FeaturesInstagramInterviewsUitgelicht

Interview Jake Bugg: ‘Het maken van de soundtrack van de Ronaldinho-film was een fantastische leerervaring”

© CPU – Nathan Dobbelaere

Afgelopen vrijdag gaf Jake Bugg een schitterend optreden op de openingsdag van Crammerock. Voordien kregen we de kans om het met hem te hebben over zijn muzikale evolutie, zijn liefde voor zowel Notts County als gitaren en natuurlijk de verjaardag van zijn debuutalbum. De plaat met daarop hits zoals “Lightning Bolt” en “Two Fingers” viert zijn tiende verjaardag in oktober en dat was dan ook de perfecte reden om eens terug te blikken op de afgelopen tien jaar. Op 14 oktober verschijnt er ook een deluxe-versie van het album, met daarop demo’s, outtakes en enkele nummers die het album niet haalden.

Je debuutalbum viert in oktober zijn tiende verjaardag. Hoe blik je daarop terug?

Het is gek om te beseffen dat het al inmiddels al tien jaar geleden is, want om eerlijk te zijn voelt het alsof het pas gisteren was. Het is een album waar ik heel trots op ben en het hielp me ook om de carrière uit te bouwen die ik vandaag de dag heb. Ik blik er gewoon zeer innig op terug en ik kan nog steeds niet geloven dat het al tien jaar geleden is.

Tijdens die tien jaar heb je vaak getourd en veel optredens gegeven. Is er een specifiek concert of festival dat je echt onvergetelijk vond?

Ik heb het geluk gehad dat ik op heel wat mooie festivals en in heel wat leuke zalen heb mogen spelen. Glastonbury is het eerste wat me te binnen schiet, dat is inmiddels ook al negen jaar geleden. Niet alleen omdat ik headliner was op The Other Stage, maar ook gewoon omdat Metallica op hetzelfde moment op de Main Stage stond. Het was moeilijk te geloven dat ik clashte met een van mijn favoriete bands uit mijn jeugd. Ik had ook het geluk dat ik in The Royal Albert Hall mocht spelen en ook in België zijn er heel wat leuke festivals, waaronder dit festival, maar ook Pukkelpop is altijd fantastisch.

Het verbaast ons een beetje dat Metallica als een van je favoriete bands noemt, omdat je natuurlijk geen metal maakt. Hebben ze de manier waarop je je nummers schrijft beïnvloed?

Inderdaad. Ik denk dat Metallica voor heel wat vijftienjarigen die gitaar leren spelen de go-to band is, toch? Ik ben niet per se alleen fan omwille van hoe ze zijn als band en hoe ze klinken. Voor mij gaat het echt om de songs en ze hebben natuurlijk heel goede songs, dat is het enige waar ik eigenlijk om geef.

De laatste tien jaar waren zoals je eerder al zei gevuld met heel wat leuke optredens. De laatste twee jaar werden echter wat ‘gestolen’ door de pandemie. Hoe kijk je terug op die periode?

Het was een zware periode voor iedereen. Ik had nog wat geluk, want ik was aan het werken aan het album dat ik vorig jaar uitbracht. Het meeste van de tijd spendeerde ik aan het maken van de soundtrack voor de Ronaldinho-film. Het zorgde ervoor dat ik bezig kon blijven en dat ik er met mijn hoofd bijbleef. Het was echt geweldig: clips bekijken van Ronaldinho, die voetbalkunstjes uitvoert, goals scoort en het enige dat ik daarbij moest doen was er muziek voor schrijven.

© CPU – Nathan Dobbelaere

We nemen aan dat je zelf ook een grote voetbalfanaat bent?

Absoluut! Ik aarzelde dan ook geen moment toen ze me vroegen of ik interesse had in het maken van de soundtrack. Het was een fijn project om te doen en ik leerde er ook veel nieuwe dingen door. Ik leerde nieuwe akkoordvormen, ritmes, de bossanovasound, de samba en andere gelijkaardige sounds. Het was kortom gewoon een fantastische leerervaring.

Gaan die nieuwe muzikale stijlen ook je volgende nummers en albums beïnvloeden? Of was het eerder iets voor eenmalig gebruik?

Ik denk dat sommige dingen wel een handige invloed kunnen hebben, met in het bijzonder het leren van een volledig nieuwe muziekstijl en genre. Het leren van nieuwe muziekstijlen en muziektypes is iets wat ik op de gitaar telkens weer probeer te doen omdat ik denk dat het veel deuren opent wat betreft het schrijven van nummers. Dus ik zou het wel tof vinden als de invloeden op mijn volgende album nog terug te horen zijn.

Om terug te keren op het voetbal: voor welk team supporter je?

Mijn favoriete team is een heel, heel oud team. Het is eigenlijk zelfs het oudste professionele team ter wereld, maar momenteel zijn we eigenlijk ook niet meer professioneel. Dat gezegde klopt dus niet helemaal meer. Het team heet Notts County.

Zij spelen in de vijfde divisie toch?

Inderdaad. Als we zouden kunnen terugkeren naar de de vierde divisie dan zouden we dus weer het oudste professionele team ter wereld zijn, maar dat is lastig. We weten allemaal dat voetbal een zeer competitieve en harde sport is en die kant van het voetbal zien we zeker terug in de vijfde divisie.

Wat zal eerder gebeuren? Notts County die promotie naar de vierde divisie afdwingt of een nieuw Jake Bugg-album?

Oh, ik zou natuurlijk willen dat Notts promotie haalt om eerlijk te zijn, maar ik werk altijd verder aan nieuwe muziek en binnenkort ga ik ook aan een nieuw album beginnen werken. De soundtrack en het laatste album vergden veel van mijn tijd en daar kwam dan ook nog eens het touren bij. Ik kan nu dus pas beginnen aan het schrijven van nieuwe muziek.

Zie je Notts promotie behalen dit seizoen?

Oh, dat is heel moeilijk. Er is maar één ploeg die rechtstreeks promotie kan behalen en de rest gaat via play-offs; het is heel wreed. We hebben voorlopig nog geen enkele wedstrijd verloren. Tot nog toe hebben we drie keer gewonnen en drie keer gelijk gespeeld. Als ik me niet vergis staan we momenteel vierde. Ik sponsor trouwens ook de uitshirts van het team. Dat is wel grappig, maar zorgt soms ook wel voor wat extra spanning. Je wilt natuurlijk niet dat het team verliest terwijl je naam op het shirt staat.

Heb je tijdens het touren dan nog af en toe de tijd om naar een wedstrijd te gaan kijken?

Om eerlijk te zijn heb ik er eigenlijk niet erg veel tijd voor. Vorig jaar ben ik naar een wedstrijd gaan kijken en toen werd het recordaantal toeschouwers voor de vijfde divisie ook verbroken. Ik denk dat er toen ongeveer achttienduizend mensen aanwezig waren, wat echt veel is.

© CPU – Nathan Dobbelaere

Om weer terug te keren op de lockdown: je bracht begin dit jaar “Seven Bridge Road” uit, was dat een nummer dat je tijdens de lockdown schreef?

Het was niet zozeer tijdens de lockdown zelf, eerder net daarvoor. Ik werkte toen samen met twee mannen van de band Doves. We hingen gewoon wat en ondertussen kwamen we met “Seven Bridge Road”. Ik wou trouwens ook geen groot item maken van de release. Ik denk dat je niet alles overmatig kunt promoten. Mensen zijn niet dom en zien natuurlijk ook zelf wel wanneer een label een release blijft pushen. Soms wil ik echt gewoon een nummer uitbrengen voor de fans.

Zie je jezelf dan als een man van het volk; een man van de fans?

Dat weet ik niet zozeer. Ik kom natuurlijk uit de arbeidersklasse en ik weet hoe hard het leven kan zijn voor mensen in de arbeidersklasse en de problemen waarmee ze te kampen krijgen. Momenteel zien we dat zelfs bij heel de wereld met de lopende energiecrisis. Ik probeer dan ook de mensen te steunen van waar ik ben, want dat is belangrijk om te doen.

Wat mogen we verwachten van je volgende album? Je hebt geen enkel album dat hetzelfde klinkt als één van je andere albums; welke stijl kunnen we nu gaan verwachten?

Dat is moeilijk om te zeggen. Het is pas na het schrijven van de eerste songs dat ik echt weet hoe mijn album gaat klinken. Ik hield van de richting waarin het laatste album ging met de pop, de melodieën en de productie, maar ik zou dat graag combineren met de sound van mijn eerdere werk. Zo zou het zowel traditioneel als hedendaags klinken; dat zou ik graag bereiken.

Bedoel je daarmee een combinatie van je muziek van tien jaar geleden en van nu?

Ja, dat is zeker mogelijk. Ik heb doorheen de jaren heel wat nieuwe dingen geleerd en ik heb het gevoel dat ik me als schrijver en muzikant heb ontwikkeld. De oude nummers hebben wel een bepaalde charme en rauwheid en ik denk dat het cool zou zijn mocht ik dat op een modernere manier kunnen vastleggen.

Hoe zou je je muziek beschrijven aan iemand die op de een of andere manier nog nooit je muziek heeft gehoord?

Ik heb echt geen flauw idee, al klinkt dat misschien wat dom om te zeggen. Ik vind dat eigenlijk moeilijk om uit te leggen aan mensen, want ik probeer ook iedere keer weer iets anders. Soms is het wat meer pop, soms gaat het wat meer folk en gaat het zelfs een beetje in de bluesrichting. Ik denk dat ik het nog steeds het best kan beschrijven als singer-songwriter. Dat is eigenlijk de enige manier waarop ik het kan beschrijven. Ik schrijf liedjes en zing ze en wat betreft de stijl, so be it. De liedjes zijn gewoon het belangrijkst. Het interesseert me eigenlijk niet zozeer in welk genre of stijl ze zijn.

© CPU – Nathan Dobbelaere

Over singer-songwriters gesproken: toen je eerste album uitkwam, zeiden heel wat mensen dat je de nieuwe Bob Dylan of de nieuwe Noel Gallagher zou worden; hoe denk je daarover?

Dat waren natuurlijk heel gewaagde beweringen, toch? Ik probeer eigenlijk niet te voldoen aan eender welke bewering. Ik probeer gewoon mezelf te zijn, dat is ook wat de artiesten met wie ze me vergeleken deden. Ze zijn goed omdat ze uniek zijn, ze waren gewoon zichzelf en dat is volgens mij de beste manier om te zijn.

We hadden het eerder al wat over muzikale invloeden. Wat maakt andermans songs goed wanneer je ze op de radio hoort?

Hmmm, wat maakt een nummer goed voor mij? Dat is echt een moeilijke vraag, dat moet ik altijd weer bekennen. Als ik zou weten wat een goed nummer was, dan zou ik er gewoon iedere dag eentje schrijven. Helaas werkt het zo niet, maar dat heeft ook zijn charmes. Soms schrijf ik nummer en denk ik daarmee niets buitengewoons te hebben gedaan. Dan heb ik geen idee wat ervan zal komen, maar is het veel beter dan ik op voorhand had verwacht, zoals bijvoorbeeld bij “Lightning Bolt” het geval was. Soms schrijf je iets en denk je dat het het beste ter wereld is en dan geeft niemand er een reet om. Dat is gewoon hoe het is en het is moeilijk om echt te weten hoe het precies in elkaar zit. Ik denk dat er ook veel afhangt van het moment waarop we ons bevinden als een samenleving, als een beschaving en hoe mensen zich op dat moment voelen. Het hangt soms echt daarvan af. Ik weet wel wat een slecht nummer is, maar een goed nummer, dat is al stukken moeilijker.

Over goede en minder goede nummers gesproken: heb je nummers die je niet goed vindt en bijvoorbeeld liever niet had geschreven?

Natuurlijk, er zijn maar weinig artiesten die geen slecht nummer hebben geschreven. Er zijn bijvoorbeeld ook nummers waar ik zelf niet zozeer fan van ben, maar die wel het beste van het beste zijn. Ik denk dat het alleen maar Bee Gees, The Beatles en misschien enkele artiesten die ik niet meteen kan noemen zijn die geen enkel slecht nummer schreven. Ik denk dat ik met mijn derde album wel een beetje geworsteld heb wat betreft de productie, sommige nummers en stijlen. Maar je leert daar uit, je gaat verder en je probeert ervoor te zorgen dat het niet meer gebeurt. Je probeert dan gewoon het allerbeste te maken van wat je mogelijks zou kunnen maken.

Bee Gees is voor velen misschien wel een band die velen niet meteen aan jou doet denken, maar bij het je meest recente album zijn die invloeden wel duidelijk te horen. Hoe ben je bij die muziek beland?

Ik vond de oudere muziek altijd al leuker, vooral die van de jaren zestig dan. Er waren toen heel wat goede liedjesschrijvers. Ikzelf werd voornamelijk beïnvloed door de popsound van de jaren zeventig, zoals die van ABBA, Supertramp en natuurlijk ook Bee Gees. Het is gewoon ongelooflijk melodisch en dat is waarom ik er verliefd op ben geworden. Ze waren allemaal op hun manier een invloed op mijn laatste album. Dat is waarschijnlijk ook waarom je meer falsetto hoort op dat album, terwijl dat er vroeger op geen enkel album was.

Heb je bij het uitbrengen van een nieuw album dan soms het gevoel dat mensen iets anders van je verlangen? Dat ze bijvoorbeeld niet zitten te wachten op Jake Bugg meets Bee Gees of iets in die aard?

Ja natuurlijk. Er zijn altijd verwachtingen en mensen zijn natuurlijk soms teleurgesteld wanneer je niet gemaakt hebt wat zij wilden horen. De waarheid is dat de muziekindustrie moordend en zwaar is en het daardoor vaak op overleven aankomt. Soms moet je dan gewoon doen wat je kunt doen om te overleven. Soms moet je de muziek maken die je liever niet wilt maken, om de muziek te kunnen maken die je wilt maken. Mensen vergeten vaak ook dat er bij het eerste album – die de meeste fans de beste vinden – geen publiek was waarvoor ik dat album maakte. Ik maakte het gewoon voor mezelf en schreef gewoon waarover ik zelf wou schrijven, in dit geval was dat mijn leven toen ik opgroeide. Dat is wat voor de connectie zorgde met de mensen, maar voordien kenden die mensen Jake Bugg ook helemaal niet hé, dus wisten ze ook niet wat ze van me konden verwachten. Ik denk dat je nooit echt iets van een artiest mag verwachten. Ik denk dat je, of je het nu wilt of niet, beter geïnteresseerd bent in wat de artiest vervolgens zal uitbrengen.

© CPU – Nathan Dobbelaere

Je zegt dat er voor het eerste album geen verwachtingen waren. Wat verwachte je er zelf van? Verwachtte je zelf dat het zo’n succes zou worden of mikte je eerder op optredens in pubs?

Sinds ik een jaar of dertien, veertien was, vond ik het idee van het hebben van een slechte bus en het verblijven in afschuwelijke hotelkamers eigenlijk al gewoon heel cool. Iemand zei ooit dat iets de juiste keuze is wanneer zelfs het slechtste deel goed klinkt. Maar zelf had ik nooit kunnen verwachten dat het eerste album het zo goed zou doen. Het verbaasde me ook echt enorm dat het album opeens de eerste plaats bereikte.

Je ging snel van een lokale jongen uit de arbeidersklasse naar een ware superster. Hoe ben je omgegaan met het sterrendom en de bijhorende media-aandacht?

Uhm, ik denk dat het wel oké was. Ik denk dat dat nu ook wel al een beetje over is en het is niet meer zo intens als het vroeger was; dat vind ik ook leuker. De beroemdheid, de aandacht en de media waren eigenlijk de voornaamste reden dat ik geen muziek had willen uitbrengen. Ik hou gewoon van muziek en van optreden, maar de beroemdheid en dergelijke zijn gewoon compromissen die je moet sluiten wanneer je muziek wilt uitbrengen op dit niveau. Er waren natuurlijk tijden dat het zwaar en vermoeiend was, maar ik zou het voor geen geld ter wereld anders gedaan hebben.

Ook je tweede album kreeg heel wat goede kritieken. Inmiddels was je al een ster en had je natuurlijk je eerste album al uitgebracht. Hoe heb je dat tweede album benaderd en was er daarbij een ander proces dan bij het eerste album?

Eigenlijk was het gewoon een natuurlijk voorval. Bij mijn eerste album ging ik “Broken” opnemen met Rick Rubin, om het daarna dan als een single uit te brengen. Ik ging dus gewoon naar de studio en nam dat nummer op samen met Rick en toen vroeg hij me of ik nog meer nummers had geschreven. Ik toonde hem enkele ideeën en toen draaide hij zich om en zei ‘laten we gewoon een album maken’. Het gebeurde gewoon op die manier terwijl ik in de studio verbleef en daar ook nog wat liedjes schreef. Ik ging ook op een kleine trip naar Nashville en deed daar ook enkele nummers. Dat ging allemaal zo natuurlijk. De opnames en de productie waren ook vrij rauw en stripped-down. Dat is waarschijnlijk wel een van de beste ervaringen die ik ooit had wat betreft het maken van muziek.

Hoe was Nashville op zich?

Nashville was briljant. Ik nam er mijn vierde album op en werkte met de oudere muzikanten zoals The Memphis Boys. Zij hebben jaren aan een stuk in bands gespeeld. Gene Chrisman speelde bijvoorbeeld op “Son of a Preacher Man” en Bobby Wood speelde zelfs met Elvis. Ik zat daar dus met al die oude legendes in één kamer en opnieuw voelde dat volledig natuurlijk. Ik hou ook gewoon van Nashville. Het is zo’n levendige stad met een toffe cultuur en fantastische muziek. Het was een ander proces dan bijvoorbeeld het laatste album, want dat werd op een minder natuurlijke manier gedaan met een aanpak die moderner en meer pop is.

Nashville is natuurlijk de place-to-be voor gitaristen. Zie je jezelf als een goede gitarist?

Ik ben niet zo goed als ik zou willen zijn. Ik probeer wel elke dag beter te worden, zoals bijvoorbeeld tijdens de lockdown toen ik klassieke gitaar leerde. Dat had ik altijd al willen doen, maar wanneer je uit een sociale wijk komt en geen degelijke lessen hebt gekregen, is dat natuurlijk moeilijker. Ik streef er wel naar om beter te worden, maar wanneer je mensen ziet als Paco De Lucia en Jimi Hendrix dan besef je meteen dat je nooit zo goed zal zijn als je eigenlijk zou willen zijn. Dat is gewoon hoe het is.

© CPU – Nathan Dobbelaere

Dus je hebt doorheen de jaren dan ook geen extra muzieklessen of iets in die aard genomen, of leerde je eerder bij van de mensen in Nashville?

Ik leerde natuurlijk bij door andere muzikanten. Het ontmoeten van andere muzikanten en mensen die je ooit hebben geïnspireerd, is ook een van de leukste dingen die er is aan het muzikant zijn. Je leert nieuwe dingen en technieken; dat opent natuurlijk heel wat nieuwe deuren. Aan de andere kant is het soms ook wel hard. Je kan bijvoorbeeld naar Instagram of YouTube gaan en daar video’s zien van een zesjarige die een gitaar vakkundig aan flarden speelt. Alles wat je dan kan doen, is gewoon blijven verdergaan.

Sommige nummers van Jake Bugg zijn echt moeilijk te spelen door de speciale, zeldzame manier waarop je de snaren aanslaat. Hoe ben je daar op gekomen?

Ik denk dat ik wel een beetje ben beïnvloed door countrymuzikanten zoals bijvoorbeeld Johnny Cash, maar ik denk ook dat mijn gitaarsound zo klinkt doordat ik vrij dunne plectrums gebruik en ze omgekeerd gebruik, met de scherpste kant naar buiten dus. Het geeft me een bepaalde slapback-sound. Ik gebruik die dunne plectrums dan ook omdat het een soort ‘bounceback’ geeft op de snaren. Dat zorgt er dan voor dat ik de ritmes wat simpeler kan houden.

Heb je zelf een favoriet binnen je eigen nummers? Of een nummer dat je live echt altijd zeer graag speelt?

Ik moet eerlijk toegeven dat “Kitchen Table” van op het tweede album een van mijn favorieten is, maar ik speel het nooit live omdat de gitaar daarvoor echt zeer bizar moet gestemd worden. Daarbij komt ook nog eens kijken dat het gewoon zeer moeilijk is om te zingen.

Is het in een open gitaarstemming?

Ik weet zelf niet zo heel goed wat het is. Ik denk dat alle snaren ergens in de stemming van Drop C staan, maar de B-snaar is dan weer hoger of lager dan de rest, wat het zo gecompliceerd maakt. Het is echt een bizarre stemming, maar die hebben me wel beïnvloed. Dat komt waarschijnlijk door Nick Drake en John Martyn. Het zijn gewoon ongelooflijke stemmingen, die meer voor een soort van Keltische sound zorgen. Het zorgt voor heel wat interessante melodieën en harmonieën.

Op 14 oktober verschijnt de deluxe-editie van Jake Bugg

Facebook / Instagram / Website

Ontdek nog meer nieuwe muziek op onze Spotify!

450 posts

About author
Ik moet dagelijks 'ok boomer' aanhoren
Articles
Related posts
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe single Jake Bugg - "Mr. Minister"

Het is moeilijk te geloven, maar over een dikke maand viert het debuutalbum van Jake Bugg al zijn tiende verjaardag. Voor de…
InstagramLiveRecensies

Crammerock 2022 (Festivaldag 1): Festivalzomer in schoonheid afsluiten

Terwijl de festivalzomer stilletjes aan op zijn einde loopt, is er naar jaarlijkse traditie nog Crammerock. Het festival is ieder jaar wel…
FestivalnieuwsMuzieknieuwtjes

Crammerock kondigt eerste namen aan met o.a. Kaiser Chiefs, Jake Bugg en Circa Waves

Eén van de weinige festivals die ook in 2021 plaatsvond, was Crammerock. Het festival in Stekene had toen zelfs een line-up met…

1 Comment

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.