Een stralende woensdagmiddag vol gevestigde en boomende waarden uit het Belgische en internationale jazzlandschap die al eens wat durven aanschurken tegen de pop-rockwereld. Dat had Gent Jazz voor het publiek in petto op de derde dag. Met meer dan tien acts op één dag die je – zonder overlappingen – kunt meepikken, moet je als act proberen op te vallen.
Blick Bassy @ Main Stage
Rustig rondtikken zat er bij Makaya McCraven ook niet aan te komen. De zoon van de Amerikaanse jazzdrummer Steve McCraven, heeft het drumbloed duidelijk in de genen zitten. Tijdens zijn set werden we letterlijk omver geblazen. Enerzijds door de intensiteit waarmee hij zijn cimbalen liet zweten, anderzijds door de kracht en het vuur waar de andere bandleden, waaronder Irven Piece op tenor, mee speelden. De entertainende sound, sloeg meermaals bruggen met andere genres zoals hiphop. De drums van McCraven bleven als een paal boven water staan. Wat een snelheid en dynamiek kreeg deze man toch uit zijn ledematen geschud. De vier andere bandleden moesten zich reppen om tijdens nummers als “There Comes a Time”, oorspronkelijk van Tony Williams, de drummer van voldoende tegengewicht te voorzien.
PAARD. @ Garden Stage
PAARD. mocht vervolgens niet in de gang, maar wel op de Garden Stage komen aandraven. Het jonge veulen is een van de leukste nieuwigheden in de Vlaamse jazzwereld, maar heeft ook de potentie om de jumping-lat voor zichzelf nog hoger te leggen. Op Gent Jazz konden de speelgoedpaardjes evenwel niet ontbreken. Hoewel de set erg fris en entertainend klonk, dartelde het Vulfpeck-ponygevaar soms ook wat richting donkere, vettige nachtmerries. Dit zorgde enerzijds voor leuke dynamiek, maar maakte het moeilijk om een bepaalde ‘stempel’ op hun paardenkop te plakken. PAARD. mist misschien nog wat een muzikale smoel, maar qua amusementswaarde bokt PAARD. zich zeker richting een vaste plek in de jazzmanege.
Moses Boyd Exodus @ Main Stage
Waar de ‘exodus’ in de naam van Moses Boyd Exodus vandaan komt, we hebben er het raden naar. De act wist namelijk vlotjes het hoofdpodium te vullen. De Britse drummer groeide op met zowel Tony Allen als grime, en hij werkte intussen niet alleen samen met onder andere Sons of Kemet en Four Tet. Ook deze set zat volgestouwd met cross-overvibes. Net als bij McCraven eerder op de dag. In tegenstelling tot hem, speelt Moses Boyd het – letterlijk – wat rustiger. Een vurige set, die naar het einde toe wel licht moest inboeten aan intensiteit, maar Moses Boyd Exodus overtuigde, dat zeker.
H A S T @ Garden Stage
H A S T rijgt de positieve reviews voor hun debuutalbum Elegy aan elkaar. Maar tracks op plaat en live horen, dat blijft een verschil. Alhoewel, ook live wist H A S T dubbel en dik te overtuigen. Het gezelschap sleurde en trok het jazzbegrip naar haar uiterste vormen. Een track als “Op Ieder Potje Past Een Dekseltje” was daar mogelijks het beste voorbeeld van. Hierop gingen overstuurde elektrische gitaren in conflict met een uit de kluiten gewassen dubbele bas, drum en sax. Is het rock? Is het jazz? Het viel bovenal live erg te pruimen. Mits er visueel ook wat extra dynamiek in hun set sloop, achten we H A S T zeker in staat ook op de meer poprock-festivals een publiek te kunnen pleasen. De strakke set liep jammer genoeg wat ongemakkelijk ten einde door er nog een extra track aan te breien. Altijd moeilijk om een vertrekkend publiek terug op hun kont te doen zitten.
James Holden & The Animal Spirits @ Main Stage
De meest on-jazzy naam op de bill, James Holden & The Animal Spirits, was muzikaal wel de meest kleurrijke van de dag. De wrede mix van oriëntaals getjingel en extatische beats kreeg meteen een significant deel van de tentbevolking aan het dansen. Significant deel, inderdaad, want een wild dansfeest – zoals velen mogelijks voordien verwacht hadden – werd het niet. Daarvoor knisperde het muzikaal wat te veel richting een psychedelische trip in plaats van de beats los in onze smoel te gooien. Te intellectuele muziek kan mogelijks wel de detaillisten plezieren, maar festivalsets in de vroege avond krijg je eerder van de grond met wat toegankelijker luisterlawaai. Zijn we teleurgesteld na James Holden & TAS? Zeker niet, de analoge maestro aan het werk zien, terwijl andere bandleden perfect zijn muzikale schetsen inkleurden, was een belevenis op zich.
Steiger @ Garden Stage
Steiger had daarentegen niet als doel om iedereen te doen dansen, maar liet andere facetten van het brede jazzgamma op ons los. Het trio speelde een rustige, maar mooie show, die geleidelijk aan opbouwde tot een sterk slotakkoord. Hoewel het aanvankelijk een rustig concert zou gaan worden, bleef het publiek aandachtig luisteren. Bij Steiger zat de balans tussen artistieke vrijheid en strakke muzikaliteit gisteren namelijk meer dan goed ineen, een zachte streling voor het oor. Ook schuwden ze alle nonchalante bindteksten, en bleef het bij een strak afgelijnde introductie, zo horen en zien we het graag.
Mulatu Astatke @ Main Stage
We geloven graag dat Mulatu Astatke een grote naam is binnen de jazzwereld, en dat was duidelijk een nagenoeg volgelopen hoofdtent ook niet ontgaan. Toch kon de grootvader van de ethio-jazz onze geboeidheid niet bij de lurven vatten. Saai kunnen we het niet noemen, maar op geen enkel vlak kon Astatke zijn gezelschap evenaren aan de emotionele bochten waarin de rest van de line up ons doorheen de dag geplooid had. Aangename luisterjazz waarop je al eens de heupen kunt losgooien, maar vraag ons binnen enkele weken niet meer wat we ervan vonden, want hoogstwaarschijnlijk zijn we het dan al vergeten.
Commander Spoon @ Garden Stage
Ook buiten de stadsgrenzen van Gent valt er jazz te sprokkelen, zo belandde het Brusselse Commander Spoon op de affiche. De band begon erg smooth aan hun set. Met hun makkelijk te verteren jazz zijn ze een mooi voorbeeld van hoe er binnen jazz een enorme reikwijdte bestaat tussen toegankelijk en onnoemelijk complex. Commander Spoon hoort thuis binnen het eerste segment, maar hun muziek afdoen als ‘gemakkelijk’ zou het oneer aandoen. Het is des te indrukwekkend hoe ze jazz transformeren tot een hapklare brok, waarin iets meer rock-getinte tracks en iets chillere, propere jazztunes elkaar vlotjes afwisselden. Dit maakt van Commander Spoon mogelijks dé band die zowel de gevestigde jazzliefhebber als mensen die voor het eerst toenadering zoeken tot het genre zal weten te verzoenen. Het charmante Nederlands van de band verdient trouwens een extra pluim in hun gat.
STUFF. @ Main Stage
Tijd voor dé headliner van de avond, STUFF. Een tijdje geleden zette het (allez, een van de) collectief rond Lander Gyselinck een krabbel onder een platencontract bij het Londense Gondwana Records. Inderdaad, het label van jazz-toppers als GoGo Penguin, wat er al op wijst dat STUFF. al lang geen klein groepje meer is binnen het milieu. Ook op Gent Jazz had het publiek dat duidelijk in de smiezen. Even voor de band aan hun concert begon, was het al over de koppen lopen.
De setting was in ieder geval al erg impressionant, zonder dat de band nog maar het podium had betreden, waanden we ons op Rock Werchter in afwachting van een klassevolle indieband. Een nette podium-opdeling, een twaalftal reflecterende panelen, waarop later blauw en rood licht als noodsignalen zouden reflecteren. Ja, STUFF. had alles goed doordacht. Wanneer het vijftal het podium betrad, kregen ze meteen een groot aanmoedigend applaus. Headliner? Headliner! Wat er volgde hadden we niet voor mogelijk geacht. Ruim een uur lang pompten ze track na track op ons af, en ontketende er zich in de tent een groot feest. Tracks die we kenden van op hun platen en liveoptredens van een tijd terug klonken nu vele malen voller en van een nog hoger niveau. Essentiële tracks als “Strata” kwamen helemaal tot leven. In ruil voor wat van de verfijning op plaat, kregen we een arrangement dat neigde naar een elektronische wall of sound.
Naarmate de set vorderde sloop er hier en daar ook wat muzikaal, intellectueel geflikflooi door de luidsprekers. Gyselinck is een speelvogel die weliswaar de touwtjes perfect in handen weet te houden. Naar het einde van de set toe bereikten we weliswaar ons saturatiepunt. Er volgde vanuit het publiek een onmogelijk te negeren smeekbede om meer, en meer kregen we onder andere met het gebruik van de vettige sample uit “Get Ur Freak On”. Dat ze over tijd gingen door er nog een extra track aan te breien zal het publiek hen weliswaar vergeven, en toch voelde deze finale track wat als de track te veel. Toch valt er niet aan te twijfelen dat STUFF. de terechte headliner op deze jazz-not-so-jazzdag was. Maakt iemand de pagina ‘STUFF. is een band om trots op te zijn’ aan?
MDC III @ Garden Stage
Met moegestreden dansbenen baande het publiek zich een weg naar de uitgang. Nabijgelegen speelde MDC III nog een afsluitende set op de Garden Stage. De groep is aan een sterke opmars bezig in binnen- en buitenland en net zoals H A S T als STUFF. is de pers keer op keer onder de indruk. Ook wij moesten er een tijd geleden al aan geloven. In kader van deze show lanceerde MDC III een nieuwe single. De timing om MDC III te plaatsen, was dan wel ideaal – de frisse nacht gecombineerd met de mystieke kant ervan – zat de band als gegoten.
Maar na de duizelingwekkende vaart die STUFF. door de oren pompte, is een plotse confrontatie met ambient een enorme te overbruggen kloof. De constante passage van mensen die huiswaarts gingen, bemoeilijkte de zaak om aanvankelijk opgeslorpt te worden door saxsjamaan Matthias De Craene en zijn drummers. Desalniettemin viel er de groep zelf hiervoor niets aan te rekenen. Ze klinken steeds beter, steeds vernuftiger. Kortom, we raden ze steeds meer aan. De blijvers hebben gelijk gekregen, want met tracks als “Killer Sushi”, een wolk podiummist en hun typerende rode belichting, werd een ideale pre-slaaproes prachtig mooi in gang getrapt.
Drie juli werd aangekondigd als een topdag voor de liefhebbers van Belgische jazz, maar evenwel werd deze dag een hoogdag voor de liefhebbers van alles wat naar cross-overs ruikt. Deze kruisbestuivingen hebben een tuin vol bloeiend jazztalent gezaaid, anno 2019 is het duidelijk tijd om te beginnen oogsten.