Wie aan Las Vegas denkt, denkt aan glimmende casino’s, flikkerende lichtjes en kitscherige feestjes. Hoe opvallender hoe beter, want what happens in Vegas, stays in Vegas. Het was dan ook geen wonder dat net dat de verwijten waren die Brandon Flowers en zijn Killers naar het hoofd gesmeten kregen toen ze met hun veel te witte glimlach de wereld veroverden met hun overdreven stadionrock. ‘Love them or hate them’, je kan er niet omheen dat de Amerikanen met “Mr. Brightside“, “When We Were Young“, “Human” en nog zoveel meer hits niets meer te bewijzen hebben in muziekland. Nadeel was natuurlijk dat we na verloop van tijd wel wisten wat we konden verwachten als The Killers met nieuw materiaal op de proppen kwam: gitaarpopmeezingers. Perfect voor Vegas, met andere woorden, maar na een persoonlijk moeilijke periode trok Flowers richting het beboste Utah.
Het zorgde naar eigen zeggen voor rust in zijn hoofd en op professioneel vlak voor een volwassen evolutie. The Killers kwam terug met Imploding the Mirage, met daarop gastbijdragen van Lindsey Buckingham, Weyes Blood en The War on Drugs-frontman Adam Granduciel. Al bij al een zeer degelijke plaat, waarmee de Amerikanen een nieuwe weg insloegen. De samenwerking met Bruce ‘The Boss’ Springsteen op “Dustland” (een herwerking van “A Dustland Fairytale” uit 2008) die niet zo lang daarna het levenslicht zag, bevestigde alleen maar de koers die Flowers en zijn manschappen voeren. Toen de band meteen daarna duidelijk maakte dat er ‘heel snel’ alweer een nieuwe plaat zou verschijnen en ons vooral op het hart drukte dat die nóg beter zou klinken, konden we niet klagen over de vooruitzichten.
Na lang teasen is daar nu Pressure Machine, de ondertussen al zevende plaat van The Killers. Opvallend: het viertal loste in de aanloop naar de release geen enkele single. Een gedurfde zet van de band, een gis in het duister voor de luisteraar. ‘Zullen we van onze sokken geblazen worden doordat elk nummer zo goed is, of springt er gewoon geen enkele track uit?’ Diep in ons achterhoofd fluisterde er zelfs iemand ‘Tranquility Base Hotel + Casino‘, al durfden we dat niet luidop toegeven. Wat blijkt nu? Wat we vreesden, is werkelijkheid geworden. Phoebe Bridgers mag dan wel op de tracklist pronken, maar met Pressure Machine zorgt The Killers voor een heuse domper op de feestvreugde die het zelf doorheen de jaren wist te creëren. Mooie liedjes zijn het stuk voor stuk, maar ons collectief geheugen – of laat staan de setlist – zal geen enkel nummer halen. Album nummer zeven is er eentje om weg te deemsteren richting de achtergrond op een gezellige zomeravond, maar als je echt wil luisteren, rol je de rode loper uit voor het zandmannetje.
The Killers was nochtans altijd gigantisch goed in het maken van oorwurmen, zelfs als dat niet gehuld was in een bombastisch stadionrockjasje. Van die kwaliteit schiet op Pressure Machine weinig tot helemaal niets over. De plaat is een omhulsel van trieste akoestische gitaren, emotioneel klinkende piano’s, aanvullende mondharmonica en de stem van Flowers die nooit zo fake overkwam als nu. Binnenin vinden we een karrenvracht aan cringe lyrics als ‘Everyone is afraid of something / Even the strongest man alive’ of ‘We keep on waiting for the miracle to come’… Vreemd keken we dan ook niet op toen bleek dat de band het album in een sneltempo in elkaar stak om het gebrek aan concerten op te vangen.
Met “In the Car Outside” krijgt het triest smeulend vlammetje gelukkig een, jammer genoeg luttele, opflakkering. Deze track zou het logische gevolg kunnen zijn van Imploding the Mirage, met een stevig tempo, een leuke mix van gitaren en drums en dan volgt het enthousiasme van Flowers vanzelf. Helaas is dat een eenmalige glimp van spelplezier en worden we al snel terug ondergedompeld in saaie, akoestische gitaarballades waarin de frontman begeleid wordt door een Neil Young-achtige mondharmonica. Op zich allemaal leuk geprobeerd, maar de echtheid ontbreekt, waardoor de sleur er al snel inkomt. Ook Phoebe Bridgers kan het kalf helaas niet redden, al zou “Runaway Horses” helemaal niet misstaan op een plaat van de Amerikaanse zelf.
Hier en daar krijgen we wel wat gouden randjes aan de nummers, zoals de gitaarsolo op “Cody” of de warme, dromerige synths die “In Another Life” overeind houden, maar het zijn slechts druppeltjes op een kokende plaat. De gigantisch lange speelduur van de nummers – gemiddeld zelfs meer dan vijf minuten – komt het geheel dan ook helemaal niet ten goede. Nee, dit is niet de kwaliteit die we van The Killers gewoon zijn, waardoor Pressure Machine overwegend teleurstelt.
Het ding is, we weten niet goed wat de mannen nu zelf proberen te bereiken met het album. De band spreekt van een lockdownproject en een conceptplaat, en meer dan dat lijkt Pressure Machine helaas ook nooit te zullen worden. Nog voor we halverwege het album zijn, zijn we alweer vergeten hoe het begon. ‘Als onze concerten weer worden uitgesteld, mag je binnen vijf maanden de volgende plaat verwachten’, sprak Flowers in de releasecampagne, dus we mogen blij zijn dat de coronasituatie stilletjes aan begint op te klaren. ‘Vroeger te groots, nu te saai… is het dan nooit goed?’, horen we je al denken. Wel, meezingers kunnen altijd, maar met Imploding the Mirage leek The Killers eindelijk de gulden middenweg te hebben gevonden. Laten we daarom hopen dat Pressure Machine slechts een eenmalige misstap is en we binnenkort weer allemaal kunnen meebrullen met herkenbare melodieën.
Ontdek nog meer muziek op onze Spotify.
Doop je pen nog even in azijn, maar leer vooral eerst nog even om normale en grammaticaal correcte zinnen te schrijven. Dit artikel heeft qua Nederlands het niveau van een kind van zes……