LiveRecensies

Yo La Tengo @ AB: Van zeemzoet naar snoeihard

LiveRecensies

Yo La Tengo @ AB: Van zeemzoet naar snoeihard

Voor alle indierocknerds was het zondag verzamelen geblazen in de zaal van de AB, waar één van de meest legendarische bands in het genre aantrad. Al drie decennia lang brengt Yo La Tengo mooie, melodieuze liedjes, vaak voorzien van een hele laag feedback, reverb en noise. In de jaren ’80 maakten ze onbeholpen coveralbums, in de jaren ’90 losten ze een viertal meesterwerken op rij en deze eeuw zijn ze stug verdergegaan met platen maken, waardoor zowel hun oeuvre als hun fanbase gestaag is gegroeid. Daardoor was het nog enigszins verwonderlijk dat gisteren het bordje “uitverkocht” niet moest worden bovengehaald. We zullen er ons hoofd verder niet over breken, maar de afwezigen hadden in elk geval ongelijk.

Een oeuvre dat drie decennia omspant, dat vraagt om een langere set dan de doorsnee band. Daarom besloot het drietal gewoon hun eigen voorprogramma te spelen en te beginnen met een zogenaamd rustige set. De debatten werden geopend met ”You Are Here”, het eerste nummer uit hun nieuwe album. Die plaat heet There’s a Riot Going On, maar is eerlijk gezegd geschikter voor een meditatiesessie dan voor een rel. In hun opwarmende set schrokken ze er desondanks niet voor terug om wat dissonante intro’s lang uit te rekken en op te gaan in experimenteel gekraak. De drie leden van Yo La Tengo zijn alledrie grote muziekfreaks en dat probeerden ze wat mee te geven via het decor. Dat was zo opgebouwd dat we ons in een platenzaak moesten wanen, met allemaal namaakvinyl en cd’s die met touwtjes naar beneden hingen.

Alle drie liepen ze heen en weer tussen hun instrumenten. Ira Kaplan hield het voornamelijk bij zijn gitaar, maar ging bijtijds wel eens achter een piano zitten. Zijn vrouw Georgia Hubley zat dan weer meestal achter de drums, maar ging ook vaak gitaar spelen en derde groepslid James McNew (die meestal bas speelt) verplaatste zich al tijdens het openingsnummer naar de drum om naast Hubley wat mee te trommelen en zou gedurende het hele optreden ongeveer elk instrument op het podium bespelen. Tijdens “Ashes” speelde Kaplan zowaar piano en drum tijdens eenzelfde nummer. Alhoewel drummen nu best een groot woord is. Hij speelde een paar akkoorden, kuierde dan gemoedelijk enkele meters verder naar het drumstel, sloeg een keer op een cymbaal en ging toen terug achter zijn piano zitten. Om dit dan een paar keer te herhalen. Het is wat knullig, maar het paste perfect in het plaatje. Ook hun zang klinkt vaak wat onbeholpen. Vooral Kaplan, die dan nog eens de meeste zangpartijen voor zijn rekening neemt, zingt vaak op een nogal hese en toegenepen manier. Soms klinkt het wat te amateuristisch, maar vaak past het perfect bij de muziek. In The Voice zou geen enkel jurylid er zijn stoel voor omdraaien, maar laat dat nu net de reden zijn waarom we niet naar dat soort programma’s kijken.

Hun tweede set, vooraf aangekondigd als de luide set, begon eigenlijk rustiger dan hun eerste. Zo kwam als tweede nummer “Let’s Save Tony Orlando’s House” voorbij. Een ingetogen, repetitief nummer dat ook op een sobere manier gebracht werd. Op het einde van hun eerste set hadden ze gewaarschuwd dat ze er nog een hele hoop nummers wilden doordraaien, of ze die nummers nu perfect zouden spelen of niet. We moesten dus niet letten op een paar vergeten strofes hier en daar. Weinigen zullen erom gemaald hebben. Moest Yo La Tengo een hele set lang alles perfect harmonisch spelen, zouden we allicht ons geld terug vragen. Sommige overgangen klonken dan ook schots en scheef, maar de band weet er op een magische manier voor te zorgen dat deze momenten hun set net ten goede komen.

Het duurde niet lang of we kregen waar we echt voor gekomen waren. Na wat nuchtere openingsnummers haalde Kaplan zijn gitaar boven om er een scherper en vettiger geluid uit te halen met “Shaker”. Rustig en intens volgden elkaar vervolgens op. Er volgden wat gebalde rocknummers uit hun beste platen (bv. “Double Dare” of Cherry Chapstick”) en het publiek veerde daarbij volledig recht. Maar ook tijdens een lieflijk folkliedje als “Shades of Blue” bleef het publiek netjes meewiegen. Of de band nu aan het raggen of aan het dromen was, het publiek vond het allemaal best. De apotheose van de avond was voorzien voor het laatste nummer van de reguliere set. Tijdens “Blue Line Swinger” zat Kaplan een kleine tien minuten lang op zijn knieën zijn gitaar te martelen. Het was een langzaam aanzwellend, monster van een nummer. Toen ging hij rechtstaan, als een bezetene met zijn gitaar zwaaiend, om de hele AB in te pakken met een volle laag noise.

Yo La Tengo begon ooit als coverband en ze zijn ook nooit gestopt met covers te spelen. De bisrondes zitten er traditiegetrouw vol van. Meestal zijn de originele nummers eerder obscuur, maar gisteren begonnen ze met “Dreams” van Fleetwood Mac. Het was nogal bizar om zo’n zoet en subtiel popliedje in een bijzonder hoekige en afgestompte versie te horen. Op dat moment klonken ze als een pas gevormde coverband die er net hun tweede repetitie op heeft zitten. Als we heel eerlijk zijn, klinken ze meestal zo, maar normaal weten ze dat veel meer charme mee te geven dan tijdens deze nogal geforceerde cover. Veel leuker was hun cover van “My Little Corner of the World” (origineel van Anita Bryant), gezongen door Hubley. Zij heeft sowieso al een enorm vertederend stemgeluid en middenin kwam iemand uit de entourage doodleuk het podium opgewandeld om het refrein mee te fluiten.

Yo La Tengo zorgde voor een rommelboel die ons twee en een half uur lang tot het uiterste geboeid hield. De zang klonk soms iets té hees en de bas kwam er ook niet altijd door, maar we hebben er in het geheel genomen zoveel van genoten dat we allemaal door de vingers willen zien. Live valt pas op hoe divers hun muzikale wereld is. Soms hadden we het gevoel dat ze beter wat stoelen in de AB hadden gezet om rustiger van de fijne folkliedjes te genieten, terwijl het een minuut later ineens leek alsof er een moshpit ging losbarsten (het doorsnee Yo La Tengo publiek was weliswaar iets te gereserveerd om het daadwerkelijk zover te laten komen, maar aan de muziek zal het niet gelegen hebben).

Related posts
InstagramLiveRecensies

Cymande @ Ancienne Belgique (AB): Muziek is dé boodschap

Na ruim een halve eeuw krijgt Cymande eindelijk de waardering en erkenning die ze eigenlijk al van meet af aan hadden verdiend….
InstagramLiveRecensies

Kid Kapichi @ Ancienne Belgique (AB Club): Rauw & ongestoord

‘Music scene is crazy, bands start up each and every day’; zong Pavement op “Cut Your Hair”. De visionair Stephen Malkmus had…
InstagramLiveRecensies

Declan McKenna @ Ancienne Belgique (AB): Mist in de bergen

De vonken die Declan McKenna al jaren op zijn thuisland loslaat, lijken maar niet te willen overslaan op het Europese vasteland. Dat…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.