Wat houden we van lekkere promoteksten. Die van Goldminds heeft het onder meer over, vrij vertaald, ‘een bom van energie die ruige, zweterige 70s punkrock kanaliseert’ en ook wel ‘Het is alsof iemand een vuile straat onder water gezet heeft en ze toch nog in brand kon steken.’ Dit Australische viertal uit Melbourne ‘doet stof opwaaien’ sinds 2019. Door de coronacrisis ‘draaien ze rondjes in hun kooi als een uitgehongerde leeuw die uitkijkt naar zijn eerste brok vlees in maanden.’ We houden van dit soort teksten omdat ze onze job zoveel makkelijker maken. We moeten namelijk gewoon luisteren en checken of de tekst klopt met wat we gehoord hebben. In dit geval is de conclusie: nee.
“Deadwood” begint al met een doodzonde. De openingsriff kanaliseert de seventies net iets teveel: het lijkt wel de tweede helft van de riff van “Whole Lotta Love”. De niet-spannende helft. De bas en de sleazy klinkende drums vallen in met een simpele beat, zangeres Courtney Constantinou klinkt wat distorted door de echo op haar stem. Bij wijze van uitsmijter trekt zich de laatste 45 seconden een noisefest van beukende drums en gitaarfeedback op gang. Ruig? Zweterig? Vuil? In theorie wel, ja. Vormelijk klopt het hele plaatje als een bus, maar de inhoud ontbreekt. Zowel ‘ruig’, ‘zweterig’ als ‘vuil’ zijn namelijk een attitude, geen productietechniek. Verder gaan we vannacht wakker liggen van de vraag ‘Hoe kan je nu in godsnaam “Whole Lotta Love” rippen?’
Omdat we in essentie minzame beren zijn, hebben we ook de andere nummertjes van Goldminds aan ons kritische oor onderworpen. Royal Blood schoot ons daarbij heel even door het hoofd, gevolgd door The Hives en – toeval bestaat niet – het eveneens Australische Jet (Jet? Dat zijn deze jongens). De conclusie blijft: nee. Beter willen doen dan seventies rock ‘n’ roll zou gewoon wettelijk verboden moeten worden. Het is onmogelijk en levert alleen maar pijnlijke resultaten op. Greta Van Fleet, anyone?
Ontdek nog meer fijne muziek op onze Spotify