InstagramLiveRecensies

Editors @ Sportpaleis: Voor elk wat hits

© CPU – Sven Michiels

Eind vorig jaar bracht Editors Black Gold uit, een best of album met hits uit hun zes studioplaten, voor koopgrage fans aangevuld met een drietal nieuwe nummers. Lag dit album onder jouw kerstboom, dan is de kans groot dat je er gisteravond ook bij was in Antwerpen. De band kwam er hun ‘best of’ live brengen in een ruim op voorhand uitverkocht Sportpaleis. Zeker in België en Nederland zijn de Britten uitgegroeid tot een stadionband met een hele schare trouwe fans. Een status die ze in eigen land nooit hebben verworven.

Wie die status in eigen land wel aan het verwerven is, is het Limburgse vijftal van Whispering Sons. Toch wel dé Belgische postpunkband van het moment. Dat zij door Editors zijn uitverkoren tot voorprogramma voor de volledige Black Gold tour spreekt boekdelen. Een naar eigen zeggen zeer vereerde Fenne Kuppens gooide zich dan ook voluit. Wie denkt dat Het Sportpaleis enkele maatjes te groot was voor de jonge Vlamingen, had het mis.

Whispering Sons bedwong moeiteloos de Antwerpse evenemententempel met hun onheilspellende, aan The Sisters of Mercy schatplichtige sound. De diepdonkergevooisde frontvrouw, opvallend gekleed in lang wit, flaneerde onbevreesd over het grote podium terwijl de rest van de band, onopvallend gekleed in bescheiden zwart, eventjes liet horen waaraan ze die stevige livereputatie danken. Vooral met snedige versies van “Alone” en “Hollow” toonden ze zichzelf een meer dan waardige opener voor Editors. Kuppens’ oerkreet aan het einde van “Waste” ging door merg en been en was voor Tom Smith, Russell Leetch, Ed Lay, Justin Lockey en Elliot Williams zelfs het signaal dat ze dadelijk uit hun pijp zouden mogen komen.

© CPU – Sven Michiels

Dat liep niet meteen van een leien dakje. Editors opende met “An End Has A Start”, maar het bleek een beetje een valse start. Het geluid zat niet onmiddellijk goed, en dat lag niet alleen aan de legendarische slechte akoestiek van het Sportpaleis. Het duurde toch een liedje of vier vooraleer de band de juiste sound te pakken kreeg. Dat vonden we jammer, want zo passeerden een aantal zwakke versies van sterke nummers uit hun eerste twee platen. Maar niet getreurd. Vanaf “Magazine” gingen de rode podiumlichtjes aan en daarmee vond de band precies ook de schakelaar van de goeie klank. Qua intensiteit ging het concert nu in stijgende lijn, met frontman Tom Smith die zich bijna letterlijk als een showrunner in het zweet liep en van de ene  naar de andere kant van het podium sprong, sloop en kroop. Zijn handdoekje was al snel uitwringbaar.

Helaas zat het met de intensiteit nu en dan beter dan met de kwaliteit van de songs. Zoals te verwachten viel, zagen we twee gezichten van Editors: enerzijds de spannende band die samen met The Killers en Interpol rond 2005 de postpunkrevival inluidde en anderzijds de bij momenten nogal flauwe band die na het vertrek van gitarist Chris Urbanowicz in 2012 een richting insloeg waarin we ze met de beste wil van de wereld niet helemaal konden volgen. Getuige het nummer “Violence”. Met hoeveel overtuiging ze het ook brachten, geweldig is het geenszins. Het blijft een op flauwe beats getrokken stukje pathetiek voor huismoeders en -vaders. Of de nieuwe single “Frankenstein”: een makkelijke meestamper met veel ‘oe-oe’ maar geen aha-erlebnis.

© CPU – Sven Michiels

Op zich getuigt het van moed en innovatiedrang dat de band omstreeks 2012 een meer dansbare elektronische weg insloeg. Alleen postpunkpuristen houden wél van Joy Division en niét van New Order. Maar Editors is New Order niet. De band slaagt er niet in om met elektronica dezelfde spanning op te wekken als met snerpende gitaren. De elektronica komt helaas te dikwijls uit dezelfde synthesizerklankenwinkel waar ook David Guetta en co klant zijn. Nu, een groot deel van het Sportpaleis was gekomen om ook die liedjes te horen en ze kregen waar voor hun geld. “Papillon”, de op een Tiësto-remix geënte megahit van de band, kon wel bekoren. Het nummer blijft aanstekelijk als een malariamug. Het kreeg de zaal voor het eerst van voor tot achter aan het dansen.

Met een akoestische versie van “The Weight Of The World” deed Tom Smith, helemaal in zijn eentje midden op het podium, het gestamp even vergeten. Verademend. Het vormde een mooi opstapje naar “Spiders”, dat met hetzelfde akoestische gitaartje aanving om vervolgens uit te groeien tot een klein meesterwerkje van ingetogen melancholie. Waarna de band weer alle registers opentrok met “A Ton Of Love”, maar dan wel die registers die we ze graag zien opentrekken: die van gejaagde gitaren en loeiende lyrics. Lockey die zijn snaren geselt en Smith die half over het podium kruipend de woorden van diep uit zijn onderbuik uit zijn strot perst: ‘Desire! Desire!’ Het zal wel zijn.

© CPU – Sven Michiels

Met “Eat Raw Meat = Blood Drool” wist de band de teneur van het concert in één strofe te vatten: ‘I give a little to you, I give a little to him, I give a little to her’. Voor elk wat wils dus. Voor de fans van de matige meestampers, de fans van de melancholische meezingers en zeker ook de fans van het prille postpunkwerk. De Britten waren gekomen om werkelijk iedereen tevreden te stellen. Ze gooiden er als tegengewicht voor de commerciële krakers een handvol songs ‘from the early days’ tegenaan en bedankten het publiek met een wellicht op de Brexit alluderende ‘Thanks for spending your Saturday night with us British bastards’.

Het hoogtepunt van de avond bewaarden ze voor een straffe bisronde met magistrale versies van “Munich” en “Smokers Outside The Hospital Doors”. Dat laatste nummer leek alles van een finale te hebben. We konden ons niet voorstellen dat het erna nog meer crescendo kon gaan. Dat deed het ook niet, maar terwijl de rest van de band triomfantelijk het podium verliet, gordde Smith toch de akoestische gitaar weer om. En wel om in zijn eentje het tot gevaarlijke temperaturen verhitte volk even opnieuw af te koelen met een liedje dat hij naar eigen zeggen speciaal had bewaard voor het Belgische publiek: “No Sound But The Wind”, of wat dacht je? ‘Our little secret’, noemde Smith het. Het werd een magisch Mia-moment, compleet met smartphonelichtjes.

© CPU – Sven Michiels

Our little secret… Wat een sympathieke frontman, toch. Je vergeeft ‘m met plezier de valse start en ook de stinkers in de set van een over het algemeen sterk concert vol fun en hits voor iedereen. Ook voor kniesoren zoals ondergetekende. Live staat de band nog altijd als een huis. Dat er enkele lelijke bakstenen in de muren zitten, nemen we er dan maar bij.

Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!

Setlist:

An End Has A Start
Bullets
Bones
Escape The Nest
Magazine
Sugar
Upside Down
Violence
Frankenstein
Papillon
Ocean of Night
The Weight Of The World
Spiders
A Ton Of Love
Formaldehyde
Eat Raw Meat = Blood Drool
Blood
Fingers In The Factories
Walk The Fleet Road
You Are Fading

Distance
The Racing Rats
Munich
Smokers Outside The Hospital Doors
No Sound But The Wind

 

 

Related posts
FestivalnieuwsMuzieknieuwtjes

Editors laatste headliner Live /s Live 2024

Na Editors als headliner te hebben gezien op Hear Hear, leek het erop dat de Britten zelfs in hun geliefde België aan…
InstagramLiveRecensies

Editors @ Sportpaleis: Sluipt de sleur in het droomhuwelijk?

Editors en België, een geslaagd huwelijk dat al meermaals werd beklonken op de Belgische festivalweides. Wie vorig jaar tevergeefs voor de gesloten…
LiveRecensies

Niall Horan @ Sportpaleis: Vloedgolf aan gesmolten tienerharten

Boybands staan bekend als ware wereldsterfabrieken. Take That bracht ons Robbie Williams, *NSYNC had Justin Timberlake en Ricky Martin zette zijn eerste…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.