“Welke sfeer willen jullie overbrengen?” “Swag” “Nee man”. Nieuwe drummer Sander kwam erbij en zei dat het voor hem ingetogen muziek is met af en toe een ontploffingetje. “We kunnen klein zijn, maar dan soms ook HOEKSSHSHS”, zoals ze het zo mooi zeiden. Dat is Lohaus. De synthesizers maken het dansbaar, de teksten maken het melancholisch. Over verlangen naar iets dat je niet kan krijgen of verlangen naar wat je had, maar niet meer hebt.
Eerst komen de klanken op de synthesizer tot stand door Dries. Dat inspireert zanger Thomas om een tekst te schrijven. Dan komen de gitaar van Emiel en de drum van Sander er nog bij en zo komen de Lohaus-nummers tot stand. Het stemgeluid klinkt nasaal, zoals bijvoorbeeld dat van Jan Paternoster of Jake Bugg. Sommige mensen kunnen dat niet aanhoren, wij vinden het juist mooi.
Er was veel variatie in de songlist. We waanden onszelf even in Afrika, dan in Hawai en dan ergens op een technofeestje allemaal tijdens hetzelfde concert. Dansende zangers zijn altijd leuk om te zien en zeker als het met een air is van ‘ik ga hier even los als ik zou doen in mijn keuken wanneer er geen publiek bij is’. Al zouden we ook goed kunnen geloven dat het juist de entertainer is in hemzelf die de dansskills wakker maakt. Vorig jaar op Sziget, dit jaar in de Trix, volgend jaar op Pukkelpop? Voor ons part wel.