Op 23 oktober kregen we te horen dat Sigur Rós het afgrijselijke jaar 2020 in schoonheid wou afsluiten met een nieuw album. Is de groep dan terug van weggeweest? Neen, want het gaat niet om nieuw werk. Odin’s Raven Magic ging achttien jaar geleden in première in het Barbican Centre in Londen. Deze liveopname bevindt zich dus tussen het wonderlijke album Ágætis byrjun en het net zo geweldige ( ). Deze keer zingt Jónsi evenwel niet in zijn zelfverzonnen Hooplands, maar in het prachtige IJslands.
Odin’s Raven Magic heeft zijn origine in Hrafnagaldr Óðins, een zeventiende-eeuws mythisch gedicht. Tijdens een groot banket gehouden door de goden van het Walhalla verschijnen onheilspellende tekenen die het einde van de werelden van goden en mensen voorspellen. Sigur Rós, toen nog een kwartet, zorgde in samenwerking met Hilmar Örn Hilmarsson, Steindór Andersen en María Huld Markan Sigfúsdóttir voor een muzikale interpretatie. Erg mysterieus allemaal, maar zet zich dat ook om in zo’n steengoede plaat als we van hen gewoon zijn?
Beginnen doen de IJslanders met het donkere “Prologus”. Met zijn glijdende violen is het een zeer sterke intro, al klinkt het bij momenten iets te klassiek. Er wordt meteen geschetst hoe het album verder zal verlopen. Ons kleine Sigur Rós-hartje gaat er wat sneller van slaan, maar we krijgen wel meteen het gevoel dat dit geen nieuwe Takk… of Valtari zal worden. Meer in de lijn van de langzaam opbouwende composities van weleer liggen “Dvergmál” en “Dagrenning”. Sigur Rós heeft beroep gedaan op heel wat atypische instrumentatie; de groep gebruikt bijvoorbeeld een speciaal voor dit optreden ontworpen marimba. Pas op het einde van “Dagrenning” komen de zware postrockgitaren boven. Niet mis, maar we missen één woordje: finesse.
Het jammere aan heel dit album is dat Jónsi’s stem amper te bewonderen valt. Zijn engelenzang duikt maar een paar keer op, in stukjes van “Spár eða spakmál” en “Stendur æva”, en komt pas in de tweede helft van die laatste echt tot zijn recht. Naar deze vijf minuten heeft elke Sigur Rós-fan jarenlang gehunkerd. We verstaan niets van wat hij zegt, maar elke uithaal uit zijn mond komt zó hard en diep binnen. De opnieuw glijdende violen op de achtergrond doen ons terugdenken aan de echte hoogdagen van de IJslanders. Vaker horen we koorzang, die de muziek prachtig complementeert, maar helaas ook Steindór Andersen, wiens stem geen enkele toegevoegde waarde met zich meebrengt.
We raden de fans vooral aan om deze langspeler te zien als een leuk extraatje, met enkele geweldige uithalen van Jón Þór “Jónsi” Birgisson. Odin’s Raven Magic vormt één mooi geheel, maar mist enige finesse, zoals we bij de uitgave van “Dvergmal” al stelden. Onze conclusie: te weinig Jónsi, te veel Steindór Andersen en perfecte hoeveelheden koorstemmen.
Met alle respect, maar wat een slechte review is hier geschreven zeg. De auteur heeft geen flauw idee waar hij/zij het over heeft. Deze hele review is opgebouwd alsof het een nieuw album van Sigur Rós betreft, maar dat is het overduidelijk niet. Het is een muzikale samenwerking van Sigur Rós met vele anderen. Schrijf de review dan alsjeblieft ook over het muzikale stuk dat het wel is, en niet over een album dat het niet is…
NB. Odin’s Raven Magic is een geweldig muzikaal stuk, wat mij betreft een van de beste neo-klassieke composities ooit geschreven. Zeker het luisteren waard! Ik ben er al meer dan 10 jaar zeer aan gehecht.