OPROER klinkt strakker en vuiler dan ooit. De Aalsterse band bouwde de voorbije jaren aan hun repertoire en livereputatie, een vruchtbaar proces waarvan de resultaten nu duidelijk te zien zijn. Negen singles werden opgenomen, vier daarvan al vrijgegeven op evenveel maanden tijd. De eerste drie deden ons al watertandend uitkijken naar de rest, “To the Bone” doet daar nog een schepje bovenop.
OPROER is geen band van lange intro’s. Zonder veel boe of ba zet frontman Dries van der Schueren de eerste verse in, bijgestaan door een smerige gitaarriff, waarvan OPROER perfect hun handelsmerk kan maken. Begeleid door een strakke ritmesectie en af en toe onderbroken door percussiestukjes rapt Dries zich door het nummer. De dronende synths maken het nummer net dat tikkeltje voller, terwijl gitarist Tijl De Vis zijn vuile gitaarriffs afwisselt met iele, ietwat Oosterse invloeden. Een gewaagde combo, maar wel een steengoede.
Het jong vijftal gaat met “To the Bone” verder waar ze eindigden met “Get Get Get“. Ze gaan meer de raprocktour op, maar zonder hun eigen hardverdiende identiteit te verliezen. OPROER toont zich steeds matuurder, en steeds meer klaar voor de grote podia. Uitkijken naar wat de volgende vijf singles voor ons in petto hebben.