
© CPU – Nathan Dobbelaere (archief)
Vrijdagavond ging Zottegem nog euforisch de nacht in met Nederlandse feestneuzen MEROL en Goldband, en de Belpop-klasbakken van Arsenal. Gisteren hing er echter een sfeer van sérieux aan de Bevegemse Vijvers. Uiteraard kwam dat deels omdat Within Temptation de avond zou afsluiten met haar enige festivalshow in ons land, maar het viel ook toe te schrijven aan de eerste Belgische passage van de legendarische Manic Street Preachers sinds 2019. Zeggen dat dit een festivalavond zou worden die voluit mikte op een publiek dat zich het geluid van een inbelmodem nog voor de geest kan halen, is dus ietwat een understatement. Dat maakte de binnenkomer van de dag dan ook des te gekker.
Kaat Van Stralen

© CPU – Peter Verstraeten (archief)
Deze avond vol gevestigde waarden werd dan ook wederom geopend door een winnares van De Nieuwe Lichting, en dan nog eentje die een stuk minder binnen de lijntjes kleurt dan Alice Mae. Kaat Van Stralen en haar band brengen kleinkunst met een punkattitude, en dat doen ze compromisloos. Dat resulteerde in een optreden dat als startschot in de tent nog wat aarzelend werd ontvangen. Sommige bezoekers keken op dezelfde manier naar het podium als naar een kleuter die een tantrum gooit in de gangen van de Delhaize. Desondanks blijft Kaat Van Stralen een ongemeen boeiende persoonlijkheid die de moeite doet om iets unieks te brengen op het podium, en met “Stop met wenen” en “Vieze vlinder” toch enkelen wist te overtuigen van haar verhaal.
J. Bernardt

© CPU – Peter Verstraeten (archief)
De adempauze van Balthazar wordt door beide heren van de tandem nog steeds opperbest benut om hun eigen werk met de podia te delen. Maarten Devoldere gaf vorige week nog een dijk van een optreden op Rock Werchter met zijn Warhaus, vandaag was het dan weer de beurt aan Jinte Deprez om met zijn alter ego J. Bernardt als tweede het podium van Rock Zottegem te betreden. “Taxi” transporteerde de tent vlot naar de meeslepende tijdloosheid van langspeler Contigo, terwijl Deprez met een haast nonchalant lijkende cool op het podium stond.
“Calm Down” en “The Other Man” werden dan weer uit hippe debuutplaat Running Days geplukt en hadden een benijdenswaardige swag. De kwaliteit droop er van af bij het optreden dat vlotjes de kersen van de slagroomtaart plukte en het beste van J. Bernardt aan een behoorlijk gevulde tent voorschotelde. De echo van Balthazar was nooit ver weg, maar toch voelde het optreden nooit als een goedkoop substituut aan. Daarvoor staan nummers als “Wicked Streets” en de afsluitende hit “Don’t Get Me Wrong” te sterk op hun eigen benen overeind. De coole sfeer van het optreden was uiteraard beter tot haar recht gekomen in het donker, op een later tijdstip, maar desondanks wist J. Bernardt vroeg op de avond al een zwoele, stijlvolle indruk te maken in Zottegem.
Novastar

© CPU – Ymke Dirikx (archief)
De resem klassiekers in de Belpop die Joost Zweegers op zijn conto mag schrijven, is verdomd indrukwekkend te noemen. Je zou verwachten dat de tot Belgisch erfgoed genaturaliseerde Nederlander het dus enkel binnen te koppen had in Zottegem. Dat viel echter vrij lelijk tegen, Novastar viel namelijk vrij dood op Rock Zottegem. Gelukkig niet letterlijk, maar wanneer je een set opent met een absolute grootheid als “Wrong” en er nauwelijks respons komt, dan weet je dat er iets scheef zit. De hitte in de tent was deels een schuldige factor, maar veel viel ook terug te brengen op de band die duidelijk dacht dat op een festival spelen synoniem moet staan voor groots spel. Op die manier werden kleine, mooie liedjes in een luid keurslijf gegoten dat hen nauwelijks paste. Ja, een stevige muzikale brug met drumfills tijdens “Mars Needs Woman” lijkt plezant, maar niet als het de ziel uit het nummer zuigt. Soms moeten kleine, breekbare dingen gewoon teder blijven.
Zweegers zelf toonde gelukkig met momenten nog flarden van passie, maar zat te vaak te vechten tegen een veel te zware geluidsmix om het schip recht te trekken. Dat de zanger soms op het podium stond te dansen als de bomma na een halve fles rosé op het buurtfeest, was ook niet bepaald sfeerbevorderend. Richting het slotakkoord kwam er, eindelijk, een moment van schoonheid. De band verliet het podium en Zweegers nam plaats achter de piano om “Never Back Down” en “The Best Is Yet to Come” te brengen. Dat deed hij vrij rommelig, maar verdomme als we niet voor het eerst een gevoel van puurheid konden horen tijdens het optreden. Het gevoel van schoonheid werd echter meteen weer van het bord geveegd toen de band wederom het podium op kwam om “When the Lights Go Down on the Broken Hearted” finaal de nek om te wringen. Het is een nummer dat in de oorspronkelijke vorm aan elkaar hangt met pathos en hartzeer, maar door er nog extra toeters en bellen aan op te hangen, werd het op Rock Zottegem gedegradeerd tot een goedkope schim van zichzelf.
Rival Sons

© CPU – Matthias Engels (archief)
Hoe een band als Greta Van Fleet het tot een arena-act heeft geschopt met een repertoire dat gretig leentjebuur pleegt bij de seventies-hardrock, terwijl een band als Rival Sons het al jaren eerder stukken snediger demonstreerde… het blijft ons een raadsel. Toch stonden Jay Buchanan en zijn Rival Sons iets voor acht dus in de tent van Zottegem, en niet op het hoofdpodium van Rock Werchter. Iets zegt ons echter dat het de Amerikanen nauwelijks boeit waar ze staan, zolang er maar een publiek is en de gitaren stevig ingeplugd zijn in de versterkers.
Zottegem had na de dramatiek van eerder duidelijk zin in een potje rocken, en werd dan ook op haar wenken bediend door de band die een stevige bluesy set de tent in vlamde. Je zou denken dat een stevig tourschema, onder andere als support voor Guns ’N Roses, voor enige vorm van vermoeidheid had gezorgd bij Buchanan en zijn band, maar dat viel op het podium niet te bespeuren. De vocale veelzijdigheid van Buchanan, in wisselwerking met het ouderwets vette geluid van de band, mikte op het hart en het lijf van elke rocker in de tent. Zottegem gedijde dan ook goed op de ouderwetse rock die Rival Sons presenteerde. Dit Rival Sons blijft dan ook het soort band dat geen grote hits nodig heeft om een volledig publiek mee te voeren in zijn door de jaren zeventig geïnspireerde trip. Het kon het zelfs maken om zijn grootste hit “Keep on Swinging” helemaal achterwege te laten en het publiek toch nog met een goed gevoel richting dranktoog te sturen. Dat krijg je uiteraard als je nummers als “Electric Man” en een lang uitgesponnen “Secret” met orkaankracht vijf de tent in kan sturen. Rival Sons was rechttoe rechtaan raggen, en dat viel bij Rock Zottegem duidelijk in de smaak.
Manic Street Preachers

© CPU – Bert Savels (archief)
De Welshmen van Manic Street Preachers hebben uiteraard een nalatenschap om U tegen te zeggen, wat meteen verklaarde waarom de tent van Rock Zottegem erg goed gevuld was voor hun passage. Dat, net als bij Rival Sons eerder, na al die jaren en vele podia ook bij de Manics nog steeds de passie voelbaar was op het podium, genereerde meteen sfeer in de tent. Dat ze konden openen met klassiekertje “Motorcycle Emptiness” hielp uiteraard ook. Natuurlijk hadden de jaren enig vat gehad op de stem van frontman James Dean Bradfield, maar dat kon de pret geen moment drukken. Manic Street Preachers klonk namelijk uiterst solide met fanfavorieten als “Australia” en “Decline & Fall”, die beide vrij vooraan in het optreden zaten.
Manic Street Preachers draait al mee sinds 1986, maar heeft al die tijd de allure van een working class band behouden. Die reputatie bleef ook in Zottegem overeind, want Bradfield en co gingen niet voor de grote gebaren, maar simpele grepen uit hun discografie. Op die manier kreeg de festivaltent strakke versies van nummers als “Autumn Song” en “A Design For Life”, die nog maar eens in de verf wisten te zetten hoe goed de band politieke boodschappen kan verweven in ijzersterke songs. Ook “The Everlasting” werd een hoogtepunt, omdat het klein en fragiel ingezet werd door Bradfield op gitaar om vervolgens uit te monden in iets groters toen de band inviel. Het voorspelbare hoogtepunt kwam er voor Rock Zottegem echter uiteraard aan het einde, met wereldhit “If You Tolerate This Your Children Will Be Next”. Het schoot wereldwijd naar de hoogste regionen van de hitlijsten in ’98 en voelde ook in Zottegem nog steeds pijnlijk relevant. De wereld is tegenwoordig nog iets meer naar de kloten dan hij bijna dertig jaar geleden was, maar het nummer fungeerde in de tent van Zottegem wel even als een liefdevol meegezongen zalfje voor de ziel.
Within Temptation

© CPU – Nathan Dobbelaere (archief)
Within Temptation schaalde de grote podiumelementen en indrukwekkende pyro die we in het verleden bij de band zagen een stuk terug. Best begrijpelijk, gezien metershoge vlammen spuwen in een tent niet bepaald het meest strakke plan is. Wie echter dacht dat het bombast achterwege zou blijven bij de Nederlandse grootheden van de symfonische metal, is niet bepaald een “Ice Queen”. Within Temptation is dan ook geen subtiele band. Ze serveert haar zware metalen op een bedje van pathos, en verdomd als ze daar niet bijzonder goed in is. In Rock Zottegem kreeg de stampvolle tent dan ook een geoliede machine voorgeschoteld, die de bezoekers bij de hand nam voor een feeëriek wandelingetje door haar oeuvre.
“We Go To War” was het openingsschot dat meteen de grote kracht van Within Temptation illustreerde, het totale gebrek aan subtiliteit. De grote gebaren vulden meteen de tent, de snoeiharde gitaren die lieflijk stoeiden met de symfonische elementen op de backtrack, en uiteraard die stem van Sharon den Adel. De zangeres van Within Temptation zong live in een tent nog indrukwekkender dan ze op plaat doet, probeer dan maar als publiek om niet weggeblazen te worden. “Faster”, als derde in de set, voelde als de eerste echte banger. Het nummer toonde zich ook in Zottegem een opzwepertje dat haar impact op het publiek niet miste.

© CPU – Nathan Dobbelaere (archief)
Ook “Stand My Ground” was een voorspelbaar vroeg hoogtepunt. Within Temptation werd in het verleden soms smalend omschreven als Efteling Metal, maar wie maalt daar om? De combinatie van stevige gitaren en lieflijke sprookjesachtigheid kwam bloedmooi tot uiting op “Stand My Ground”, dat niemand in de tent onberoerd leek te laten. Het blik met hits mocht duidelijk helemaal open, want met liedjes als “Paradise (What About Us?)” en “Don’t Pray for Me” werd de sfeer in een warme, ijzeren greep gehouden. Het viel op dat de Nederlanders een setlist hadden samengesteld die gretig uit recent werk putte, waardoor geliefde oudjes als “Angels” in de gitaarkoffers bleven. Toch kon dat de pret niet drukken op Rock Zottegem, daarvoor speelde de band te strak en klonk de stem van den Adel veel te impressionant. Aan het slot van de performance kreeg Zottegem nog een rits oude favorieten, die een strik rond het optreden wisten te binden.
“The Reckoning” kreeg de vuistjes uiterst vlot de lucht in, maar het was tijdens de bisnummers dat de tent helemaal los mocht gaan, zij het dan met wat vertraging. De drummer was namelijk door zijn kruk gegaan, waardoor het optreden moest stilgelegd worden. Vaak zou zoiets een sfeerspons zijn, maar de goede sfeer bleef hangen dankzij verjaardagswensen aan de jarige Sharon en een grap met een door het publiek aangeleverde campingkrukje. Drummer Mike vertrouwde het ding toch niet echt, waardoor een bureaustoel tevoorschijn werd getoverd uit de backstage. Dezelfde bureaustoel die gisteren ook al dienst deed om Karel Gerlachs pijnlijke rug rust te gunnen tijdens Goldband. Een bureaustoel als mvp van een festival? In Zottegem kan het. Het geduld werd in elk geval ruimschoots beloond. De vlam zat meteen weer in de pan met een zinderend “What Have You Done” en België kreeg zowaar een zeldzaamheidje in de vorm van een ijzingwekkend mooi “Ice Queen” dat nog eens zijn weg naar de setlist vond. De gedoodverfde afsluiter was natuurlijk “Mother Earth” dat voor grote emoties zorgde in de tent. Het publiek probeerde uit volle kracht de sopraan van den Adel mee te zingen tijdens het nummer, maar faalde glorieus. Het vocaal opnemen tegen een van de krachtigste stemmen van de Lage Landen en falen, het voelde geenszins als een doodzonde.
De tweede festivaldag van Rock Zottegem kon rekenen op een afsluiter die over de tent heerste, maar daarvoor had het al de potente klasse van bands als Manic Street Preachers, Rival Sons en J. Bernardt cadeau gekregen. Dat het stof van het zand in de tent vergezeld werd door een resem aan sterke optredens, maakte dan ook dat de tweede dag aan de Bevegemse Vijvers er wederom eentje om van te genieten was.
Onze recensie van de eerste festivaldag lees je hier.






