Vechten, vallen, opstaan, terugvechten. Dat is wat Greg Dulli al zijn ganse muzikale leven doet. Op In Spades, alweer het achtste studioalbum van The Afghan Whigs, moeten alle demonen er uit. Het zorgt voor een pareltje, een energiebom zoals we er al eventjes geen meer gehad hebben.
De Whigs grijpen je meteen naar de keel, laten je geen moment om te twijfelen. Opener “‘Birdland” is open, frêle en toch krachtig. “Arabian Heights” doet je gewoon verlangen om voor een podium te staan en Dulli de bühne op te zien wandelen. Zijn rasp van een stem is de leidraad boven een bombastische sound, die laagje per laagje richting waanzin schrijdt.
Bombast. Daar draait het hem eigenlijk om op In Spades. Brede lagen strijkers en blazers zijn een vergrootglas voor de nooit ophoudende muur van gitaren en drums. Als Bruce Springsteen nog niet bestond, dan hadden The Afghan Whigs hem op dit album uitgevonden. “Toy Automatic” zwelt aan tot een Beatlesiaans eindakkoord, “The Spell” zou passen bij een dramatische cliffhanger uit een blockbuster. “Light As A Feather” is verrassend funky, en zou zomaar eens kunnen zorgen voor een hoogtepunt op de komende tournee.
Is het allemaal fantastisch? Nee. “Demon In Profile” is een tikje té Foreigner om echt goed te zijn. “Copernicus” klinkt dan weer alsof het rechtstreeks uit het repetitiekot komt. Een energiebom, dat wel, maar dan eentje die zodanig racet dat hij al snel uit de bocht vliegt. Wilco maar niet kunco.
Laat dat vooral de fun niet verpesten. In Spades is een verdomd fine ass album, eentje die toont dat Dulli en zijn luitenanten nog steeds het vuur in zich dragen. De eigenzinnigheid waarmee The Afghan Whigs door het muzieklandschap draalt, straalt af op de muziek. Wedden dat hun shows in Trix en AB volgende maand gewoonweg retegoed gaan zijn?