BADBADNOTGOOD, het instrumentale jazzcollectief uit Toronto, brengt eindelijk een nieuw album uit. Eerder verschenen al voorafjes in de vorm van singles zoals “Running Away” en “Signal from the Noise”, maar nu is het vijfde album daar. Rond 2010 speelden Chester Hansen, Matthew Tavares en drummer Alexander Sowinski met het idee om de muziek van pakweg helden als A Tribe Called Quest te hernemen. Dik tien jaar later heeft de groep een viertal klassieke albums achter de naam staan, aangevuld door bijdragen aan verschillende zijprojecten (zoals onder andere de Late Night Tales-compilatie). En vooral: is er een onderbreking van vijf jaar een nieuwe BADBADNOTGOOD-langspeler.
Meer dan ooit tevoren laat BADBADNOTGOOD zich leiden door improvisatie en amuseert het kwartet zich rot daar waar jazz, hiphop en electronica elkaar vinden. Opmerkelijk aan dit nieuwe album is onder meer de inbreng van Arthur Verocai, een Braziliaanse producer en een jazzlegende die zich op de arrangementen van de nieuwe composities toespitste (zoals onder meer op een met melancholische strijkers en uptempowisselingen verrijkte lovesong als “City of Mirrors”). Net zoals ook pianist Laraaji, hiphopproducer Terrace Martin en harpiste Brandee Younger komt hij een belangrijke rol spelen op Talk Memory.
Meteen opvallend is de maar liefst negen minuten durende single “Signal from the Noise”, die langzaam binnendwarrelt. Een mutatie van abstract klassiek, zo lijkt het initieel, die vervolgens transformeert in futurepunk met een twist dolle electronica. Raar, heel raar zelfs, maar ook eigenzinnig en fijn.
Het is een erg aparte geluidswereld die de groep uit Toronto op Talk Memory naar voren schuift. Evenwel is het eindresultaat niet altijd even geslaagd. Zo gaat “Signal from the Noise” weliswaar naadloos over in de dromerige wolkjes ambient-jazz van “Unfolding (Momentum 73)”. Heel anders blijkt dan weer het door gitaarsolo’s gedomineerde “Beside April” (die op het einde van de plaat wat makjes nog eens hernomen wordt als reprise), het net iets te loungy “Love Proceeding” of de laatavondgloed die in “Open Channels” vervat zit.
De groep probeert uiteenlopende, maar erg frisse ideeën uit en dolt vrijelijk met genres, motieven en stijlen. Dat levert een vrij aangename luisterplaat op, die echter maar zelden de luisteraar écht beet heeft. Jammer, zeker in het besef dat de band absolute prijsbeesten als “Can’t Leave the Night” in de eigen songcatalogus heeft zitten.
Facebook / Instagram / Website