In 2017 leek het alsof er een nieuwe superster was geboren in de vorm van SZA. Tijdens de zomer van dat jaar bracht de Amerikaanse haar debuutalbum CTRL uit, waarmee ze flink furore maakte. De plaat was een wonderschone, eerlijke weergave van het leven van de hedendaagse, jonge, zwarte vrouw en een kwetsbare exploratie van haar onzekerheden. Solána Rowe — zoals ze echt heet — was erin geslaagd een praktisch perfect, samenhangend verhaal te brengen en gaf anderen hiermee het gevoel begrepen te worden. CTRL belandde dat jaar op de eindejaarslijstjes van vrijwel ieder gerenommeerde muziekpublicatie en werd door sommigen zelfs uitgeroepen tot een van de beste debuutplaten van het afgelopen decennium.
In de daaropvolgende jaren viel het een beetje stil rondom de singer-songwriter. We kregen hier en daar wat losse singles en samenwerkingen, zoals dat catchy “Kiss Me More” met Doja Cat, maar een opvolger voor CTRL bleef uit. Hoewel Rowe op een gegeven moment suggereerde dat haar label de release van die langverwachte tweede tegenhield, was de schuldige vooral haar eigen desillusie die ontstond door haar plotselinge faam. Haar vorige langspeler lanceerde SZA in een klap naar de eenzame toppen van beroemdheid, waar oprechtheid en privacy zeldzaamheden zijn en de verwachtingen torenhoog. Volgens zichzelf is het een wereld waar ze simpelweg niet voor gemaakt is. Toen ze onlangs aankondigde dat haar tweede album er écht aan zat te komen, zei ze dus ook dat SOS meteen haar laatste zou zijn. Deze is nu –– meer dan vijf jaar sinds de release van CTRL –– dan éindelijk de wereld ingebracht.
SZA’s doel voor SOS was om haar beste album ooit te maken. Dat is dit niet. Met 23 nummers op de teller die niet allemaal even goed zijn, voelt het alsof ze is verdronken in haar eigen ambitie om zichzelf te overtreffen en de vloek van dat moeilijke tweede album te doorbreken. CTRL vertelde een duidelijk verhaal terwijl SOS een beetje all over the place is. Wanneer deze langspeler sterk is, is het ijzersterk, maar het gebeurt naar ons gevoel iets te vaak, waardoor het gewoon allemaal nét niet is. Jammer, maar het succesvol opvolgen van een iconisch debuut is een moeilijke opgave en we nemen het Rowe niet per se kwalijk dat dit haar niet helemaal is gelukt.
Net als op haar debuutalbum tackelt de singer-songwriter op SOS thema’s als liefdesverdriet, het problematische gedrag van de mannen in haar leven en haar onzekerheden. Ook op deze plaat doet de Amerikaanse dit op directe wijze zonder moeilijke metaforen of pretentieuze vergelijkingen, waardoor haar problemen net als op CTRL ongelooflijk herkenbaar zijn. Hier slaagt ze bijvoorbeeld in op het zwoele “Far”, maar ook op “Special” en het Taylor Swift-achtige gitaarliedje “Nobody Gets Me”. Op deze kleine ballades is de artieste open en bloot over haar onzekerheden en angsten, die voortkomen uit voorbije toxische relaties, op een universele wijze waardoor we ons er allemaal in kunnen herkennen. Vaak voelt het een beetje onoprecht als artiesten zich relatable proberen te presenteren, maar SZA brengt alles zo eerlijk en kwetsbaar dat we bij haar wél geloven dat het geen act is.
Waar SZA op haar vorige langspeler nog voorzichtig flirtte met genres buiten het alternatieve r&b-spectrum, is dat op SOS allang niet meer voorzichtig. Ze biedt ons met “Nobody Gets Me” bijvoorbeeld een countrypopsong, terwijl ze op “Smoking on my Ex Pack” haar charmante rapflow tentoonstelt. De twee hoogtepunten zijn ongetwijfeld “F2F” en “Ghost in the Machine” met Phoebe Bridgers. De eerste is een catchy poprockliedje met stevige gitaren die doet denken aan de romcoms uit de vroege jaren 2000 waarop ze woede naar zichzelf én haar ex uit. Op “Ghost in the Machine” combineert de zangeres haar eigen typische stijl met Bridgers’ sad girl indie tot een bijzonder fascinerend geheel. Het duo tackelt de keerzijden van faam en succes en bij het horen van duistere teksten als ‘You said all of my friends are on my payroll / You’re not wrong / You’re an asshole’ begrijpen we wel dat SZA deze wereld helemaal zat is. Die desillusie met faam keert meermaals terug op SOS, zoals op het mooie “Gone Girl”, die opbouwt naar een prachtig gospelachtig einde. Hierin stelt de Amerikaanse dat ze niet langer onder een vergrootglas wil liggen en juist zekerheid en bescherming wil, en op het poppy “Conceited” vertelt ze dat ze haar toxische vriendschappen met profiteurs zal verbreken om voor zichzelf te kiezen.
Ondanks de zware materie, brengt SZA haar boodschap vaak ook met de nodige humor. Op “Kill Bill” kondigt ze tegen een dreunende baslijn sarcastisch aan dat ze haar ex net vermoord heeft, wat niet haar beste idee was, en op “Nobody Gets Me” zingt ze: ‘You were balls deep / Now we’re beefing’. Ondertussen vertelt Rowe ons op het TikTok-succesje “Blind” dat haar ex het voortdurend heeft over samen kinderen krijgen, terwijl ze ondertussen nog steeds haar anticonceptiepillen slikt. Het is allemaal duister, maar het sarcasme waarmee de artieste bepaalde situaties schetst op SOS, maakt wel dat we af en toe moeten gniffelen.
Op deze langspeler staan absoluut een hoop hoogtepunten, maar helaas ook wat onmemorabele songs die niet bijblijven. “Love Language” is een saai, low tempo r&b-nummer en van “Snooze” willen we de snooze-knop onze telefoons maar al te graag nog een paar keer indrukken. Ook de samenwerkingen met Don Toliver op “Used” en die met Travis Scott op “Open Arms” weten ons niet echt te boeien. Dat laatste is vooral zonde, gezien hun eerdere samenwerking op CTRL “Love Galore” fantastisch was. Deze “Open Arms” is maar een slap, melig liedje dat maar een beetje lamlendig voortkabbelt waarbij de capaciteiten van zowel SZA als Travis Scott niet goed uit de verf komen. Op de plaat staan ook een paar singles die al geruime tijd uit zijn, zoals “Good Days” uit 2020 en het cringy “I Hate U” van vorig jaar. Deze boekten allebei behoorlijk wat succes op TikTok toen ze net uitkwamen, waardoor ze ons nu de strot uitkomen. Het is jammer dat dit soort nummers ook de eindversie van SOS gehaald hebben, want ze halen de kwaliteit van bepaalde songs enorm naar beneden.
Zichzelf overtreffen heeft SZA niet gedaan met SOS, maar een degelijke tweede is het zeker wel. De Amerikaanse verdwaalt op sommige momenten teveel in haar verlangen om haar beste album ooit te leveren, maar wanneer ze goed is, is ze ook gewoon immens goed. Het is jammer dat SOS naar eigen zeggen haar allerlaatste langspeler ooit is, zowel omdat we de zangeres simpelweg ontzettend getalenteerd vinden en omdat het album niet geweldig is, maar met nummers als “Ghost in the Machine”, “F2F” en “Kill Bill” laat ze ons echter wel achter met een aantal fantastische nummers. Hoewel we dus stiekem wel hopen dat SOS niet haar laatste plaat ooit is, hopen we eigenlijk vooral dat SZA volledig voor haar eigen geluk en gezondheid kiest. Als er iets is dat ze op SOS duidelijk maakte, dan is dat wel haar behoefte daarnaar.
Beluister de singles van de week op onze Spotify.