Het Gentse Teen Creeps deed er eventjes over om op gang te komen. Debuutrelease EP uit 2014 kwam in eigen beheer uit; de band deed er daarna ruim vier jaar over om een contract bij PIAS te bemachtigen. Gelukkig stelde het eerste volwaardige album, Birthmarks uit 2018, niet teleur. De Gentenaren toonden erop aan dat ze moeiteloos aanstekelijke indierock uit de jaren negentig konden maken. Vooral singles “Sidenote” en “Hindsight” waren heuse knallers die wij nog steeds graag opzetten.
Corona of niet, de band heeft de smaak ondertussen te pakken. Dat betekent dus deze keer geen gat van vier jaar. Gelukkig, want wij kunnen altijd goeie muziek gebruiken. Teen Creeps bouwt op Forever verder op het debuut en verfijnt haar techniek. Het is bijna een cliché: veel groepen perfectioneren op het tweede album hun geluid, vooraleer ze op hun derde nieuwe sonische oorden opzoeken. Zover is Teen Creeps nog niet, en het is dan ook niet erg dat de band hier niet veel nieuwe horizonten opzoekt.
Teen Creeps levert immers nog steeds kwaliteit af, ook al klinkt alles zeer vertrouwd en ligt de invloed van Dinosaur Jr. er nog steeds dik op. Typische Teen Creeps-elementen steken op opener “Seeing Shapes” meteen de kop op: melodieuze zanglijnen met melancholische teksten, ondersteund door een heuse wall of sound. Teen Creeps is een van die bands die er niet voor terugdeinzen de ene fuzzy powerakkoordriff na de andere te spelen, en er mee wegkomen.
Ergens blijft het tienermuziek, zegt een klein irritant deel van ons brein, die wij beu zouden moeten zijn. Toch beluisteren wij deze plaat met veel plezier. Dat heeft te maken met de melancholie en de bezieling waarmee frontman-bassist Bert Vliegen en de rest van de band zich smijten. Het zorgt ervoor dat nummers als “Signal Dream”, “Brothers” en “Hideaway” in ons hart landen. Vliegen schreeuwt in dat laatste nummer trouwens nog eens aangenaam zijn stembanden kapot; iets wat wij altijd toejuichen.
Ondanks het occasionele geschreeuw valt het wel op dat het tempo op deze plaat iets lager ligt dan op het debuut. Dat is niet erg. Variatie is altijd welkom, al dreigt de band op een nummer als “Defender” iets te dicht in de buurt van voornoemde tienerclichés te komen. Vliegen mag erop los schreeuwen zoveel hij wil, maar het redt het nummer nét niet van pathos. De groep herpakt zich op het titelnummer gelukkig meteen. Leuke falsetto daar ook; we zingen het graag kattevals mee.
Afsluiter “Crash/Land” is het langste en kalmste nummer dat de band ooit geschreven heeft en vormt een mooi einde van de plaat. Deze richting mogen de heren van ons zeker verder inslaan. Forever is minder onstuimig en volwassener dan het debuut, wat bij dit soort muziek zowel zijn voor- als nadelen heeft. De band weet het niveau van de eerste plaat desondanks mooi vast te houden. Benieuwd of ze op hun volgende project nieuwe muzikale oorden zullen verkennen.
Ontdek nog meer muziek op onze Spotify.