richting de muzikale volwassenheid. Als hij verder doet zoals hij momenteel bezig is, dan zal zijn naam binnen de kortste keren genoemd worden in gesprekken over wie de beste hedendaagse gitarist is. Zijn zang mag natuurlijk niet over het hoofd gezien worden en dat zorgt ervoor dat de Amerikaan met meerdere grote troeven kan uitpakken. De combinatie van alle die facetten was er natuurlijk, maar nu King niet langer schuilt achter mid-temponummers, komt dit nog veel meer tot zijn recht. King is klaar voor het sterrendom.
Ontdek nog meer muziek op onze Spotify.