Interviews

Interview Nele Needs A Holiday: “Van alle manieren om wraak te nemen is nummers schrijven de minst gewelddadige.”

Interviews

Interview Nele Needs A Holiday: “Van alle manieren om wraak te nemen is nummers schrijven de minst gewelddadige.”

Het is een zonnige septemberdag als Nele Van Den Broeck op een terrasje uitleg zit te geven over de nieuwe plaat van Nele Needs A Holiday. Die heet ‘Love, Yeah’ en gaat – je raadt het nooit – over de liefde.

“Richie (Stevens, producer) gaf de raad om een concept te schrijven waarbinnen de nummers moesten passen. Dus verzon ik een verhaal over een alien die als een soort antropoloog naar de Aarde reist om te onderzoeken wat liefde nu eigenlijk is. Want soms voel ik mezelf ook zo. Je ziet niet anders dan gelukkige koppeltjes op Facebook, en in liedjes hoor ik alleen maar “you’re the one” en “I will always love you”. Werkt mijn binnenkant dan anders dan bij andere mensen? Ben ik nu degene die zo gek is, of is het voor iedereen zo? Want er is geen enkele romantische komedie die op mijn leven lijkt, hoor.

Het is de allereerste keer dat ik je ontmoet, maar ik heb het gevoel dat ik je op één of andere manier al ken.

“Het is natuurlijk gruwelijk eerlijk wat ik schrijf. Ik weet wel dat ik zou moeten zeggen dat het allemaal uitgevonden is, maar 95% van die plaat is gewoon echt gebeurd. Ik denk heel vaak: “Nee, Nele, dat hoeft niet iedereen te weten.” Pas op, ik zou het soms wel willen. Maar er is precies toch een soort mechanisme in mij dat heel mijn hart op de tafel moet leggen.”

“Nu, het voordeel is dat ik binnenkort weer in Londen ga gaan wonen. Zodra het ergens te heet onder mijn voeten wordt, kan ik altijd ergens anders naartoe. (lacht)”

Ik heb het een beetje proberen recreëren, maar het lijkt me alsof je de laatste jaren elke week in een ander land wakker wordt.

“Ik heb anderhalf jaar in Londen gewoond, daarna halsoverkop – verliefd, weet je wel – naar Zweden gevlucht. Die relatie liep op de klippen, maar ik ben er toch blijven wonen en theater maken. Ondertussen speelde ik in Vlaanderen en Nederland met Nele Needs A Holiday, en bleef ik naar Londen reizen. (toont haar agenda) Alle dagen in het rood nam ik een vlucht of een trein, soms drie per week. Op de duur was ik meer bezig met tickets boeken en onderweg zijn. Het was afgrijselijk. In Tinderbio’s zie ik nu overal “Ik hou van reizen!” staan. Neen. Reizen is afschuwelijk.”

“Ik was het ook echt beu. Ik heb tegen iedereen verkondigd dat ik terug in Brussel ging gaan wonen. Dat ik boekenkasten ging kopen, en een plant. En dan komt plots een aanbod om in Londen een musical te maken. Die dan plots veel succes heeft. En dan bieden ze je daar een job aan. Tja, dan ga je daar gewoon voor. Je moet het jezelf ook niet te makkelijk maken.”

Ondertussen jongleer je een beetje met muziek en theater.

“Ik zit op dit moment wat met een prioriteitencrisis. Wat ook een luxeprobleem is. Ik weet het niet. Voor mij is alles wat ik doe hetzélfde, maar via andere media. Ik ben een verhalenverteller. Ofwel is dat in een theaterstuk, of in een column, of in een liedje, maar het verhaal dat ik wil vertellen zal altijd centraal staan. Ik moet daar niet in kiezen. Mijn voornaamste angst is dat ik sterf voor ik al mijn ideeën kan realiseren.”

“Daarom was ik ook zo blij dat ik ‘How To Fail At Being Perfect’ heb kunnen doen. En dat hij een succes was. Want ik heb mij uiteraard gewoon binnengebluft. “Ik schrijf theater en ik schrijf muziek, hoe moeilijk kan het zijn om die twee te combineren?” Wel: heel moeilijk blijkbaar. (lacht) Maar ik voel dat het iets is dat ik écht kan. In die combinatie van een verhaal en muziek een totaalkunstwerk maken. Het zou dus kunnen dat mijn volgende plaat gewoon helemaal de soundtrack van een musical wordt. En dat ik in plaats van releaseconcerten gewoon theatervoorstellingen ga spelen.”

Goed plan. Want hoe lang is het al geleden dat er nog goeie rockopera’s zijn uitgekomen?

“Inderdaad! Conceptplaten, wie doet dat nu nog! In Zweden koopt niemand nog cd’s, en vragen ze enkel of je muziek op Spotify staat. Terwijl het zo geweldig is om na te denken en te piekeren over de tracklisting van je album, hoe je in een eclectisch geheel toch een zekere lijn kan krijgen. Want laten we eerlijk zijn: wat voor een rare trip is ‘Love, Yeah’? Het gaat van uptempo naar rockabilly, daarna gaat het tempo naar beneden, om te eindigen in een soort eurotrashtechnoachtig ding. Maar het blijft wel overeind. Het klopt in al zijn geschiftheid.”

Was het de bedoeling om zo’n eclectische plaat te maken?

“Nee, helemaal niet. Eigenlijk zou het een volledige calypsoplaat worden. Ik had alles – elke drumroffel, elke saxofoonlijn – tot in de puntjes uitgewerkt , en een week voor de opnames heb ik dat allemaal in de vuilbak gegooid. Wat zou ik als klein Belgisch meisje tegen die muzikanten zitten zeggen wat ze moeten spelen. Mijn producer heeft gewerkt met George Clinton en Boy George, de bassist doet sessies met All Saints en de Spice Girls, en de pianist is de vaste orchestrator van fucking Andrew Lloyd Webber. En dan moest ik daar zowat de baas gaan spelen, tussen al die clashende ego’s. Ik ben van mezelf een conflictmijder, en dan moest ik ineens de Verenigde Naties uithangen.”

“Wat wel gewoon goéd was, is dat je een volledig andere referentiekader hebt. Zij kijken anders naar mijn muziek, en naar mijn teksten, omdat het in hun moedertaal is. Ik was zo opgelucht dat ze geen commentaar hadden op mijn teksten.”

Ben je nog bang om in clichés te vervallen?

“Natuurlijk. ’t Is veel directer. Als ik in Duitsland speel, merk ik dat sommige mopjes niet werken. Maar in Londen verstaan ze letterlijk elk woord van wat je zegt. Daarom staan er ook zo goed als geen scheldwoorden op deze plaat. Wij gebruiken shit en fuck als stoplappen, maar daar is het echt nog een conversatiebom. Op festivals pas ik mijn setlist aan: als er een kind bij is, mag je niet vloeken. Als ik om acht uur ’s avonds in een brasserie speel, moet ik dat ook niet doen. Omdat sommige mensen echt gepikeerd zijn. Logisch, het is hun eigen taal. Als ik ineens ‘FOEF!’ tegen u zeg, komt dat ook binnen hé. (lacht)”

Heb je ooit spijt gehad van iets wat je neergeschreven hebt?

“Het blijft wel een struggle, hoor. Als ik het over mijn eigen shit heb, vind ik het niet erg. Maar natuurlijk gaat het nooit alleen over mij. Misschien is het Engels daar toch een beetje een filter voor. Want ik schrijf ook over dingen die hier gebeurd zijn. En mijn oma spreekt geen Engels, snap je?”

“Maar om op je vraag te antwoorden: nee, eigenlijk niet. Ik heb dan ook nooit iets geschreven dat niet waar was. En van alle manieren om wraak te nemen is een nummer schrijven toch de minst gewelddadige.”

 

‘Love Yeah’ is uit sinds 6 oktober op Compagnie Cornelius/N.E.W.S. Records

Website / Facebook / Twitter / Instagram

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.