De Amerikaanse supergroep Stöner laat zijn debuutplaat Stoners Rule op de wereld los. Als een woestijnrock-album opgenomen wordt in Joshua Tree, dan weet je op voorhand dat het goed zit. De band, met twee peetvaders van het genre in zijn rangen, doet zijn groepsnaam en de albumtitel alle eer aan.
‘Je noemt je band niet Stöner zonder te weten wat dat woord betekent’, aldus leadzanger en gitarist Brant Bjork die nog lid was van de legendarische bands Kyuss en Fu Manchu. Niemand minder dan Nick Oliveri (Mondo Generator, Kyuss en Queens of the Stone Age) vervoegt deze grootheid op bas en zang. Op de drums krijgen de heren gezelschap van Ryan Güt, die al eerder deel uitmaakte van Bjorks begeleidingsband. ‘Dit project voelt goed voor mij, vooral tijdens de pandemie. Het voelt goed om nieuwe ideeën van Nick te krijgen, een van mijn beste vrienden en ik kan niet wachten om deze nieuwe nummers voor een live publiek uit te voeren. We hebben hier allemaal onze muzikale invloeden in gestopt via originele jamsessies’, aldus orkestleider Brant Bjork.
Voor velen staat Queens of the Stone Age synoniem voor stonerrock, maar dat is slechts een gedeelde waarheid. Hoewel deze band veel raakvlakken heeft met dit muzieksoort moeten we voor de oorsprong teruggaan naar eind jaren 80. De eerste belangrijke bands van deze stroming waren onder andere Monster Magnet en de reeds eerder genoemde Kyuss. Typisch aan stonerrock is het zware bezwerende ritme waarbij basgitaar en de drums een belangrijke rol spelen. “The Older Kids” is een mooi voorbeeld hiervan. Je hoort een zeer trage groove waar ritmisch headbangen in de refreinen wel op zijn plaats is.
Verder kan de luisteraar zich op deze plaat verwachten aan een interessante mengelmoes van punkrock, metal, bluesrock en hardrock. De mix van Bjorks relaxte zang, soepele riffs, bezwerende drums en een verfrissend vleugje blues is wat de heren je op de eerste helft en vooral op “Rad Stays Rad” serveren. Bijzonder genietbaar, maar na een tijdje is het gebrek aan variatie wel merkbaar. Wanneer Stöner onder invloed van Oliveri meer naar punk neigt, komt er opeens terug meer leven in de brouwerij. “Nothin’” is een korte, leuke en bedwelmende rocker met een overschot aan attitude. “Evel Never Dies”, waarin Oliveri de leadzang op zich neemt, is een toffe ode aan motordurfal Evel Knievel, die een beetje aan het vroegere Fu Manchu doet denken. Liefhebbers van het solowerk van Brant Bjork zullen hun duimen en vingers aflikken van de Jimi Hendrix-achtige groove van “Stand Down”. Met een dertien minuten durend episch meesterwerk (“Tribe/Fly Girl”), waarin het snarenwerk van Brant Bjork (terecht) de hoofdrol opeist, sluit dit drietal de plaat op gepaste wijze af.
Stoners Rule is een album dat alleen maar beter zal worden bij iedere luisterbeurt. Wie niet thuis is in dit genre of hiervoor nog te jong zou zijn – als dat al een excuus zou kunnen zijn – is deze plaat een mooie introductie tot de wondere wereld van de Amerikaanse woestijnrock. Dat deze heren langetermijnplannen hebben met deze band, klinkt ons als muziek in de oren. Volgend jaar zal Stöner ook in Europa te zien zijn. Nog een reden om nu al uit te kijken naar de zomer van volgend jaar.