Nieuwe singles

Arbouretum – Let It All In (★★★★): Reflecties van ambachtelijke verhaalvertellers

De folkrockveteranen van Arbouretum hebben sinds 2002 een kwantitatief bescheiden oeuvre opgebouwd, maar schieten in kwalitatief opzicht zeker niet tekort. Het achtste wapenfeit van de vierkoppige formatie uit Baltimore draagt de titel Let It All In, en zet Arbouretums traditie van verhalende platen voort. Vanaf het begin weten de muzikanten al heel goed wat ze willen: ze staan met één been in de seventies, waar ze zich laten inspireren door de psychedelische rock, Americana, Engelse folk en country blues van toen. Met het andere been staan ze in het hier en nu, waar ze reflecteren over de wereld en de mensheid. Het resultaat: een authentiek, gelaagd en meeslepend geluid.

De muzikanten van Arbouretum zijn verhalenvertellers. Ook op Let It All In schittert hun ambacht van de vertelling in de manier hoe melodieën in elkaar haken en prozaïsche teksten gebracht worden door de kristalheldere stem van Dave Heumann. Met bassist Corey Allender, drummer Brian Carey en toetsenist Matthew Pierce aan zijn zij giet Heumann zijn diepgaande reflecties in de vorm van een album dat van het eerste tot het laatste nummer als één geheel is opgebouwd. Als je er even voor gaat zitten, is het album net een roman waardoor je je helemaal kunt laten meeslepen en word je verleid om de geheimen van het verhaal ontrafelen.

Het album als geheel wordt gekenmerkt door een bijzonder zorgvuldig opgebouwd geluid. Heumann nodigde voor Let It All In de drummer David Bergander uit, die samen met Brian Carey elk nummer aanvulde met een tweede drumpartij. Het geluid is hierdoor nog voller, en de voorwaarts stuwende kracht nog sterker. Inhoudelijk wordt in het album de natuur als achtergrond geschetst om de mensheid en haar verhouding tot tijd, geschiedenis en de hedendaagse socio-politieke situatie te verkennen. Een interessant thema is water: altijd, vaak onbewust, aanwezig in ons leven. Het is een zeer subtiele rode draad in elk geschetste landschap, en staat symbool voor verandering en bezieling.

De trip start kalm met “How Deep It Goes”. Het nummer zet wel direct de toon van het album: het is duidelijk muziek met een idee. In de doordachte opbouw heeft alles een bedoeling, en zonder enige haast neemt de muziek de tijd om goed door te dringen. De climactische momenten zijn ijzersterk en laten je aandacht niet los. De tekst over ‘the black and deepest crimson’ van de zonsopkomst over de Atlantische oceaan reflecteert over de hedendaagse politiek en het verbergen van de waarheid. In “A Prism In Reverse” staat Heumanns prachtige, zuivere stem nog meer op de voorgrond en is de melodie mogelijk nog meeslepender dan het nummer ervoor. Gedwee volg je de voorwaartse stroom van de muziek. Aangekomen bij “No Sanctuary Blues” wordt het steeds spannender. Een duistere drone betovert je en houdt je vast tot de laatste seconde waar deze als het ware wordt onthuld.

Vanaf “Night Theme” wordt het allemaal wat lichter. De fragiele, korte interlude wordt opgevolgd door “Headwaters II” en “Busted By The Wind”. Hier begint de voorwaartse pas van het album enigszins te verzwakken en is de richting die het album tot nu toe zo krachtig vooruit stuwde even zoek. Misschien is het toch iets te veel van het goede en wordt het nu wat langdradig. “Let It All In” is dan ook een zeer welkome sneltrein. De titeltrack tilt de energie van het album op en geeft het weer die voorwaartse beweging en intensiteit. Met mysterieuze vocals vat het nummer het thema van het album samen: de valkuilen en voordelen van het toelaten van de buitenwereld in het innerlijke leven. Het nummer blijft bijna twaalf minuten lang opbouwen en wordt alsmaar spannender tot het uitkomt op een open einde.

De afsluiter “High Water Song” is een laatste plottwist. Het thuis van de verteller is weggespoeld door de gevolgen van de klimaatverandering, en we volgen zijn worstelingen om een nieuw thuis te vinden. We horen iets wat een stuk meer lijkt op een klassieke bluessong. Richting het einde toe transformeert het nummer echter terug naar het bijzondere geluid van Arbouretum, deze keer versterkt door een honky tonk piano door Hans Chew, en een muur van saxofoon, trompet, en flügelhorn, gespeeld door Dave Ballou en Matthew Pierce.

De korte onderbreking van de krachtige drive halverwege het album is het enige wat Let It All In nét geen totaal overrompelende trip maakt. Gelukkig heeft het grootste deel van het werk ruim voldoende overtuigingskracht om je mee te slepen in het verhaal. Het geheel is bijzonder doordacht in elkaar gemetseld en zal zorgen voor een zeer boeiende 45 minuten.

Facebook / Instagram / Bandcamp / Twitter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.