© CPU – Mathias Verschueren
De beste bandnamen zijn vaak geen doordachte constructies, maar een spontane inval die op het juiste moment blijft hangen. Zo ook bij The Devil Wears Prada, al bleek die spontane ingeving achteraf gezien niet helemaal te kloppen. De bandleden stonden allemaal achter een bepaald antimaterialistisch gedachtegoed, waarvan ze dachten dat het gelijknamige boek dezelfde boodschap met zich meedroeg, maar ze ontdekten pas later dat dat verhaal totaal ergens anders over ging. Toch besloten de Amerikanen om de naam te omarmen en zijn ze samen inmiddels al aan het twintigste rondje rond de zon bezig. Uitgezongen is de metalcoregroep echter totaal nog niet: ze blijft stevig doorbouwen aan het repertoire en de sterke livereputatie. Dat bewees ze gisteravond wel in Trix, waar ze samen met nog drie anderen een uitverkochte clubzaal mocht dienen.
Het verkeer binnen de grenzen van Antwerpen zal nooit onze vriend worden. Ook gisterenavond was het raak, toen we wat aan de late kant de parking van Trix betraden en pas halverwege de set van opener Senna binnenliepen. Echt veel hadden we echter niet gemist als we de reacties peilden en ook in de vijftien minuten dat we de Duitsers aan het werk zagen, wisten ze ons niet volledig te overtuigen. Nummers als “High Note” en “Drunk Dial Anthem” vinden we op de streamingdiensten nog best tof, maar de vertaalslag naar het podium was maar tammetjes. Senna scoorde net een voldoende en daarmee was alles wel gezegd, want echt los ging het niet.
© CPU – Mathias Verschueren
Waar het echter wel losging, was bij Ocean Grove. Door de persoonlijke problemen bij supportact SeeYouSpaceCowboy…, werd de groep uit Australië net voor de tour ingevlogen en mocht het zo ook gisterenavond in Trix aantreden. Dat deed het met succes, aangezien we zelden zien dat de tweede band van de avond al snel het volledige publiek achter zich krijgt. Wat meehielp was de kwaliteit die de groep bracht, want dat niveau was vanaf opener “Fly Away” meteen hoog. Als een zot geworden maniak vloog frontman Dale Tanner over het podium en zijn enthousiasme werkte aanstekelijk, want het publiek liet zich gewillig meeslepen in de chaos. Er werd gemosht, gesprongen en luidkeels meegezongen, maar het meest memorabele moment kwam tijdens “LAST DANCE”, toen de zaal werd verlicht door een zee van telefoonlampjes. Normaal iets wat enkel het hoofdprogramma lukt, maar toch flikte Ocean Grove het.
Ook Kingdom of Giants was solide en mocht net voor de headliner het publiek nog wat opwarmen. Met loepzuivere cleans en een ijzersterke sound eiste de groep moeiteloos zijn plek op en kende het nauwelijks zwakke momenten. De balans tussen brute kracht en melodie zat goed, waardoor zowel de harde breakdowns als de meeslepende refreinen zijn impact hadden. Het publiek, dat inmiddels volledig ontdooid was, liet zich volledig gaan op de stevige tonen van “Bleach” en “Smoke”, waarbij we ook meteen de eerste crowdsurfers van de avond zagen. Echter was er geen security te vinden, dus was het aan frontman Dana Willax zelf om de over het publiek rollende fans op te vangen, en dat zonder een noot te missen. “Wayfinder”, toch wel een van de grootste klappers uit het arsenaal, vond eveneens zijn weg richting het podium en liet de clubzaal nog een laatste keer ontploffen, waarbij de combinatie van meezingbare melodieën en loodzware riffs het publiek tot de laatste seconde in beweging hield.
© CPU – Mathias Verschueren
Vanaf klokslag twintig over negen bewees The Devil Wears Prada waarom het al jaren tot de top van de metalcore behoort. Het zestal uit Dayton, Ohio gooide er vanaf de eerste noot van “Mammoth” vol de beuk in, waarbij het publiek al meteen in een houdgreep werd gehouden. Nummers als “Watchtower” en “Danger: Wildman” zorgden voor een explosieve sfeer in de zaal, die alleen maar aanzwol naarmate de show vorderde. De energie in de zaal steeg met de minuut en ook op het podium werd dit weerspiegeld, al ging dat niet zonder slag of stoot: op een ongelukkig moment maakte een van de gitaristen een flinke faceplant vanaf de verhoging aan de achterkant van het podium. ‘De persoon die net viel leek wel heel erg op mij’, schalde hij vervolgens in de microfoon en hij probeerde zijn blunder weg te lachen, terwijl hij zijn gitaar weer stevig in de hand nam en onverstoorbaar verder speelde.
Strak spelen deed The Devil Wears Prada eigenlijk de gehele avond. De band, aangevoerd door frontman Mike Hranica, hield zowel vocaal als instrumentaal de touwtjes stevig in handen, terwijl het publiek zich volledig liet meeslepen in muzikale geluidsmuur. “Salt” en “Ritual”, toch wel twee favorieten van de aanwezige fans, werden luidkeels meegezongen en dreven de energie in de zaal tot een kookpunt, waarbij de moshers in het publiek stevig los gingen. Halverwege de show kwam er nog een verrassing uit de hoge hoed toen materiaalman Juan Pardo, normaal zanger bij hardcoreband Lower Heaven, het podium betrad om een stuk mee te schreeuwen tijdens “Termination”. Dat deed hij met zoveel overtuiging, dat de bassist van dienst het zo warm kreeg en maar besloot de rest van de show in een marcelleke te spelen.
© CPU – Mathias Verschueren
Tijdens Ocean Grove kwamen de telefoonlampjes al tevoorschijn, maar ook bij The Devil Wears Prada was het raak. Dit keer was het echter op nog grotere schaal, wat een bijna magisch contrast vormde met de brute metalcoresound die de groep bracht. Vooral tijdens “Chemical” en “Sacrifice” voelde het alsof The Devil Wears Prada de volledige controle over het publiek had, met loodzware riffs en beukende drums die door de zaal dreunden. De intense sfeer bouwde perfect op naar de afsluiter “Hey John, What’s Your Name Again?”, een klassieker die nog een laatste keer alle remmen deed losgooien. Met furieuze breakdowns, een uitzinnig publiek en een band die ondanks kleine tegenslagen onverstoorbaar bleef doorgaan, werd de avond in stijl afgesloten.
Waar sommige bands na al die jaren tekenen van slijtage beginnen te vertonen, bewees The Devil Wears Prada dat het nog steeds hongerig is en moeiteloos een zaal kan platspelen. Wij gingen nog wat nagenieten tijdens de Emo Night, waar we op de tonen van Enter Shikari, Slipknot en Papa Roach de laatste restjes aan energie opmaakten, om vervolgens de inmiddels volgende dag Trix te verlaten met schorre kelen en vermoeide benen.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!
Setlist:
Mammoth
Watchtower
Danger: Wildman
Born to Lose
Salt
Broken
Ritual
Reasons
Noise
Termination
Escape
Dez Moines
Chemical
Sacrifice
Hey John, What’s Your Name Again?