© A. Martinez
Ondertussen voelt het al een beetje als thuiskomen, binnenwandelen op het fantastische terrein van Le Cabaret Vert festival in de Franse Ardennen. Het blijft voor ons toch het gezelligste grote festival dat we kennen. Het typeert zich namelijk door in te zetten op kwaliteitsvolle ervaring, waar de bezoeker en de omgeving op de eerste plaats komen en de gemoedelijke sfeer die er van bij het begin inzit. Le Cabaret Vert is ook een erg ecologisch bewust festival en zet ook sterk in op samenwerking met de streek. Zo komt het leeuwendeel van het voedsel en de drank uit de omgeving van het festival en wordt dit allemaal voor een eerlijke, zachte prijs aangeboden. Echter komt men natuurlijk niet naar een festival om te eten en drinken, maar om artiesten aan het werk te zien. Op de eerste dag konden we er onder andere DJ Snake, Jamie xx, Bigflo & Oli, Lambrini Girls en SPRINTS aanschouwen.
Adèle Castillon @ Zanzibar
Het hoofdpodium openen, Zanzibar genaamd, mocht de jonge Franse popster Adèle Castillon. Voor de zangeres was al een enorme massa afgekomen, wat ons onmiddellijk wat aan de populariteit van Pommelien Thijs bij ons deed denken. Met amper twintig jaar op de teller is ze ongetwijfeld een van de jongste artiesten op de affiche, maar toch wist ze gewapend met een gezonde dosis enthousiasme en autotune het publiek al snel in te pakken. Ook qua geluid deed het wat aan Pommelien denken, maar dan in het Frans. Ondanks de brandende zon was het dansgehalte onmiddellijk hoog, want al snel passeerde hitje “Amour Plastique” de revue. Om het publiek aan het bewegen te houden werd beroep gedaan op een strakke drum en zweverige, retro synthlijntjes. Ook vroeg ze het publiek om mee te zingen, dit maar met wisselend succes. Toch werden de nummers telkens weer met luid applaus onthaald, wat des te meer een teken van haar populariteit was. Na een tijdje hadden we het wel gehoord, want het begon allemaal wat te veel op elkaar te lijken. We besloten uiteindelijk te vertrekken richting de bar, en hoorden nog net het tweede hoogtepuntje van de set, namelijk een cover “Désenchantée” van Mylène Farmer en nadien ook als cover van onze eigen Kate Ryan.
SPRINTS @ Razorback
© B. Holet
De eerste groep waar we echt nieuwsgierig naar uitkeken, was het Ierse Sprints. Het viertal begon rustig aan de set om dan na enkele nummers met hitje “Heavy” het vuur aan de lont te steken. Het publiek aarzelde niet om hier voor een eerste keer hevig op te reageren en aan het heen en weer te dansen, springen en beuken te gaan. De menigte had überhaupt niet veel ophitsen nodig om wild te keer te gaan en dit had frontvrouw Karla Chubb al snel door. Het volk at uit haar hand en deed alles wat haar opgedragen werd. Zo ontstond er een grote circlepit, die de meeste ruimte voor het podium opnam en ook niet vlug zou sluiten. Een beetje later werd ook de akoestische gitaar bovengehaald, onder andere voor het nieuwe “Rage”. Tegen het einde van de set kregen we nog een politiek statement en de bijhorende ‘free Palestine’-kreten. Dit zette het krachtige slot met onder andere “Little Fix”, een crowdsurfende frontvrouw en een vervanger uit de backstage op gitaar in. Rock-‘n-roll baby.
Brigitte Calls Me Baby @ Razorback
© M. Delamarre
Nadat SPRINTS de Razorback – die dit jaar een upgrade kreeg en het tweede grootste podium werd – in vuur en vlam zette, was het tijd aan Brigitte Calls Me Baby. Er zou wat gas teruggenomen worden, want de sound van het Amerikaanse vijftal neigde eerder naar indierock of zelfs new wave. De zanger nam ons met zijn zwoele stem, die wat aan Robert Smith deed denken, mee op reis door hun catalogus; die tevens nog niet zo uitgebreid is aangezien die uit één album en wat singles bestaat. Desalniettemin slaagde de band erin te blijven boeien; want voor we het beseften was het laatste kwartier van de show al aangebroken. Single “We Were Never Alive” volgde nog, met een introductie van de band en een bas- en gitaarsolo inbegrepen. Wat de groep nog een extra duwtje in de rug zou kunnen geven is enkele hitjes, waardoor er nog net wat extra variatie en schwung in de set zou komen.
Bigflo & Oli @ Zanzibar
Dat het Franse rapduo Bigflo & Oli de eerste headliner van de avond was, dat was eraan te merken. Het enorme plein aan de Zanzibar liep tot het einde vol voor de rappers met liveband, en dat leken ze wel te smaken. Met aangepaste teksten om Cabaret Vert enkele keren in de spotlight te zetten wonden ze het publiek rond hun vinger en al snel deed de menigte alles wat ze vroegen. Springen, neerzitten, dansen en zingen, niets was er te veel aan. Zo lanceerden ze ‘CABARET’ waarop natuurlijk ‘VERT’ geantwoord werd of nog beter ‘ZANZI’ en ‘BAR’. Wat volgens hen tevens de beste barnaam was die ze ooit op een festival zagen.
Ook het leger muzikanten die de band meehad om de show te verzorgen droeg zijn steentje bij. Zo zagen we naast een drummer en bassist, die bovenaan hun eigen opstelling op het podium stonden, ook vier trompettisten op de onderste rij. Het geheel zorgde voor een heerlijke sound voor de Fransen om over te rappen. Daar diepe teksten en introspectie centraal stonden tijdens de eerste helft van de set, stonden die recht tegenover de harde beats en messcherpe teksten die na drie kwartier de toon aangaven. De spreekwoordelijke duivel kwam uit het doosje net zoals de gigantische opblaaspop van een duivel die de grootte van een springkasteel aannam. “Dommage” luidde het einde van het slot in en niet veel later kreeg het orkest een vrije rol om erop los te jammen terwijl de heren het volk ondertussen nog wat opjutten. Het duo bewees dat een gezonde mix van plat entertainment gekoppeld aan steengoede muzikanten, een goede flow en deftige bars nooit misstaan op het hoofdpodium van een festival.
Jamie xx @ Zanzibar
© F. Mayolet
Een dj/producer als headliner, het blijft toch een gek gegeven. Dat merkten we ook aan de opkomst voor Jamie xx. De getalenteerde producer die je ook kan kennen van The xx lokte bij aanvang bijzonder weinig volk, gelukkig dikte de mensenmassa naar verloop van tijd toch wat aan. Goed nieuws voor wie present tekende, want die kon genieten van de unieke sound van de dj. Hij bouwde vaak lang op, om dan de drop als vanzelfsprekende climax te laten gelden. Hij zwierf elektronische genres door van breakbeat, naar house, drum-‘n-bass tot techno en daar voorbij. Hoe hij van de iets tragere genres qua beats per minute naadloos leek over te gaan naar bijvoorbeeld het snellere drum-‘n-bass was best indrukwekkend. Maar als we eerlijk moeten antwoorden op de vraag of dit een geschikte headliner was voor ons, dan zijn we geneigd nee te zeggen. Noem ons gerust ouderwets, maar op dit uur zijn er artiesten die, zonder afbreuk te doen aan Jamie xx zijn kunsten, meer tot hun recht zouden komen.
Lambrini Girls @ Razorback
© B. Bartholet
Wie de avond stevig wilde afsluiten moest om twintig voor één aan de Razorback zijn. Lambrini Girls kwam de keet er namelijk tot stof en gruis vernietigen. Zo nam zangeres Phoebe Lunny het publiek al snel op sleeptouw om te gaan moshen. Vanop het middenplein commandeerde ze bijvoorbeeld een sitdown die ontspoorde tot een pit. Ze ging vervolgens nog verschillende keren het publiek in waardoor het een beetje repetitief begon aan te voelen. Gelukkig ging de muziek spreken na het eerste kwartiertje publiek mennen met onder andere “God’s Country”, “Big Apple” en “Company Culture”. Zo raasde het optreden door, werd er stevig op de gitaren geramd en gingen bezwete lijven aan het beuken. Als een ware wervelwind voelde het optreden van Lambrini Girls, al even snel als ze opkwamen lieten ze het plein in een ravage achter.
DJ Snake @ Zanzibar
F. Mayolet
Een dj als headliner, het kan dus toch, want voor DJ Snake liep het plein voor de mainstage voor een tweede maal vandaag helemaal vol. De ondertussen misschien wel bekendste Franse dj/producer scoorde enkele monsterhits zoals “Taki Taki” en “Turn Down for What”. Moeiteloos weefde hij de platen aan elkaar, met een neus voor hits en minder bekende nummers. Qua genres hoorden we hem natuurlijk vooral afrobeat draaien; maar ook dubstep, hardhouse, UK garage en op het einde hardtechno passeerden de revue. Naast een resem schijven had hij ook een indrukwekkende lichtshow en een arsenaal aan pyrotechnics met zich mee. Hij haalde ook nog wat trucs uit zijn doos zoals wat volk op het podium halen, om lichtjes vragen en op zijn draaitafel gaan staan om het publiek op te jutten. Trok hij hiermee de kaart van het platte entertainment? Zeker wel. Kreeg hij het volle plein enthousiast mee? Ook wel. Hij mocht voor ons wel nog wat meer mixen in plaats van zijn plaat te stoppen met een soundeffect en dan gewoon een nieuwe af te spelen. Want als hij aan het mixen ging, was het vaak vlekkeloos. Zo hoorden we een “Baddadan” flip vlotjes overgaan in “Tokyo Drift” en vervolgens een acid techno plaat. Wat later hoorden we een smerige hardtechnoplaat overgaan naar een vieze remix van “Gangsta’s Paradise”. Al was die laatste wel een beetje te veel van het goede en misschien was het origineel wel beter geweest. Enfin, Snake was niet van plan gas terug te nemen en dat begrijpen we wel, want ondertussen waren we aan de laatste tien minuten van zijn set aangekomen. Afsluiten met een knal heet dat dan.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!