InstagramLiveRecensies

Royel Otis @ Trix: Van garnalen naar oesters

© CPU – Peter Verstraeten

Wie tegenwoordig wereldroem wil vergaren, geraakt niet meer voorbij TikTok. Het platform maakt gewild of ongewild mensen van de ene op de andere dag tot wereldsterren en is tegenwoordig de onverbiddelijke toegangspoort naar het brede publiek. Voor Royel Otis bolde het al een tijdje tamelijk goed toen ze debuutplaat PRATTS & PAIN uitbrachten, maar toch danken ze hun grote doorbraak uiteindelijk aan een virale radiosessie voor de Australische radiozender Triple J. Hun aanstekelijke versie van Sophie Ellis-Bextor’s “Murder on the Dancefloor” werd een instant succes en bracht voor de Australiërs alles in een stroomversnelling. Hun zomer werd zelfs zo druk dat ze een aantal dagen een pauze moesten inlassen, waardoor hun show op Suikerrock sneuvelde. De herkansing kwam er echter gisteren, tenminste als je een felbegeerd ticket in de wacht kon slepen voor hun show in de Trix. Eén ding lijkt alvast duidelijk: de indiehelden zijn gekomen om te blijven.

Nieuwkomers Sonic Reducer zijn helemaal vanuit Canberra overgekomen om Royel Otis op een paar shows in Europa te vergezellen. Het viertal lijkt zo van de cover van NME jaargang 2008 geplukt en ook muzikaal graaiden ze inspiratie op bij Arctic Monkeys, The Hives en The Raconteurs. Extra fijn voor de Australiërs; ze konden rekenen op een tamelijk goed gevulde zaal die de veelvuldige energiestoten wel kon appreciëren. Het was met momenten lekker strak, maar het had tegelijk die no-nonsense, jeugdige energie die het geloofwaardig maakte. “Wife in the City” was een aangename uitschieter kort voor het einde die met een puik drumpatroon een plaats in onze playlist verzekerde. Sonic Reducer heeft dus niet alleen een naam die tot de verbeelding spreekt, maar ook een goede sound met heel wat mogelijkheden.

© CPU – Peter Verstraeten

Royel Otis liet niet lang op zich wachten en viel om kwart na negen figuurlijk met de deur in huis. Het podium was gehuld in een dikke rookpluim toen de Aussies het zeer aanstekelijke “Heading for the Door” door de luidspreker lieten schallen. De eerste vaststelling van de avond kon al gauw gemaakt worden: Royel Otis kleurt live al eens graag buiten de lijntjes. Hun dromerige sound van op de plaat verloochenen ze niet, maar het mag voor Royel Maddell en Otis Pavlovic kennelijk wat ruiger. Ook tijdens “Adored” kregen we een ruigere versie te horen, die wel lekker doorramde en voor beweging in de zaal zorgde. Royel Otis hield zich in het begin allesbehalve terug en ging in een rondvaart nog langs “Daisy Chain” en “Big Ciggy”.

De band was hun vorige passage in Trix zeker niet vergeten en refereerde er net voor het inzetten van “Motels” naar. Twee jaar geleden speelden ze nog een frivool HiFive-concert in het Café, maar ze waren ook wel blij dat ze het deze keer op het grote podium mochten doen. Een groter podium bood ook meer mogelijkheden en zo drapeerden ze een gigantische garnaal achter zich. Het zorgde voor een grappig zicht, al ging de aandacht toch nog vooral naar de muziek. ‘Slow down’ zat er niet in, ondanks dat het duo het meermaals bezong tijdens “Foam”. Ons hoorde je niet klagen, want zo zorgden ze dat de aandachtspanne niet zou verslappen. Het publiek was daar dankbaar voor en groeide mooi mee in het publiek. In het begin leken de meesten immers wat te moeten wennen aan de hardere speelstijl van de band.

© CPU – Peter Verstraeten

Op vlak van sfeer was het lange tijd zeer braaf. Tijdens “Sonic Blue” gingen de handen op elkaar, terwijl bij “Claw Foot” rustig meewiegen aan de dagorde werd toegevoegd. Voor extra schwung zorgde een venijnig “Velvet”, waarbij de man achter de toetsen even zijn moment kreeg en voor tegengewicht zorgde op de hoekige gitaren van Royel Maddell. Eenmaal opgewarmd konden de dansbenen echt losgegooid worden dankzij het immer plezante “I Wanna Dance with You” en toch was het de kersverse De Afrekening-hit “Your Love Is Dead” die enthousiaster onthaald werd. We kunnen de mensen moeilijk ongelijk geven, want het nummer was ook gisteren een verrukkelijk hoogtepunt in de set.

Maddell doopte hun muziek ooit eens in een interview als drunkpop en het nummer dat gisteren nog het best bij de beschrijving paste was “Fried Rice”. Alleen al die loeiende gitaarintro bracht ons al in onze nopjes. Het nummer heeft een groot escapismegehalte en voelde in Trix nog meer bevrijdend dan anders. Otis Pavlovic was overigens bijzonder goed bij stem en was met zijn down to earth-houding aangenaam ontnuchterend. Hij kon het niet laten om in het beperkt aantal rustmomenten uitvoerig het publiek te bedanken, iets wat ook Mendell iets uitbundiger deed. Ondanks het grootse succes zijn ze nog altijd dezelfde gasten uit Australië die plezier beleven in het maken en spelen van muziek en dat gevoel kwam mooi tot zijn recht op het podium.

© CPU – Peter Verstraeten

Het concert was tamelijk goed uitgebalanceerd, al waren de publieksfavorieten overwegend voor het einde opgespaard. “Sofa King” toonde zich als een mooie meezinger waar Trix wel van genoot. Iets euforischer ging het er wel tijdens “Going Kokomo” aan toe en we zagen zelfs heel wat meer handen spontaan de lucht in gaan van blijdschap. Het was dan ook ietwat verrassend dat “Murder on the Dancefloor” iets minder in de set leek te passen en zelfs een overbodige schakel was richting grande finale. Op vlak van sfeer zat het wel goed, maar je zag dat de band het meer als een verplicht nummertje zag. Dan was “Oysters In My Pocket” toch van een ander kaliber. In een (wederom) ruiger jasje was het een coole meezinger en een goede track om een slot op de reguliere set te zetten.

Het publiek vroeg meer en kreeg meer. “Linger”, hun nu al iconische cover van The Cranberries, speelde het duo in haar meest pure vorm. De twee andere bandleden stonden er genotvol bij en dweepten het publiek op de juiste momenten op om luidkeels mee te zingen. Voor velen ongetwijfeld een hoogtepunt. Wij genoten dan weer vooral van de ontketende energie van “Kool Aid”. Als een van de eerste nummers die ze ooit schreven, bevat het een ongenaakbare chemie die live moeiteloos overeind blijft en ons met een mooie dosis dopamine naar huis liet gaan.

Royel Otis bevestigde met een alomvattend concert waarbij je kon horen dat ze als band de juiste stappen aan het zetten zijn. Het duo staat natuurlijk nadrukkelijk in de spotlights, maar dat ze überhaupt zo compact konden klinken, danken ze ook aan de overige bandleden. Het lukt de Australiërs in ieder geval om de spagaat te maken tussen het zijn van leuke festivalact met de nodige meezingers alsook het zijn van een sterke concertband die in een zaal met de nodige kunde een verhaal kunnen neerzetten. De nieuwkomers zijn gekomen om te blijven en hun opmars nog verder te zetten. Wie weet kan dat deze zomer al op een weide ergens in de buurt van het Leuvense.

Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!

Facebook / Instagram / X / TikTok

Setlist:

Heading for the Door
Adored
Daisy Chain
Big Ciggy
Motels
Foam
Claw Foot
Sonic Blue
Velvet
I Wanna Dance with You
If Our Love Is Dead
Nack Nostalgia
Fried Rice
Til the Morning
Sofa King
Going Kokomo
Murder on the Dancefloor (Sophie Ellis-Bextor cover)
Oyster in My Pocket

Linger (The Cranberries cover)
Kool Aid

2191 posts

About author
Schrijft wel eens iets...
Articles

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.