Gisteren waren we aanwezig op Melkrock in Tielt, waar we zowel jong aanstormend talent als levende legendes aan het werk zagen. Voor de tweeëntwintigste editie van dit kleine, maar gezellige festival hadden de programmatoren voor een denderende affiche gezorgd. Namen als Stake, Spinvis en Jaguar Jaguar klinken allemaal bekend in de oren en zetten de toon voor wat een prachtig festival beloofde te worden. Sfeer, goeie muziek, een mooie locatie en goed weer zouden de succesformule blijken voor een indrukwekkende dag met tal van verrassingen en mooie muziekjes.
Bagudebastard
Op Bagudebastard is het moeilijk om een etiket te plakken. De muziek die ze live brengen heeft eighties invloeden met een vleugje soul en een dikke knipoog naar bands als Tame Impala en Temples. Ondanks het vroege uur en het kleine aantal mensen op de weide gaven de jonge snaken het beste van zichzelf. Neem een ijzersterke ritmesectie, wat spacy synths, zweverige gitaren en een soulstem om u tegen te zeggen, en je krijgt het recept voor een opener van formaat. Bagudebastard is dan misschien de jongste eend in de bijt, maar ze hebben bakken potentieel en lieten dat in Tielt met verve zien. Een band om in de gaten te houden.
Little Jimmy
Na Bagudebastard mocht blueslegende Little Jimmy de spits afbijten op het zijpodium. Hij mag dan wel de oudste artiest van deze editie zijn, op het podium kon hij gemakkelijk overtuigen. Met een stem uit de donkere krochten van de Missisipidelta en een ontwapenende dosis charisma wist hij al snel vriend en vijand voor zich te winnen. Samen met drummer Bernd bracht Jimmy eenvoudige songs die stonden als een huis. En dat zal menig vroege vogel geweten hebben.
La Jungle
Daarna was het aan het duo van La Jungle, die terecht de eerste verrassing van de dag genoemd kunnen worden. Ook al zijn de heren maar met twee, ze klinken alsof ze met tien zijn. We waren een dik halfuur getuige van een perfect geoliede machine aan het werk. Een drummer met een ongeziene focus, die zo strak en sterk speelde dat we de spaanders van zijn stokken zagen vliegen en die zich zo hard gaf dat hij letterlijk na vier nummers zijn T-shirt uitwrong in combinatie met een frontman die op het podium al zijn demonen loste. De prijs voor de meest spastische danser van de dag gaat toch naar de frontman van La Jungle, die met zijn gespring een glimlach op menig gezicht toverde. La Jungle was super hard, enorm dansbaar en vooral méga raar. Wij zijn alvast fan.
Mooneye
Nadat de storm genaamd La Jungle was gaan liggen, was het tijd voor een eerste rustpuntje van de dag. Michiel Libberecht en de zijnen, beter gekend als Mooneye, kwamen de weide beroeren met hun gemoedelijke indierock, die bij momenten vaagweg aan Novastar deed denken. Dat het voor de band hard gaat sinds ze De Nieuwe Lichting wonnen, is een understatement. Het gaat niet alleen snel, maar ze zijn op korte tijd ongelooflijk hard gegroeid. Instrumentaal weet Mooneye van wanten; met Libberecht en zijn geweldige stem aan het roer bracht het vijftal de weide een veertigtal minuten in een gelukzalige roes. Vanaf dit punt kan het voor hen alleen nog maar harder gaan, want Mooneye overtuigt en overklast.
Paard.
Na Mooneye gebood presentator Luc Dufourmont het publiek zich te begeven naar het zijpodium, waar we een glimp opvingen van drummer Siegried Burroughs, die een klein plastieken paardje aan een touw in de lucht hing. Op dat moment besefte het publiek het nog niet, maar Paard. zou hen meenemen in een muzikale trip die haar weerga niet kent. Daarmee waren ook zij een van de verrassingen van de dag. Paard. is tegendraads en het drietal improviseerde erop los. Het mooie aan deze drie rasmuzikanten bezig zien was dubbel: langs de ene kant hadden zowel bassist, drummer als muzikale duizendpoot Wim Segers (vibrafoon en synths) geweldig veel plezier in de muziek die ze maken, en dat werkte aanstekelijk. Langs de andere kant leken ze elkaar tijdens het spelen verschillende keren aangenaam te verrassen, iets dat enorm leuk is om te zien. Dat het publiek hun energie wel kon smaken, bleek uit het ellenlange applaus waarop ze op het einde van hun set vergast werden. Paard. is nieuw, niet te temmen en enorm energiek. Onze beer kon ze alleszins wel smaken.
Crayon Sun
We waren nog niet goed en wel bekomen van Paard. of de heren van Crayon Sun stonden ons al op te wachten. De band brengt muziek die zich ergens op het kruispunt van funk, blues en stonerrock bevindt en walste moeiteloos over het publiek heen. Dat de frontman roots heeft in het diepste van de bluesmuziek bewees hij al snel, door hier en daar wat virtuoos mondharmonicaspel. Ook de oosterse klanken die in hun muziek terugkomen konden wij wel smaken, en met Aldo Struyf op gitaar en synths is een knipoog naar Mark Lanegan Band nooit veraf. Crayon Sun is hard, geweldig hard en het vijftal is oh zo virtuoos. Spacy synths, gepaard gaand met een onwaarschijnlijk strakke ritmesectie en een stem als een klok zijn het recept voor een dikke veertig minuten keiharde stoner, die menig toeschouwer met verstomming sloeg.
Spinvis
Nadat de rockers van Crayon Sun de weide opnieuw een dikke 45 minuten bij hun nekvel grepen, was het weer tijd voor even ademruimte. Die ademruimte vonden we in de Nederlander Spinvis, die zijn wondermooie orkest voor ons meebracht. Ze speelden hun typische zeemzoete fluisterpop die duidelijk niet door iedereen gesmaakt werd, want de muziek raakte met momenten moeilijk over het geroezemoes van het publiek heen. Spinvis bracht songs die bij momenten enorm lieflijk zijn, en bij momenten monumentaal groot. Die aangename dynamiek werd mee in de hand gewerkt door de strijkers die hij bij zich had. Ze streken niet alleen op strijkinstrumenten, want op een bepaald moment haalde een van hen een zaag boven, en bewerkte die even kundig met haar strijkstok als ze voordien met haar cello deed. Hoewel Spinvis niet voor iedereen was, maakte hij bij veel mensen duidelijk iets los, wat wij alleen maar kunnen bestempelen als een gevoel van gelukzaligheid. Muziek maken kunnen ze, onze noorderburen.
Vito
Ook Vito overtuigde iedereen gemakkelijk met hun zomerse muziek, die we ergens tussen The Sore Losers, Bob Dylan en Kurt Vile situeren. Dat het de frontman niet aan bescheidenheid ontbreekt, bewees hij in sommige van zijn bindteksten. Zo zei hij: ‘Wij worden allemaal celebrities, en u misschien ook!’ om een van zijn nummers in te leiden, waarmee hij prompt een grijns op de gezichten van het publiek toverde. Vito is jong, fris en ongelofelijk energiek, en we gaan er prat op dat ze in het muzieklandschap nog potten gaan breken. Ook zij zijn een band die je op je radar zou moeten zetten en houden.
Jaguar Jaguar
Na de indierockers van Vito begon het stilaan drummen te worden voor de main stage, waar een deel van de band lohaus, aangesterkt met drummer Ruben Vanhoutte, het publiek stond op te wachten. De perfecte setting voor het vijftal, dat bij een ondergaande zon hun dansbare, zomerse muziek op ons losliet. Jaguar Jaguar klonk strak, exotisch en énorm dansbaar. Het product van vijf rasmuzikanten die iets totaal nieuw leven inbliezen na een reis naar Spanje werd door alle aanwezigen zichtbaar geapprecieerd, en we zagen stilaan meer en meer dansers voor de main stage. Met Jaguar Jaguar op hun affiche heeft het Tieltse festival duidelijk goeie punten gescoord, want overal waar we keken zagen we blije gezichten voor het podium.
Slow Crush
Wie ooit beweerde dat shoegaze dood is, kreeg op Melkrock lik op stuk van het Leuvense shoegazecollectief Slow Crush. Nog het best vergelijkbaar met iets tussen Russian Circles, Slowdive en Mogwai brengt het viertal dikke dromerige soundscapes die zich langzaam als een warm deken om het publiek wikkelden. De setting hiervoor was ideaal: een donkere tent, een dankbaar publiek en enkele spacy lichtjes. De afwezigen hadden ongelijk, want de muziek die zich de komende veertig minuten over de weide verspreidde, was niet alleen ongelofelijk mooi en puur, maar ook nog eens geweldig strak en harmonieus. Onze conclusie? Shoegaze is niet dood, en we zijn meer dan blij dat het in Leuven nog leeft.
Stake
Laatste band van de avond waren de vier West-Vlamingen van het ter ziele gegane Steak Number Eight, nu gekend onder de naam Stake. Al snel bleek dat dit een van de bands was waar het publiek op zat te wachten, want de weide liep aardig vol en de eerste moshpits ontstonden. Stake bracht een mix van oudere en nieuwere nummers, en het werd gauw duidelijk dat het publiek uit hun hand at, en dat Melkrock met hen een dijk van een afsluiter gestrikt had. Het viertal gunde het publiek geen rust, want hun nieuwe nummers raasden over de mensenmassa als een pletwals die zijn weerga niet kent. Voor we goed en wel beseften wat er gebeurde, vlogen de eerste mensen over onze hoofden heen, en even later vloog frontman Brent Vanneste zelf het publiek binnen. Stake is een razende wervelwind van loeiharde metal, en sinds hun wedergeboorte zijn ze harder dan ooit. Een band die instrumentaal fantastisch sterk is, met een bezwerende frontman als Vanneste aan het roer, kan niet anders dan succes hebben. Dat was op Melkrock niet anders, en Stake liet van de weide niks meer heel.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram zijn er nog meer beelden te vinden. Volgen is de boodschap!