De Gentenaar Elias Devoldere kennen we in de eerste plaats als drummer van de Belgische jazzrockband Nordmann. Daarnaast is hij de afgelopen jaren ook actief geweest als drummer van onder andere Sumi, Hypochristmutreefuzz, John Ghost en Hast. Met Nordmann slaagde hij er vorig jaar nog in om met In Velvet de tweede plaats te scoren in onze lijst van de 25 beste Belgische albums van 2020. Nu waagt hij zich met Kaiku voor het eerst aan een soloplaat. In vergelijking met het geluid van Nordmann gaat Elias iets subtieler te werk, met zachtere ritmes, gevoelige gitaren en vooral geen enkele mysterieuze saxmelodie.
Kaiku is Japans voor ‘ontwikkeling’ en op zijn debuut-ep horen we ook dat Devoldere geëvolueerd is richting zijn eigen geluid. Muzikale sfeerschepping staat centraal. De drummer speelde op het debuut nagenoeg elk instrument in en zingt voor het eerst ook zelf. De strofen worden veelal fluisterend gezongen, wat deels het beperkt bereik van de zangstem verbergt. Er is echter veel aanvulling met etherische achtergrondzang, waardoor de nummers ook vocaal toch wat rijkdom bevatten.
Aftrappen doet Devoldere met “Achilles”, een muzikale ode aan de gelijknamige held uit de Griekse mythologie. Op de tonen van zachte piano, gitaarriedels en soundscapes bezingt de muzikant hoe de held zijn thuisstad verlaat om te gaan vechten in de Trojaanse oorlogen. Met wat fantasie kan je hier een metafoor opmerken voor Devoldere die zijn bekende bands verlaat om solo op pad te gaan. Hij slaagt er in de opener in om een sfeervol nummer neer te zetten met ijzige gitaarklanken en een dromerige zanglijn. Als jazzdrummer speelt hij vanzelfsprekend met het ritme en brengt hij gevarieerde drumpatronen. Verwacht dus niet zomaar four-on-the-floordiscobeats op deze ep.
Ook op de andere nummers van Kaiku experimenteert Devoldere met zijn drum. Debuutsingle “Parasites” start met een weerbarstig ritme en rijke percussie, maar verandert in het midden plots van richting met mysterieus gitaargetokkel en een stuwende melodie op de contrabas. Op de tweede single “South” krijgen de gitaar en elektronische storingen een prominentere rol. Ook in dit nummer komt halverwege een stijlbreuk, ditmaal met een vioolpartij die opbouwt naar een tedere, melodieuze outro.
“Day 2” en “Tide” worden voornamelijk gedragen door zachte gitaren, het eerste met elektrische reverb en het tweede met akoestisch getokkel. Op beide nummers slaagt Devoldere erin om een ijzige, weemoedige stemming op te roepen, maar “Day 2” spint hij iets te lang uit. Hierdoor gaat de melodie uiteindelijk vervelen en grijpt het nummer je niet helemaal bij de keel. Op “Tide” dreigt de artiest in dezelfde val te trappen, maar hij redt de meubels door in de laatste twee minuten dromerige achtergrondzang toe te voegen en over te stappen op de elektrische gitaar.
Elias Devoldere weet met zijn eerste ep de verwachtingen waar te maken. De zang klinkt nog niet altijd even gevarieerd, maar door te spelen met ritme en melodie weet hij doorgaans wel een beklijvende sfeer te scheppen. Live zullen deze nummers ongetwijfeld uitstekend tot hun recht komen, zeker als je weet dat de tourband bestaat uit Dries Geusens (Nordmann), Cyriel Vandenabeele (Sumi) en Jesse Maes (Sophia, Hypochristmutreefuzz).
Volg ons op Spotify voor meer nieuwe muziek!