Duitsland mag zich prijzen als een bakermat van talloze straffe elektro-dj’s en producers. Denk maar aan grootheden zoals Paul Kalkbrenner, Ben Böhmer, Solomun… Een naam die absoluut niet mag ontbreken in dat lijstje, is Christian Löffler. Löffler begon al op jonge leeftijd met het produceren van muziek en heeft inmiddels een mooie discografie opgebouwd. Met vijf albums op zijn naam, waaronder A Life dat verscheen in april, heeft hij zijn plaats in de elektronische muziekwereld stevig verankerd. Met dat laatste album trakteert de Duitser La Madeleine niet één, maar zelfs twee keer, op een dromerig dansspektakel.
Niet dat dergelijk enthousiast publiek nog een voorprogramma nodig had, maar Natascha Polké gaf toch een aanzet. De dj mocht La Madeleine een dik halfuur opwarmen met plaatjes die perfect in lijn lagen met de muziek van de hoofdact. Het enige verschil was weliswaar dat de vrouw het vrij basic hield en simpelweg haar set afrondde zonder daarbij al te veel op te vallen. Een gezellige eerste kennismaking, maar uiteindelijk ook niet veel meer dan dat. Gelukkig bleek ze haar rol al bij al wel gewoon waar te maken, want de zaal was helemaal klaar voor wat volgen zou. Of dat uiteindelijk door haar of het enthousiasme van het publiek kwam, laten we in het midden.
Met enkele warme synths en een simpele achtergrondprojectie van wolken voor een hemelblauwe lucht zette Löffler binnen de kortste keren een zweverige stemming neer. Geen spectaculaire visuals of lichtshow, maar elektronische muziek in zijn puurste vorm. In enkele minuten slaagde hij er in het publiek in een soort trance te krijgen; alsof iedereen was samengekomen in La Madeleine om een avondje te dromen en de zorgen van morgen weg te dansen. Zo werden bij “Ronda” de melancholische pianoelementen vergezeld door een percussie die weerklonk als een knetterend kampvuur; de warme knuffel waar we stiekem allemaal nood aan hadden na een koude sneeuwval zoals die van gisteren. En dat gevoel kwam duidelijk bij Löffler over; die zelf niet leek te kunnen stilstaan. De Duitser amuseerde zich bijna twee uur lang zienderogen, waardoor de wisselwerking tussen zaal en artiest zeker goed zat.
Dat droeg ook bij aan de algemene sfeer in de zaal, zeker ook toen Löffler een van zijn gekende succesingrediënten bovenhaalde: een samenwerking met vrouwelijke zangeressen. Op plaat is dat met onder andere Mohna, Mogli en Malou, gisteren mocht laatstgenoemde aantreden in Brussel. Wanneer Malou dan plots het podium opdook en een indrukwekkende zangprestatie leverde met “Envy” en “Control”, lichtten de gezichten in La Madeleine op van gelukzaligheid. Vervolgens kondigde het duo een nieuwe onuitgebracht nummer aan. Wanneer Malou het podium weer verliet, viel het geheel weliswaar letterlijk ongemakkelijk stil doordat Löffler de muziek voor een kort moment effectief stopzette. Bij het hervatten van zijn set leek een plateau van het enthousiasme en de dansbaarheid bij het publiek bereikt. Gelukkig niet voor lang, want Löffler wist zijn set met nog een paar nummers in de wachtrij tactisch op te bouwen tot een subliem, eclectisch hoogtepunt. Met “Ease” ontwaakte het publiek uit zijn droom door een baslijn zo stevig dat je zou denken dat de boxen elk moment konden ontploffen. Die trend zette hij voort met parel “Haul”, die maar al te graag door elke aanwezige in de zaal werd ontvangen.
Het hoogtepunt werd met andere woorden stilaan bereikt, wat eigenlijk niet eens zo evident was aangezien de muziek van Löffler niet per se heel uitgebreid klinkt qua kleurenpalet. Muzikaal blijft de man namelijk vrij vaak uit dezelfde vijver vissen, maar hij slaagde er wel in om het interessant te houden. De wisselwerking met het publiek was daar een enorm belangrijke factor in, daar het enthousiasme ervoor zorgde dat de algemene sfeer in de zaal heel goed zat. Zeker als de bekendere nummers passeerden, voelde je een zucht van herkenbaarheid opstijgen in de zaal, wat bijgevolg ook nog werkte op het euforiegehalte. Christian Löffler had de zaal dus helemaal mee, en dat zonder écht buiten de lijntjes te moeten kleuren.
De Duitser werkte in dat geheel telkens met frisse tegenstellingen: van warme winterknuffels naar plezante zomeravonden. En dat is een combinatie die deze tijd van het jaar klaarblijkelijk ook gewoon goed werkt. Een vrij basic show, met uiteindelijk nog een bisronde waarmee de man na een intiem begin nog eens alle kleuren van de regenboog in de kijker zette, inclusief zichzelf. Van de focus op de muziek en de intimiteit ervan, naar het euforisch gevoel dat die kan teweegbrengen. Zo zou je de doortocht van de man in onze hoofdstad misschien nog wel het best kunnen interpreteren: op zich was er niet heel veel speciaal aan, maar het was net door die pure sound en het gevoel dat hij erin wist te stoppen, dat hij La Madeleine bij de hand nam voor een emotionele reis. Eentje die overigens even vaak euforische als melancholische momenten met zich meebracht; eentje die je met een glimlach de avond in stuurde, zonder dat je nu precies wist waarom het zo speciaal was. Daarin ligt de kracht van Löffler op plaat, maar eens te meer in het live gebeuren.