Een pandemie die ons hele leven op z’n kop zet? Het komt allemaal in orde, mensen. Luister maar naar de nieuwe van Gregory Porter: die tamboerijn, dat trompetje en natuurlijk het Hammond orgel, dat is precies wat we nodig hebben op dit moment. “Phoenix” geeft hoop en predikt de gospel van het optimisme. Het nummer gaat over – en we vertalen even vrij ’s mans eigen Facebookpost – de niet te onderdrukken energie van liefde, die soms harde klappen krijgt, maar altijd weer verrijst uit haar as. Vervang liefde door leven en Porter had het evengoed over onze huidige situatie kunnen hebben. Die dus helemaal goed komt, zoveel is duidelijk.
Want “Phoenix” straalt. De eerder vermelde soulvolle instrumentatie, verder versterkt door jazzy gitaarwerk, gooit meteen ramen en deuren wagenwijd open. In de zwierigheid van het nummer echoot zelfs de disco van Barry White. Als kers op deze taart – een heerlijk luchtige meringue – is er de stem van Gregory Porter. De gemutste jazz-zanger (hij heeft littekens op zijn gezicht), die als kind leerde zingen in zijn kerk en op weg was om American footballspeler te worden, tot zijn schouder ‘Ik denk het niet’ zei. Hij was al bijna 40 toen hij zijn eerste plaat uitbracht in 2010. Een instant succes door zijn stem, een zoetgevooisde bariton op het snijpunt van jazz en r&b. Naar het schijnt is Gregory Porter ook een zeer aimabel man. Dat maakt het hartverwarmende van “Phoenix” des te geloofwaardiger.
Het volledige album, All Rise, verschijnt op 28 augustus.