Op een zonnige nazomerdag laat een eenzame straatmuzikant het allerbeste van zichzelf horen. Triggerfinger, Rihanna en Oasis passeren de revue. Douglas Firs zit voorlopig nog niet in zijn jukebox. Spijtig, maar geen drama, want the real deal Gertjan Van Hellemont zit vlak voor mijn neus. En hij heeft vanalles te vertellen, zoals het antwoord op deze openingsvraag:
Was deze – ondertussen derde – plaat moeilijk om te maken?
“Ik vond onze tweede plaat ‘The Long Answer Is No’ alleszins de makkelijkste om te maken. Na de debuutplaat zaten we met een hoop ideeën hoe alles anders kon voor een opvolger. Toen hebben we dezelfde soort plaat gemaakt, maar gestroomlijnder. Dat we die dan mochten afwerken in de Wilco Loft was een gigantische droom die uitkwam. Bij ‘Hinges Of Luck’ zag ik niet meteen hoe we dat konden toppen, dus heb ik even tijd nodig gehad om te ontdekken wat ik anders wou doen.”
Dat anders was: naar Montréal trekken.
“België voelt al snel heel claustrofobisch aan. Er is altijd veel lawaai, overal beton. ‘The Long Answer Is No’ heb ik gemaakt na een lange rondreis door de VS, en ik wou diezelfde vrijheid terugvinden. Maar dan op een andere manier: in plaats van voortdurend rond te trekken ben ik zes weken in een wereldstad mij gaan terugtrekken. Zes weken lang heb ik letterlijk niets anders gedaan dan slapen, eten, lezen en liedjes schrijven. Zalig was dat.”
Hoe beviel Canada je? Dat lijkt me een land dat helemaal bij jou past.
“Ja, geweldig. De clichés kloppen wel. In de VS moest ik staan ruzie maken om mijn gitaar in te checken op het vliegtuig, in Canada haalden ze er zelfs de piloot bij om zeker te zijn dat alles vlekkeloos zou verlopen. Ik heb die zes weken vooral opgevuld door in parken te zitten lezen. Ik heb daar ook de coverfoto genomen, die achteraf gezien heel druk is. Maar aangezien de plaat geschreven is in en over Montréal, moest het die foto zijn.”
“Eén van mijn eerste optredens daar was in The Barfly, zo’n typisch ruig café vol mannen met tattoo’s, een donkere pooltafel en een barman die tussen de bestellingen door shotjes bourbon achterover giet. Maar zodra ik begon te spelen, werd het er muisstil. Ik vertelde tussen twee nummers dat ik in de stad was om liedjes te schrijven en diezelfde barman haalde onmiddellijk zijn agenda boven om het volgende optreden te boeken. Om daarna aan de toog mijn teksten te bespreken met een zestigjarige man. Dat was echt een magische avond.”
Het lijkt me een verademing om eens uit die rat race te stappen.
“Wat er rond je hoofd gebeurt, staat recht evenredig met wat er in je hoofd gebeurt. Da’s ook ongeveer waar ‘Wanderland’ (de podcastreeks die Van Hellemont maakte voor Radio 1) over gaat. Kijk, ik woon in met vier mensen in één huis – da’s superleuk, maar heel druk. Als ik dan naar een veld in Frankrijk ga, of anderhalve maand naar Montréal verhuis, heb ik ineens alle tijd van de wereld. Geen internet, geen smartphone. Alles letterlijk eens afzetten. Daar gaat de plaat volgens mij ook voor een stuk over. Dat doen we niet meer.”
“Mensen van mijn leeftijd kunnen en mogen alles worden wat ze willen, liefst alles tegelijk. Maar sommige dingen heb je niet in de hand. ‘The hinges of luck / can get sort of stuck’. De gedachte dat je niet alles in de hand hebt, is geruststellend. Je kan het wel sturen. Dat Kevin Ratterman (mixer van het album) ‘How Can You Know’ keimooi vindt en daarom aan mijn plaat wil werken, is toeval. Maar je moet wel de vraag durven stellen natuurlijk.”
‘The key to bend the future towards the most promising end’, zoals het in dat nummer ook klinkt. De moderne variant van ‘Een nee heb je, een ja kan je krijgen’.
“Inderdaad. We zijn natuurlijk rotverwend hé, als dat de dingen zijn waar je je mee moet bezig houden. Drie generaties voor ons hoopten ze vooral ’s avonds eten te vinden. Weet je: het symbool voor onze generatie is de pitloze druif. Omdat we die oké vinden. Terwijl iedereen weet dat daar veel minder smaak in zit dan een druif mét pit. We nemen zomaar genoegen met een pitloze druif, terwijl je altijd zoveel beter kan doen.”
“Daar gaat ‘Hannah’ ook over, of ‘Don’t Buy The House’ op het vorige album. Je hoeft niet, om niemand voor het hoofd te stoten, het uitgestippelde pad te volgen. Daar krijg ik het van. Da’s niet goed genoeg. Je kan zoveel beter doen. Iedereen vindt toch de druif mét pit beter. Da’s wellicht wetenschappelijk te verantwoorden.”
‘Hinges of Luck’ ging je uiteindelijk afwerken bij Kevin Ratterman in Louisville, Kentucky. Die man heeft best een indrukwekkend cv.
“Het nadeel van Kevin Ratterman is dat hij zodanig cool is dat mensen soms het belang van Jan Chantrain vergeten. We hebben de plaat samen met hem opgenomen in België. Als band proberen we heel hard over ons geluid te waken, en Jan was daarin volkomen de max en heeft ons daar superhard in geholpen.”
“Ik wou voor de mix vooral met Kevin samenwerken door ‘Ouroboros’, de plaat van Ray LaMontagne. Ik vind dat die fantastisch in elkaar zit. Blijkt dat hij daar de volgorde van de nummers voor heeft gekozen, net als voor zijn My Morning Jacket-platen. Ik heb hem dan ook zijn gang laten gaan met onze plaat, terwijl wij met drie – Simon, mijn broer Sem en ikzelf – op het pleintje ons zelfverzonnen spelletje basket aan het spelen waren. Enkele uren later komt hij ons halen, om met pintjes en chips in de zetel luisteren naar de afgewerkte plaat. Vlak voor hij begint, zegt hij nog tussen zijn tanden ‘Ah ja, sorry hé’ en laat de intro horen. Blijkbaar had hij uit ‘Montréal’, het slotnummer, allemaal klanken gehaald en die vol effecten gestopt. Heel bevreemdend, want je bent al maanden bezig met die plaat en opeens hoor je iets dat je niet kent, maar waar je toch dingen in herkent. Maar daardoor is ‘Hinges of Luck’ een soort boek, met een begin en een einde. Ja, dat heeft hij toch maar mooi gedaan, die Kevin.”
‘Hinges Of Luck’ is nu verkrijgbaar via V2 Records. Op 28 oktober stelt Douglas Firs het album voor in de Ancienne Belgique, daarna trekt de band door de Benelux.