Vrouwen met gitaren en dotjes; Marie Van Uytvanck en Amber Piddington vormen samen de indiepopgroep Kids With Buns. Op het podium: twee stoere grieten die naar eigen zeggen ‘maar iets doen’ en onmogelijk kunnen stilstaan. Achter de schermen: de gezelligste en spontaanste babbelaars, heerlijk down-to-earth. Sinds ze in 2021 De Nieuwe Lichting van Studio Brussel wonnen, veroveren de dames steeds meer concertzalen en festivalpodia. Vorig jaar brachten ze hun debuutplaat out of place uit, en die viel flink in de smaak. Sindsdien maakte het duo ook in Nederland en Duitsland naam, maar zelfs in ons eigen Belgenlandje leren we Kids With Buns steeds beter kennen. Zo spraken wij met hen over het naderende einde van de tour, hun deelname aan Liefde Voor Muziek en een eerbetoon aan Gorki alias Luc De Vos.
Jullie naderen steeds dichter het einde van de tour van jullie debuutplaat out of place. Hoe kijken jullie daarop terug?
Marie: Waanzin, hè. Ik denk dat we nooit hadden durven dromen dat een eerste album zo goed ontvangen zou worden.
Amber: Of zelfs eender welk album.
Marie: De optredens zijn zowel in België als in Nederland megazot geweest. We hebben een AB mogen doen, we hebben zo goed als heel Nederland gezien en superzotte shows mogen spelen deze zomer. Ik vond het allemaal zo fijn om te doen.
Amber: Het is heel snel gegaan op vijf jaar tijd, waardoor we altijd aan het werk waren en nooit echt op adem kwamen. Het plan was om na de eerste plaat even een adempauze te nemen en dan terug te beginnen schrijven, maar we hebben deze zomer superveel muziek geschreven. Het grappige is dat we vorige week nog een babbeltje hadden met ons management en ons toen afvroegen: ‘Waar is die pauze nu naartoe?’
Welke emoties brengt het afsluiten van zo’n groot project met zich mee voor jullie?
Marie: In het begin is het heel spannend om met al die nieuwe nummers op het podium te kruipen, maar op den duur wordt dat een routine. Nu voelt het eerder als: ‘Het is al bijna gedaan, hoe kan dit nu al voorbij zijn?!’
Amber: Dat voelt echt raar, want deze nummers hebben we intussen zo vaak gespeeld. Langs de andere kant ga ik ook wel blij zijn als we eens iets nieuws kunnen spelen, want een setlist kan maar een beperkt aantal vormen aannemen.
Welk moment van de tour is jullie het meeste bijgebleven?
Marie: Het Depot in Leuven was een van mijn favorieten. We hadden daar zo’n volle zaal niet verwacht.
Amber: De Handelbeurs in Gent, denk ik. Of onze eerste moshpit ooit in Dresden in Duitsland tijdens ons laatste nummer; het Duitse publiek is echt wild!
Stel je moet kiezen: altijd in een klein zaaltje spelen waar iedere persoon elke tekst luidkeels meebrult, of altijd op een groot podium staan waarbij het halve publiek jullie mogelijks niet eens kent en ‘eens komt kijken’?
Amber: Je kan over beide iets zeggen. Je krijgt zo veel dopamine van die kleine zalen als je mensen ziet meezingen, zoals bijvoorbeeld bij “bathroom floor” in De Vooruit in 2022. Dat was echt zot! Ik had nog nooit eerder in mijn leven zo’n moment gehad waarop ik dacht: ‘Dit had ik nooit gedacht dat zou kunnen gebeuren’, maar het heeft natuurlijk ook echt iets om mensen te moeten overtuigen, want het is niet leuk als het simpel is.
Marie: Dat is allebei leuk op een andere manier. Op Pukkelpop bijvoorbeeld kan je mensen zien die goede muziek ontdekken. Je ziet letterlijk hoe iemand die je niet kent (hopelijk) enthousiast wordt naar het einde van de show toe.
Amber: Wij staan vaak nog op plaatsen, zoals bijvoorbeeld Maanrock, waar veel mensen in het publiek ons niet kennen. Er is dan altijd een risico dat mensen niet met je muziek klikken, maar als ze daar wél mee klikken, besef je waar je het voor doet.
Hebben jullie een vaste routine voor elk optreden?
Beide: Panikeren. (lachen)
Marie: We hebben eigenlijk niet echt een ritueel, we doen maar wat eigenlijk.
Amber: Marie heeft wel een boekje waarin haar to-do’s staan voor de show zoals dampen, opwarmen en pipi doen.
Marie: Dat helpt mij. (lacht) Maar de laatste tijd gebruik ik het wel niet zo veel meer, omdat dat op de duur ook routine wordt.
Wat staat er op de planning na de tour?
Marie: We kunnen nog niet zeggen wat, maar er zitten nog veel coole dingen aan te komen!
Jullie hebben al eerder gezegd dat veel fans na de show naar jullie toe komen om verhalen te delen over onder andere homofobie en hoe jullie muziek hen ondersteunt. Hoe raken zulke momenten jullie na een optreden?
Marie: Dat is onbeschrijflijk. Dat is iets wat niet went. Het blijft mij elke keer opnieuw verbazen dat een song die wij in onze kamer zaten te schrijven opeens zijn eigen leven begint te leiden en mensen kan helpen. Ik snap soms niet goed hoe dat kan, maar dat is fantastisch. Voor ons is het ook maar gewoon therapie en een uitlaatklep om met onze eigen emoties om te gaan. We hebben er wel bewust voor gekozen om onze geaardheid en wie we zijn niet weg te steken, omdat we vroeger zelf behoefte hadden aan die rolmodellen.
Amber: Bij shows in België staan we soms twee uur lang nog aan de merch te praten met fans en verliezen we de tijd dan uit het oog. Ik ben me heel bewust van het feit dat die mensen de reden zijn dat wij nu onze droom aan het leven zijn. Je wilt dan veel teruggeven, maar op den duur gaat dat niet meer en daar heb ik het wel moeilijk mee.
Marie: Alle fans zijn fantastisch, dus ik vind het moeilijk om te denken dat we het op een bepaald punt niet meer gebolwerkt krijgen om ze allemaal te spreken. Het zal een grotere challenge worden, maar we gaan dat wel nog steeds zo veel mogelijk proberen doen.
Amber: We gaan er alleszins niet mee stoppen na de shows, dat zeker niet.
Hadden jullie er veel moeite mee om jullie zelf erg bloot te moeten stellen, zodat het anderen in gelijkaardige situaties kon helpen?
Marie: Waar ik het wel moeilijk mee had, is dat wij soms heel snel worden bestempeld als ‘de lesbiennes die constant over LGBTQ moeten praten’, terwijl mensen ons gewoon altijd uitnodigen als het over dat onderwerp gaat. Dat lijkt dan alsof het onze hele persoonlijkheid is, maar we zijn meer dan dat alleen.
Amber: Ik vind het jammer dat wanneer iemand uit de kast wil komen, dat nog steeds plots een persoonlijkheidskenmerk van die persoon wordt. Als er iemand hetero is, gaan we daar toch ook geen big deal van maken?
Marie: De nadelen die wij ervan ervaren zijn natuurlijk verwaarloosbaar tegenover de voordelen ervan. Als je er mensen mee kan helpen, waarom niet? Ik merk ook dat het mij steeds minder uitmaakt wat mensen zeggen. Vroeger kon ik me er echt mee bezig houden om alles te lezen wat ze schreven, maar mensen zullen altijd wel iets vinden.
Zou het kunnen dat jullie op dat vlak zo sterk geviseerd worden, omdat jullie een van de weinige rolmodellen van de LGBTQ-community in België zijn?
Amber: Dat denk ik wel. Ik vind het feit dat wij zo vaak opgebeld of gevraagd worden als het over een queer gerelateerd nieuwsthema gaat erg, omdat ik dan denk: ‘Het kan toch niet dat wij de enigen zijn?!’ Ergens moeten we er ook over blijven praten om het punt te bereiken waarop het duidelijk kan zijn dat wij ook maar gewoon twee meiden zijn die toevallig niet hetero zijn.
Marie: Het is soms een moeilijke balans om te vinden. Je wil het langs de ene kant niet laten overkomen dat het allemaal zwaar is, maar langs de andere kant wil je ook niet relativeren dat er nog steeds problemen met acceptatie zijn.
Enkele weken geleden kregen we te horen dat jullie een van de zeven artiesten in het nieuwe seizoen van Liefde voor Muziek zijn. Wat was jullie eerste reactie toen jullie werden opgebeld met de vraag om deel te nemen aan het programma?
Marie: ‘Hebben jullie de verkeerde band gebeld? Het is Kids With Buns, hè! Zijn jullie zeker?’ (lacht) Er kwamen wel wat positieve reacties op. Ik zag enkele comments zoals: ‘Allez, ik ga dan eens naar Liefde Voor Muziek kijken.’
Zijn er artiesten die jullie door het programma op een andere manier hebben leren kennen?
Marie: Allemaal! Die reis heeft me echt geïnspireerd.
Amber: Het is eigenlijk een heel hechte groep geworden, ondanks het leeftijdsverschil. Ik was de jongste, Maksim is een jaar ouder dan Marie en dan was degene daarna onmiddellijk 47. Ik dacht: ‘Oei, gaat dat niet raar zijn?’, maar eigenlijk totaal niet.
Uiteindelijk delen jullie allemaal dezelfde passie.
Marie: Dat is echt zo waar. Doordat je samen in dat avontuur wordt gesmeten, word je heel snel een hechte groep. Ik had dat totaal niet verwacht, want ik was er naartoe gegaan zonder verwachtingen. We hadden erna echt een zwart gat. Je hebt daar drie maanden naar toe gewerkt, dag in dag uit. Dat zijn ineens ook zeven nieuwe nummers die je live moet spelen.
Amber: Ja, dat klinkt heel melig, maar dan denk ik: ‘Wij maken allemaal wel muziek, maar dat wil niet zeggen dat wij overeen gaan komen.’ Maar dat was dus wel echt het geval. Toen het gedaan was, zeiden we allebei: ‘Zeg, zo jammer dat we al terug naar huis moeten.’
Marie: Ik ben eigenlijk ook heel benieuwd om te horen wat we allemaal gezegd hebben, want ik ben dat al vergeten. (lacht) Op dag één kan je nog goed nadenken over wat je zegt, maar vanaf dag twee laat je dat volledig los en ben je jezelf met continu camera’s op je gericht, dus ik ben heel benieuwd wat dat gaat geven.
Hoe voelde het om jullie eigen muziek door andere Vlaamse artiesten geïnterpreteerd te zien worden?
Amber: Dat is echt zot om daar in de zetel te zitten en opeens je idolen je eigen songteksten te zien zingen. Ik weet nog dat toen we net te weten kwamen wie de andere artiesten waren, we bij mijn thuis zaten en nummers van anderen aan het beluisteren waren, en tegen elkaar zeiden: ‘Hooverphonic is waarschijnlijk naar onze muziek aan het luisteren nu!’
Als we verder naar andere Vlaamse Artiesten kijken… Jullie brachten een cover uit van “Geef Al je Geld Aan De Arme Kinderen” van Gorki, die verscheen op het tribute album VOS. En op 5 december treden jullie ook op op het VOS-concert in de Lotto Arena. Waar komt jullie liefde voor Gorki vandaan?
Marie: Ik ben daar superhard mee opgegroeid. Ik hou heel veel van kleinkunst en wat er in België gemaakt is. Nederlandstalige muziek zoals die van Kris De Bruyne en Raymond van het Groenewoud kan ik zeker appreciëren, maar Gorki is altijd mijn favoriet geweest. Ik weet nog waar ik was op het moment dat ons managementteam ons belde met de vraag om mee te doen en in mijn brein ging er gewoon af: ‘Fuck, ik ga één nummer moeten kiezen!’
Ik had superveel keuzestress, omdat ik zoveel nummers van Gorki mooi vind. Wat ik zo apprecieer aan Luc De Vos is dat alles wat hij maakt simpel klinkt, maar tegelijk ook zó moeilijk is. Zijn muziek is doordacht, er zit zoveel emotie en gevoel in. Hij zingt technisch zeker niet perfect, maar ik hou ervan. Voor mij is het allerbelangrijkste in muziek dat ik iets voel als ik ernaar luister, en dat heb ik heel hard bij alles wat Luc De Vos heeft gemaakt.
Amber: Mijn papa is Engelstalig en ik heb muziek vooral van hem meegekregen, dus ik luister niet veel Nederlandstalige muziek. Behalve van De Mens! (lacht) Ik heb dat altijd geapprecieerd als vakmanschap; wees maar eens Luc De Vos van Gorki, dat is een beetje de Bob Dylan van België. Ik was dus gewoon van: ‘Marie, kies maar een nummer.’
Welke reacties hebben jullie tot nu toe gekregen op jullie versie van het nummer?
Marie: Ineens werd het nummer veel gedraaid door Radio 1. Dat hadden we niet verwacht, want het is natuurlijk nog steeds een cover.
Amber: We hebben het actueler gemaakt, omdat de eerste demo werd opgenomen net nadat Israël in Gaza was binnengevallen. We konden dat nummer echt niet brengen zonder daar iets over te zeggen. We hebben wel even getwijfeld aangezien het nummer pas in december ging uitkomen, maar de oorlog is uiteindelijk enkel erger geworden sindsdien.
Marie: Ik weet nog dat Amber naar mij kwam toen we dat nummer hadden gekozen en zei: ‘Marie, heb je die tekst al eens écht gelezen? We kunnen dat niet negeren, hè.’ Mijn frank was eerst nog niet gevallen, omdat ik dat nummer al jaren ken. Toen waren we eens iets aan het proberen en opeens hadden we een actuele variatie op een strofe geschreven.
Amber: De eerste keer dat we het nummer speelden, was in de Buzz op Pukkelpop. Toen hebben we daar kort iets over gezegd en achteraf heb ik een traantje gelaten over de reactie van de mensen daar. Dat was een heel intens moment om op een festival zoals Pukkelpop even te zien dat mensen supermeelevend waren.
Marie: Ik voelde dat moment ook keihard binnenkomen. We hadden gevraagd aan iedereen om het zinnetje ‘We willen niets en we hebben niets’ mee te zingen, en ik bibberde echt. Ik had echt het gevoel: ‘Wat we nu doen… We voelen allemaal samen dat het niet goed gaat met de wereld en dat we daar mee inzitten’, en dat is ergens heel mooi. We hopen om datzelfde gevoel als in de Buzz te ervaren in de Lotto Arena.
Kids With Buns speelt dit najaar nog enkele shows in België, waaronder Jeugdcentrum de Bilding in Bilzen op 16 november, De Roma te Antwerpen op 27 november en Wilde Westen in Kortrijk op 12 december. Op 5 december treden ze op op het VOS-concert in de Lotto Arena. Tickets zijn verkrijgbaar via hun site.