Bevestigen is vaak moeilijker dan doorbreken. Worden debuutplaten (soms terecht, soms onterecht) overladen met superlatieven en veelbelovende hype, dan is die moeilijke tweede altijd een ‘make or break’-moment binnen de carrière van een jonge band. Om die moeilijke kaap te omzeilen heeft de nog altijd maar 23-jarige Sophie Allison het van in het begin slim aangepakt. In 2018 debuteerde ze als Soccer Mommy met Clean, maar stiekem had ze al in 2016 een albumpje via bandcamp op de wereld losgelaten en een jaar later bundelde ze nog wat losse singles en herwerkte nummers op Collection. color theory is dus technisch gezien haar vierde langspeler in bijna even veel tijd, waardoor ze al heel duidelijk weet welke richting ze uit wil met Soccer Mommy.
Op haar doorbraakplaat Clean verhief Allison ‘melancholisch-door-het-raam-staren’ tot een kunstvorm en omschreven we haar sound als ‘de slaapkamer ontgroeid’. Ook al klinkt Soccer Mommy nog steeds als Soccer Mommy, het grootste verschil ligt deze keer in de lyrics. De gitaarsound is wat scherper afgesteld en het geheel voelt op color theory ook gewoon voller, warmer en gelaagder aan dan wat de band ooit liet horen. Maar waar Allison zich nog verstopte achter het ‘sad girl’-typetje en het vooral had over erbij horen, durft ze zich deze keer wel bloot te geven. “Cool” en “Your Dog” klinken nu als een tiener die wanhopig op zoek is naar een manier om toch maar bij de cool kids te kunnen horen. Ondertussen is Allison al twee jaar quasi non stop op tour met Soccer Mommy, leerde ze gaandeweg wat het betekent om een frontvrouw te zijn en vond ze tussendoor tijd om bij haar ouders weg te trekken en op haar eigen benen te staan. Op color theory stelt ze zich niet meer de vraag ‘wie wil ik worden?’ maar wel ‘wie ben ik eigenlijk?’.
Het antwoord is niet altijd even mooi. ‘Why am I so blue?’, vraagt ze zich af in opener “bloodstream”. Ze doopt meteen haar penseel in het blauw van eenzaamheid en depressie, dat ook de volgende drie nummers zal kleuren. color theory is opgebouwd rond drie kleuren die elk hun eigen verhaal, gemoed en emotie meebrengen. Naast blauw mogen we ons ook nog aan het geel van mentale en fysieke ziekte en het grijs van de dood verwachten. Toch weet Allison die zware onderwerpen te verpakken in lichtvoetige indierocknummers, waardoor ze slechts af en toe de sloophamer bovenhaalt.
‘And happiness is like a firefly on summer free evenings / Feel it circling through my fingers but I can’t catch it in my hands’ klinkt het bijvoorbeeld nog in “bloodstream”, waarna ze haar hart door het afvoerputje laat stromen in “circle the drain” en zichzelf de ‘princess of screwing’ up’ noemt op “royal screw up”. Aan haar goeie bedoelingen zal het zeker niet liggen. ‘Try to break your walls, but all I end up breaking is your bones’ geeft ze toe op “night swimming”. In de tragere en intiemere songs zorgt haar beperkte stembereik voor een eerste hint van verveling. Ook helemaal op het einde zijn “stain” en “grey light” in hetzelfde bedje ziek.
Van blauw gaat het naar geel en laat Sophie Allison je kennismaken met haar demonen en haar innerlijke struggles. “crawling in my skin” is een ode aan haar eigen angsten en paranoia, terwijl ze op het prijsbeest “yellow is the color of her eyes” haar moeders lange en slepende strijd met kanker probeert te verwerken. In een zeven minuten lange trip langs grungegitaren en verlaten stranden bouwt ze langzaam en zorgvuldig op naar die adembenemende climax die je deze keer niet hoger stuwt, maar je eerder met kopje onder water duwt.
color theory klinkt vreemd genoeg helemaal niet vernieuwend of eigentijds. Meer zelfs, singles “yellow”, “circle the drain” en “bloodstream” hebben veel gemeen met de nineties. Allison haalde haar inspiratie niet alleen bij Avril Lavigne of Natalie Imbruglia, maar ook bij Fishmans’ “Long Season” en Alanis Morrisette. Net als een Instagramfilter ligt er over ieder nummer een laagje nostalgie gedrapeerd dat nergens geforceerd of goedkoop aanvoelt. Met die korrelige gitaren in “crawling in my skin” of het semi-akoestische “up the walls” maakt ze haar eigen interpretatie van de post-grunge uit de late jaren 2000.
Net als in het leven heeft ook op color theory de dood het laatste woord en kleurt Soccer Mommy die grijs. In het opnieuw door gitaren gestuwde “lucy” sluit ze een pact met de duivel, die ze liefkozend Lucy noemt. Toch weet ook die niet hoe je aan traumatische gebeurtenissen of de dood kunt ontsnappen. Even later probeert Allison tevergeefs een vuile plek (lees: trauma) uit te wassen in “stain”. Het is duidelijk dat deze plaat veel meer betekent voor haar dan het op het eerste zicht lijkt.
“grey light” omschrijft Allison zelf als het perfecte einde van de plaat. Dat klopt in theorie ook, al heeft ze in die tragere nummers toch meer moeite om onze aandacht vast te grijpen dan in de stevige rocknummers. Maar wie goed luistert, hoort niets anders dan een oprechte en eerlijke dissectie van haar eigen gevoelens. ‘Am I just like you? / Am I gonna be there way too soon? / ‘Cause I see the noose / It follows me closely whatever I do’, klinkt het eerlijk. Allison probeert in tien nummers heel wat te verwerken en gevoelens te plaatsen. Gelukkig doet ze dat op een manier die niet alleen genietbaar is maar ook herkenbaar en ontwapenend.
Soccer Mommy’s carrière gaat met rasse schreden vooruit. Ze speelde ondertussen al in het voorprogramma van Vampire Weekend, Wilco en Kacey Musgraves en liet haar nieuwste single “bloodstream” op de wereld los tijdens een campagnerally voor Bernie Sanders in Houston, Texas. De band voegt aan al dat goeds ook nog een sterke tweede plaat toe. color theory is net als haar vorige album Clean materiaal voor eindejaarslijstjes, maar het is vooral een teken dat Sophie Allison gegroeid is als muzikante en als band. Luisterde Clean nog als een tienerdagboek, dan heeft color theory meer weg van een louterende therapiesessie met Sophie Allison.
color theory verschijnt op 28 februari en op 13 juni staat Soccer Mommy in de Botanique.