De muziek van Blaudzun is net zo herkenbaar als zijn uiterlijk. De man: jampotbril met dik zwart montuur, ongeorganiseerde coupe, grasgroene ogen, goede baard en donkere, strakke broek. De muziek: lekker in het gehoor liggende, vakkundig gemaakte, melodieuze indiepop. De man in zwart van de Lage Landen is al jaren een graag geziene gast op de podia van België, Nederland en Duitsland. Latter Days is ondertussen zijn zevende studioalbum.
Blaudzun bewandelt het slappe koord tussen muziek die het goed doet op de radio en de alternatieve muziek die de luisteraar uitnodigt om er eens voor te gaan zitten en te ervaren wat er dan gebeurt. De opener is van de tweede categorie. We duiken de diepte in via een unheimische melodie en een galmende spookstem. Halverwege lossen beide op in een heerlijke baslijn en de aanzet van een saxofoon. Na deze opening belanden we op het terrein waarin Blaudzun zich graag nestelt: indiepop met een vleugje Coldplay en een snufje Keane. Vanaf “Bonfire” regent het aanstekelijke refreinen en fijne melodielijnen.
Latter Days is vernoemd naar een nummer dat het hart van de plaat had moeten worden, maar dat nooit is afgerond. Wat is nu de kern van het album? De thema’s van eerdere albums keren terug. Verlangen en verlossing. Het gaat over de wens om een goed mens te zijn, over een vreugdevuur waaruit de liefde als een feniks herboren kan worden. “Coma” stelt de vraag wie je kunt worden in het leven. Jonas en de walvis komen voorbij, die we op het vorige album LONELY CITY EXIT WOUNDS ook al tegenkwamen. In de Bijbel moet die arme Jonas de mensen van zijn stad vertellen dat ze ten onder zullen gaan vanwege hun losbandigheid. Jonas vlucht, want hij wil niet profeteren. In “Prophecy” is het niet de tekst die de verlossing brengt, maar de melodie. Als profeet Blaudzun een verborgen boodschap heeft over de sombere staat van de wereld, dan weten we in elk geval waar we verlossing moeten zoeken: in de muziek. In de liefde en het leven blijft het tobben.
Blaudzun geeft stof tot nadenken, maar ook muzikaal zitten we goed. “Shades” gaat op een zwaar vloerkleed van synthesizers soepel een lange, aangename glijbaan af. ‘We lived, we loved,’ zingt Blaudzun, ‘let’s do it all again.’ “Faint of Heart” start onderkoeld met een gedempte, traag opzwepende beat, een lichte echo in de stem en twee akkoorden. Pas halverwege breekt, langzaam opgebouwd, een heerlijke melodielijn als een oplossing voor de puzzel. We herkennen een patroon: de melodie die zich langzaam, maar onmiskenbaar nestelt in deze liedjes. De hand van co-producer Marien Dorleijn (Moss) is hier onmiskenbaar.
Onderweg naar het einde van de plaat laat Blaudzun ons zien hoe hij de balans bewaakt. In “Spark Chaser” horen we alleen de zanger en zijn akoestische gitaar. Geen poespas. In het volgende nummer horen we hetzelfde refrein, maar gaat het vol op het orgel. Het zijn de twee uitersten van Blaudzun in twee liedjes, maar met dezelfde melodie en dezelfde tekst. Een overwinning.
Latter Days brengt ons geen nieuwe Blaudzun, maar wel een Blaudzun in goede doen. Het is een plaat als de poëzie van Herman de Coninck. Het is in één keer al goed, maar bij elke volgende lees- of luisterbeurt wordt het nog beter. Elke nieuwe ronde biedt ook weer nieuwe inzichten. Een fijn album.
Blaudzun gaat op tournee en speelt onder andere in Amsterdam (9 februari), Rotterdam (13 februari), Gent (27 februari) en Antwerpen (28 februari).
Ontdek “Shades”, ons favoriete nummer van Latter Days, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.