Knal. Boem. Pats. Alles gaat eraan. Gelukkig kunnen we ons nog laven aan het vreemde, maar opwindend klinkende debuut van Namid & Sondervan, oftewel het geesteskind van Vincent Brijs (BRZZVLL, Nuff Said) die nadat hij onder meer samenwerkte met Lyenn een hitsige en best unieke kruisbestuiving aangaat met electronica-specialist Dago Sondervan (Anton Price, Bohrbug).
Het resultaat is vaak prikkelende fusion waarin het analoge en het digitale fijn met elkaar versmelten. Enerzijds heb je de zoete, wat klassieker ingestelde jazzsounds van Namid, anderzijds de verknipte en onnavolgbare geluiden van Dagobert Sondervan die zich toespitst op live vocoder-samples. Kortom: een vruchtbare samenwerking die aangeeft dat de input van hedendaagse technologie (in casu: opensourcetoepassingen) ook erg zinvol kan zijn binnen de muziekwereld.
Dit album is een speelse luistertrip opgebouwd op muzikale bundeling, waarin je onder meer een connectie met hedendaagse futuristen als STUFF. kan terugvinden. Evenzeer zou pakweg Oneohtrix Point Never een richting kunnen duiden. Toch brengt de muziek van Namid & Sondervan een bij uitstek apart, haast niet te definiëren geluid.
De kern van de muziek wordt gevormd door de manier waarop twee verschillende muziekwerelden elkaar naadloos vinden, al hebben we vooral een zwak voor de manier waarop de groep speelt met geestige titels (“Bobby Beerpants”, “Muddy Buddy”). Of neem een track als “Krotrock”, die meteen aangeeft dat er op de plaat een best grote dosis creatieve vrijheid aan te pas komt, net zoals het feestelijke “Zomp”, dat we enkel kunnen beschrijven als blitse en glitchy vuurwerkdisco die onmiskenbaar op de dansvloer mikt.
Elders, bijvoorbeeld tijdens “Swing NRV”, valt ook het onstuimige op. De compositie waaiert net dankzij de input van allerhande stuiterende beats en samples net iets te veel verschillende kanten uit. Desalniettemin blijkt uit dit album dat jazz nog echt nieuwe, innovatieve en best onverwachte richtingen geduwd kan worden.