De Britten van Gengahr brachten begin dit jaar hun derde album Sanctuary uit, waarop duidelijk werd dat de scherpe indiekantjes er stilletjes aan afgevijld zijn ten voordele van een properdere en gelukzalige popklank die de dansbenen in beweging houdt. Gisteren kwam de sympathieke groep die evolutie voorstellen aan het Brusselse publiek in Volta en ondanks hun prestatie op vlak van sfeer en gezelligheid, kon er muzikaal veel meer uitgehaald worden.
Fake Laugh was de supportact van de avond. De onzekere jongeman liet ons wegdromen met zijn schone stem onder begeleiding van pianoakkoordjes. Ondanks de talloze streams die hij al wist te behalen met de bedroompoppy studioversies van zijn boegbeeld-indiesongs, was Fake Laugh duidelijk bloednerveus om die live te brengen in een stripped down versie. Gelukkig kon er nog steeds meer af dan een ‘fake laugh’ en maakte hij er het beste van. De set kende genoeg tempo- en toontroubles, maar toch bleven we met plezier luisteren naar Fake Laughs kleine, schattige liedjes die heel wat potentieel bevatten. Er is nog werk aan de winkel, maar met iets meer oefening en zelfvertrouwen zien we het goedkomen. Op 13 maart komt zijn nieuwe plaat Dining Alone uit; wij gaan luisteren!
Vervolgens was het aan Gengahr om de boel op te leuken met hun opmonterende indiepop die zorgen liet verdwijnen als sneeuw voor de zon. (nvdr: Duidelijk enkel in de figuurlijke betekenis, aangezien het na deze stralende set effectief nog eens gesneeuwd heeft in ons land.) De vier heren speelden een genietbare set en hadden aan alles gedacht: van het decor over details zoals de plezante, hoge backing vocals die zo nu en dan opdoken tot de Kendrick Lamar cover van “Love”.
Toch was dat niet voldoende om ons over gans de lijn te overtuigen. De set was best genietbaar, maar niet noodzakelijk, zo bleek. Hier en daar klonk de groep namelijk te braaf en gestroomlijnd om krachtig over te komen en onze aandacht vast te houden. Opvallend was bovendien dat die vaststelling correleerde met het passeren van nieuwe songs en zo was de conclusie onafwendbaar: Gengahrs oudere nummers klinken veel boeiender door hun exponentieel hogere mate van creativiteit en eigenheid.
Hoe dan ook, Gengahr kwam immer sympathiek over en bracht hun resem indiepopliedjes met goesting en strakheid. Een serieuze troef was natuurlijk ook het gladde stemgeluid van de frontman, waarmee hij ons op ieder moment wel wist te verleiden. Eindigen deden de Britten met bescheiden hitje “Heavenly Maybe” dat opnieuw zeer radiovriendelijk is, maar vooral uitblinkt in aanstekelijkheid. Niet toevallig dat dit bewaard werd voor het einde; Volta was dan ook op z’n meest enthousiast tijdens deze vlekkeloos gebrachte climax waarvoor de Kempische leuze lest is best wel gemaakt leek.
Het was een avond die fluctueerde wat overtuigingskracht betreft, maar waar het publiek zich zonder twijfel goed geamuseerd heeft. We zijn benieuwd hoe Fake Laugh zich verder zal ontwikkelen en welke richting Gengahr nog van plan is uit te gaan.