Er zijn weinig bands die zich een zorgeloos indierockgeluid zo eigen hebben gemaakt als The Kooks. In en rond 2006 werden we overstelpt met nummers van hun debuut Inside In / Inside Out, een kleine vijftien jaar later is de populariteit van de band uit Brighton naar een gezonder niveau teruggebracht. Vijf langspelers heeft het viertal inmiddels uit, en daar maken een hele resem nummers die de band schreef nog niet eens deel van uit. Daarom besloot The Kooks op 10 april een eerste ep uit te brengen waar nummers op staan die nooit een album van de band hebben gehaald. Op Unshelved: Part I horen we dan ook heel wat werk dat wellicht al meer dan een decennium wachtte op zijn geboorte.
Opener “Oil” torpedeert ons meteen terug naar de nillies, waarin we kennis maakten met singles als “Ooh La” of “Always Where I Need To Be”. Het moet gezegd, “Oil” heeft heel wat minder hitpotentieel dan die twee voorbeelden, en over de uitbraak van het nummer is net wat te weinig nagedacht om echt te blijven hangen. Over “Something To Say” kunnen we echter absoluut niet negatief zijn. Deze tweede song heeft alles wat een goed Kooksnummer in zich heeft: een welgezind gitaartje, een luchtige dynamiek en een nonchalant zingende Luke Pritchard. Het bezongen thema kan daarnaast verdomd herkenbaar klinken, in de huidige coronacontext.
“Agnostic” fungeert niet alleen als middelpunt van deze ep, maar blijkt ook het sterkste nummer te zijn. Het evenwicht tussen dansbaarheid en gitaargeluid is mooi uitgemeten, de kalverliefde leuk metaforisch beschreven. De riff die even later naar de voorgrond treedt, schreeuwt om een liveversie op een vallende zomeravond, al zullen we daar wellicht onze fantasie voor moeten aanspreken… Ook “Bad Taste In My Mouth” zet die gitaarminnende trend verder, maar is volgens ons wat te veel bij zijn eerste versie blijven plakken, aangezien het muzikale patroon hier zeer voorspelbaar klinkt.
The Kooks trakteert ons met andere woorden op een fijn en luchtig tussendoortje tijdens deze gewichtige tijden. Unshelved: Part I bevat duidelijk nummers die al langer dan een decennium op levenslicht liggen te wachten, en juist dat maakt deze verzameling zo’n fijn intermezzo. De nummers zijn nog niet zo geslepen als op Listen (2014) en Let’s Go Sunshine (2018), maar geven voorrang aan gecontroleerde nonchalance. Toch begrijpen we waarom ze bepaalde platen niet gehaald hebben, aangezien ze in vergelijking met de betere songs op eerder werk toch flink wat oorwurmgehalte missen.
Volg ons op Spotify voor meer nieuwe muziek.