Op Studio Brussel en andere jeugdige zenders heeft men het de laatste tijd steeds vaker over ‘knaldrang’ en druipt de goesting om opnieuw een stevig stapje in de wereld te zetten ervanaf. Logischerwijze koppelen we dat gevoel dan aan muziek uit de dance- en elektronicawereld, want dansen kan je blijkbaar alleen op dancemuziek. Toch bewijzen de mannen van My Morning Jacket dat de drang om er opnieuw tegenaan te beuken ook over de grote plas moeilijk tegen te houden is. Op hun eerste nieuwe werk sinds 2015 (The Waterfall II verscheen wel in 2020, maar de opnames stamden al uit 2013) is duidelijk te horen hoe graag ze hun gitaren weer wilden laten scheuren.
Hoewel we voor het zwaartepunt van hun carrière alweer terug moeten naar het begin van het eerste decennium van deze eeuw, blijf My Morning Jacket toch een ronkende naam in de indierockwereld. Het tweeluik The Waterfall en The Waterfall II waren dan wel fijne plaatjes vol americanarock, echt dezelfde hoge toppen scheren als Z of The Tennessee Fire deden ze toch niet. Maar de band liet het niet aan hun hart komen en na een reeks soloplaten achtte frontman Jim James de tijd rijp om zijn makkers terug samen te roepen en nog eens een album bij elkaar te pennen. Een lockdown en een pandemie waren nodig om het tweede deel van The Waterfall uit hun archieven los te weken. Het was ook nodig om inspiratie op te doen voor hun eerste album in bijna zes jaar tijd.
Terug naar het nieuwe normaal, hoe vreselijk die zin ook klinkt, is zowat het uitgangspunt van opener “Regular Scheduled Programming”. Jim James en zijn band hebben er genoeg van en dat is er duidelijk aan te horen. ‘Programming to drown out how we feel / Fresh fiction, rewriting how we think / Screen time addiction, replacing real life and love,’ bromt James die de overvloed aan Zoommeetings, nieuwsartikels en tv-programma’s niet meer aan kan. Met een dreunende, droneachtige drum en slepende gitaren geven ze een geluid aan de monotone dagen die zich langzaam onder je huid beginnen te irriteren om dan uiteindelijk als een etterende puist uit te barsten. Op hun vorige album The Waterfall II hoorden we Jim James nog jammeren dat “Beautiful Love (Wasn’t Enough)”, nu, bijna zes jaar na schrijven, werpt hij zich in “Love Love Love” op als een liefdesgoeroe. Hoe meer je geeft, hoe meer je krijgt, geeft hij ons mee als goede raad. Maar ook dat je altijd wel iemand nodig hebt die je steunt en dat je ook niet met je mag laten sollen. ‘Don’t take no shit, yeah, you deal with it / And you rise above it all,’ vat hij het onverbloemd samen.
“In Color” is een pleidooi voor een mooiere wereld, maar uit zich aanvankelijk nog op een knullige manier. ‘There’s more to life / Than just black and white / So many shades in between,’ komt misschien nog wat naïef over en als James het heeft over regenbogen en mooie kleuren klinkt hij meer als Kermit de kikker op zijn legendarische “Rainbow Connection” dan als de frontman van een rockband. Maar gelukkig zet de band hun argumenten kracht bij met een weergaloos scheurende gitaarsolo die het gros van het zeven minuten durende nummer inpalmt. Met een openingstrio om u tegen te zeggen, beukt My Morning Jacket hun nieuwe album op gang en dat doet alleen watertanden naar de rest van de plaat.
“Never In The Real World” laat ons nog een minuutje wachten voor ook daar de gitaren lekker aan het scheuren gaan en klinkt wellicht in ’the real world’ nog meeslepender dan op plaat. Op “Least Expected” neemt zijn innerlijke hippie het over en zingt hij over ‘one world, one love’. Hoezeer My Morning Jacket op hun nieuwe plaat ook klinken als jonge hongerige wolven, toch kunnen ze hun leeftijd niet wegsteken. Jim James, ondertussen al een veertiger, let toch beter op met lyrics als ‘There’s only one home / Only one earth, we share it all / Only one blood’ dat hij niet dezelfde prekerige en vervelende weg opgaat als generatiegenoot Chris Martin of Bono van U2. Voorlopig kunnen zijn bandgenoten hem nog in het gareel houden met sterke melodieën, strakke riffs en stuwende drums. Terwijl James droomt van een mooiere wereld, scheuren gitaar en hammondorgels zijn realiteit aan flarden.
‘The technology came and stole my living again / Ain’t nobody buying records no more,’ klaagt hij op “Lucky To Be Alive”. Hij mag zich dan wel nog gelukkig prijzen dat hij een pandemie overleefd heeft, toch ziet hij de wereld steeds verder richting het afvoerputje dobberen. Maar ook hier geeft het nummer pas helemaal op het einde zijn geheimen prijs. Wie zich door de carnavaleske intro en boomergetinte teksten weet te wurmen, wordt meer dan rijkelijk beloond met grandioze gitaarsolo’s, wervelende Wurlitzers en drums die je hartslag meteen sneller doen slaan.
In “Devil in the Details” begint James zijn mijmeringen bij de seizoensfinale van Stranger Things om via nostalgische tv-programma’s een brugje te maken naar oorlog en slavernij. ‘Growing up at the mall / Amidst the fruits of slavery / We all stand complicit in / The greed,’ windt hij er geen doekjes om. Het is een van de weinige momenten waarop James dieper graaft naar ongemakkelijke waarheden uit zijn eigen verleden en heden en die ook onder ogen durft te komen. Muzikaal is het nummer jammer genoeg minder diepgaand en blijven de ronkende gitaren deze keer zwijgen. Tegenover die diepgaande en heel serieuze ontleding van hun eigen nostalgie staat dan weer een nummer als “Complex”, dat ondanks zijn titel zowat het eenvoudigste nummer van heel de plaat is. Gelukkig schuilt in die eenvoud wel een vat vol ronkende gitaren en riffs dat je in een vingerknip opnieuw bij de lurven vat en je aandacht weer helemaal terug bij de les brengt.
Op My Morning Jacket klinkt de band alsof ze hun tweede adem terugvonden en wanen ze zich opnieuw jonge twintigers die ongegeneerd hun gitaren kunnen omgorden, de volumeknop helemaal opendraaien en vol ervoor gaan. In werkelijkheid draait My Morning Jacket (de band) al meer dan twee decennia mee in de indierockscene en laat dat zich horen in hun gepolijste productie en tot in de puntjes afgewerkte nummers. Nu kunnen ze echter niet meer teren op jeugdig enthousiasme en is het dus ook niet echt verwonderlijk dat de vermoeidheid zich toch laat voelen tegen het einde van de plaat. My Morning Jacket (de plaat) hapt een klein uurtje uit je dag en dat is misschien net te lang om zich echt in je lijf vast te bijten. “Out of Range, Pt. II” is dan wel een welgekomen fris en verkoelend windje na al dat gitaargeweld en luistert net als “Penny For Your Thoughts” wel lekker weg, het blijft toch minder beklijven dan wat we al eerder hoorden. Ook afsluiter “I Never Could Get Enough” kan zijn acht minuten lange speelduur niet rechtvaardigen, al doet de band echt wel zijn best om je te overtuigen.
Met hun nieuwe album zet My Morning Jacket zich opnieuw in de markt als stevige rockband, maar doen ze ons vooral watertanden naar hun eerste liveshow sinds lang. Wie My Morning Jacket (de plaat) beluistert, krijgt al de kriebels bij de gedachte hoe dit zou klinken op een podium. Hoewel de band zich hier en daar verslikt in kleffe lyrics of iets te vrijblijvend gitaarwerk weten ze toch opnieuw je aandacht te trekken met een stevige gitaarsolo, een plotse versnelling of een opzwepende drumbeat. Oud maar nog niet versleten, niet meer de grote successen maar zeker nog niet vergeten. Schrijf maar al één goed voornemen voor 2022 op: My Morning Jacket live aan het werk zien en je laten omverblazen door hun gierende gitaren.
Ontdek nog meer muziek op onze Spotify.