Willen alle mensen die zaten te wachten op een nieuw album van Deep Purple even hun hand in de lucht steken? Blijft iedereen met zijn hand in de lucht als we mededelen dat wij amper een jaar geleden het vorige album Whoosh! met een beschamende anderhalve ster bekroond hebben? Het nieuwe Turning To Crime doet het helaas niet beter. Gebruik die handen dus eerder om tranen weg te vegen, want de nieuwste worp van Deep Purple is alweer van een bedroevende kwaliteit. Eén voordeel: de nieuwe langspeler bevat enkel covers van oude blues- en rockklassiekers. Op de teksten hebben we dus in elk geval al niets aan te merken.
Nochtans is Deep Purple een band die heel wat klassiekers op haar naam heeft staan. Samen met Led Zeppelin en Black Sabbath worden ze beschouwd als de Heilige Drievuldigheid van de Britse hardrock en heavy metal, en met hits als “Smoke On The Water”, “Child In Time” en “Highway Star” is dat meer dan terecht. Albums als Machine Head, Deep Purple In Rock en Fireball blijven tijdloos en hebben talloze muzikanten over de hele wereld geïnspireerd. Helaas is de samenstelling van de groep doorheen de jaren meermaals veranderd en blijft het vooral de opstelling van 1969 tot en met 1973 die met gitarist Ritchie Blackmore potten brak. Vandaag zitten we al aan de achtste samenstelling van de groep, en van die succesperiode blijven enkel zanger Ian Gillan, bassist Roger Glover en drummer Ian Paice overeind. Al mag je dat laatste gerust een overstatement noemen, want het topniveau van vijftig jaar geleden halen de heren jammer genoeg niet meer.
Net als bij de voorgangers NOW What!?, Infinite en Whoosh! stond Bob Ezrin achter de knoppen tijdens de opnames van Turning To Crime. Ook hier slaagt Ezrin er weer in om de plaat bijzonder mak te laten klinken, hoewel hij in het verleden zijn stempel gedrukt heeft op topplaten van KISS, Pink Floyd, Alice Cooper, Lou Reed en Peter Gabriel. Muzikaal klinkt alles als een repetitief zootje, zonder enige kracht of venijnigheid. Elk scherp randje van de originele nummers werd weggevijld en herleid tot vlakke rock zonder al te veel persoonlijkheid.
Naast de flauwe productie is ook de stem van Ian Gillan een pijnpunt. Die is helaas niet meer wat ze ooit geweest is. Gillans stembereik is doorheen de jaren duidelijk afgenomen, waardoor hij zich beter zou toeleggen op rustigere nummers in plaats van luide rockmuziek. Dieptepunt is “Let The Good Times Roll”, waarin de uithalen eerder belegen dan krachtig overkomen. Wat ook dynamiet lijkt te missen zijn de blazers die te pas en te onpas opduiken in de nummers. Zo lijken die op “Rockin Pneumonia and the Boogie Woogie Flu” eerder uit een plastic speelgoedtuig te komen dan uit een volwaardig koperen instrument. Gillan lijkt er in de brug zelf ook even mee te lachen.
Er is nog meer zoutloze eenheidsworst in de aanbieding. “Watching The River Flow”, oorspronkelijk een rammelende bluessingle van Bob Dylan, wordt herleid tot saaie, plat geproduceerde doowop. “Dixie Chicken” en “The Battle of New Orleans” zijn dan weer onnozele hillbilly ketelmuziek, terwijl “Shapes of Things” in vergelijking met het vuile origineel van The Yardbirds gewoon slaapverwekkend slecht is. Gelukkig zijn er af en toe wat lichtpuntjes. “Oh Well” van Fleetwood Mac blijft overeind, niet alleen door de inherente sterkte van het nummer zelf, maar ook omdat het voorzien wordt van leuke drumroffels en gitaarsolo’s die toch wat doen denken aan klassieke hardrock. Ook het met sixties-orgels overladen “Jenny Take A Ride” weet met een amusante riff en speelse drums te overtuigen. Het jazzy intermezzo van “Let The Good Times Roll” zorgt even voor een beheerst moment van variatie. Het zijn jammer genoeg zeldzame gloriemomenten.
Waar Turning To Crime een stuk beter op scoort dan zijn voorganger is het enthousiasme van de groep. Het spelplezier spat van de nummers, en het is duidelijk dat de bandleden zichzelf hebben geamuseerd met de opnames van deze plaat. Zonder enige pretentie hebben ze ervoor gekozen om een coveralbum uit te brengen, wat commercieel niet geheel interessant is. Dat siert hen. De plaat werd bovendien tijdens het hoogtepunt van de lockdown opgenomen; alle leden maakten afzonderlijk hun eigen opnames vanop afstand en die werden vervolgens door producer Bob Ezrin samengevoegd. Met wat goede wil kunnen we Turning To Crime dus beschouwen als een tussendoortje van rockers die zich thuis verveelden. Er zijn echter grenzen aan onze goede wil.
Op de tweeëntwintigste langspeler Turning To Crime klinkt Deep Purple als een doordeweekse coverband op een lokale pensenkermis. De groep is helaas nog maar een schim van de reus die zo ooit geweest zijn. Gelukkig schijnen ze er zelf geen erg in te hebben. Wij raden aan om hetzelfde te doen, en om Turning To Crime gewoon te vermijden.
Facebook / Instagram / Twitter / Website
Ontdek nog meer nieuwe muziek op onze Spotify.
En tóch….hoe vaker ik naar de laatste 4 albums luister, hoe meer ik de sound van de oude Purple terug hoor. Dat was dan ook precies de bedoeling van Bob Ezrin. Luister goed naar de organsolo in Simple Song, Hip Boots, All I Got Is You, Drop The Weapon, What The What en van de coverCD het openingsnummer 7 and 7 is. Stuk voor stuk verbeteringen op de oude studiosound en riff. Maar waar Purple het vooral van moest hebben is de experimentele sound met eindeloos verlengde nummers tijdens de live concerten; dát is wat ze beroemd maakten. Een enkele uitzondering daargelaten vind ik de periode 1984 – 2005 niet geweldig, maar daarna ontstond er wat mij betreft écht een soort revival van de oude deep Purple.