LiveRecensies

Avishai Cohen @ De Roma: Aanstekelijke zoektocht

Exact twee maanden geleden stond jazzbassist Avishai Cohen al in De Roma in het kader van de jubileumtour rond Gently Disturbed. Die plaat werd destijds onthaald als een moderne klassieker en het doet benieuwen naar de verwachtingen rond deze tweede avond. Op het eerste zicht kan het verschil moeilijk groter. Met de release van 1970 bracht Cohen een popplaat uit – inclusief eigen vocals. Zelf typeert hij de plaat als een emotionele tocht door zijn spreekwoordelijk dagboek. De pers hield het eerder bij een voorzichtig positieve tendens van weinig baanbrekende nummers. Zoals vaak bij briljante muzikanten zal de echte essentie live getoond moeten worden. Is een avond vullen rond 1970 een gewaagde blijk van zelfvertrouwen of een tijdelijke dwaling met weinig om het lijf?

Ook de samenstelling van de muzikanten ging op de schop — Jamale Hopkins op drums, Shai Bachar op keyboard, Marc Kakon op gitaar en Karen Malka op back-up vocals. De nieuwe sound van de line-up wordt meteen duidelijk gemaakt tijdens een Oosters getinte intro. Bachar trekt het geheel al snel richting klassieke Herbie Hancock, maar Cohen zet de rem erop met een verwijzing naar Jaco Pastorius en meer toegankelijke rock. Kort erop volgt meteen de nieuwigheid: Avishai’s eigen vocals. Om hier extra nadruk op te leggen, laat hij zijn bas met tussenpozen van enkele maten tijdens het zingen zelfs volledig rusten.

Hierna volgt “It’s Been So Long”, één van de meer fluïde en uitgekiende composities van 1970. Maar de poging tot elegantie valt in het water door geluidsproblemen. De zaal is slechts half gevuld en dat kan begrijpelijk voor uitdagingen zorgen om alles in balans te krijgen. Zeker door de keuze voor een inrichting zonder opvullende tafeltjes om een laks jazzsfeertje te vermijden. Avishai’s vocals zijn te luid, de gitaar hoor je voor het eerst na een nummer of vijf en ook de backing vocals verdrinken in het water van de overheersende bas. Uiteraard is het basvolume wel gewoon juist. Aan deze kant van jazz en funk ligt bas al decennia te laag in de mix. Maar vanaf Cohen op zijn e-snaar kruipt, gaat alles aan het rammelen. Voor een perfectionist die een gracieuze toon tracht te brengen, moet dit enorm frustrerend zijn. Gelukkig wordt het geheel overeind gehouden door een enorm strakke drumsound. Zowel op vlak van geluid als vaardigheid.

Jammer genoeg doet het geheel al na enkele nummers een beetje sofistisch aan. Cohen streeft een abstract beeld na van eerlijke kwetsbaarheid en weerbaarheid. Van ingehouden passie en mooi geacteerde arrangementen. Stijl en sfeer zijn duidelijk, enkel lijkt hierdoor het verhaal zelf een bijkomstigheid te worden. Continu voel je muzikanten die tegen de limieten van een nummer opbotsen. Niet omdat ze te veel talent hebben voor wat ze hier trachten te doen, wel omdat goeie popnummers brengen een kunst is als een ander die deze band nog niet helemaal beheerst.

Binnen de context van de ambitieuze geschiedenis van Cohen’s werk kunnen zijn lyrics fragiel overkomen in hun simpele directheid. Hij haalt duidelijk inspiratie uit artiesten als Stevie Wonder en John Steinbeck en hoopt dat de universaliteit er voor zorgt dat het publiek de rest zelf ontplooit over een wijds spaarzaam veld. Hij suggereert dat de vrouw, die als rode draad opduikt doorheen de teksten, evengoed een concept als muziek kan zijn. Buiten die context echter, wordt het met momenten jammer genoeg gewoon een beetje saai. Tijdens “Song of Hope” wordt het publiek bijvoorbeeld uitgenodigd mee te zingen richting optimisme in een Trumpiaanse wereld. Met lyrics als ‘I will sing a song of hope / Sing along / God of heaven come down’ krijgen ze het echter moeilijk met het simplisme. Voorbij cynisme is mee opgaan in een collectieve ervaring problematisch wanneer vele aanwezigen tegensputteren.

En toch, de overdonderende kracht van vijf fantastische muzikanten kan niet uitblijven. Dit begint voorzichtig met een paar positieve signalen. Vrij vroeg in de set wordt “Falling” – nieuw werk – gespeeld en de muzikale evolutie is opvallend. Na enkele refreinen met een hoop grandeur gaat alles over in een vuile rockvariant waarbij scherpe instincten naar boven komen. Het recente werk maakt aldoor verwijzingen naar de jaren ‘70 – wat als Cohen een in plaats van pop nu eens een rockplaat zou maken richting 70’s Miles Davis? Het is hoopgevend te zien dat deze band organisch groeit en niet dreigt uit te sterven als vele tijdelijke jazzcollectieven.

Eén bevreemdend moment nog voor het tij echt begint te keren. Halfweg de set wordt een switch richting dansavond georkestreerd. Het podium baadt in blauw licht en de flikkerende spots moeten de sfeer aandrijven. De toeschouwers blijven achter in het donker en weten niet hoe te reageren. Het lijkt wel alsof we samen naar briljante vissen in een aquarium staren. Maar het enthousiasme van de muzikanten houdt aan en begint aanstekelijk te werken. Eindelijk wordt de klik dan echt gemaakt: enkele van ‘s werelds strafste muzikanten dalen hier neer omdat ze van muziek houden en samen met ons plezier willen maken. Het klinkt simpel, maar het is wennen voor zij die hier pas nog het propere jazzensemble bijwoonden.

Ook Cohen’s romantiserende visie op Israël wordt langzamerhand gesmaakt. Hij spreidt veel lof voor artiesten die aan de wieg stonden van de jonge natiestaat. Dit wordt aanvankelijk onwennig onthaald en dat is jammer. Avishai maakt deel uit van de nog jonge culturele tradities en zoekt in zijn omgeving begrijpelijk naar tekens. Hij doet dit op een respectvolle manier en ook dit werkt naderhand aanstekelijk. Volksmuziek en dichtkunst worden in geslaagde composities omgezet die de schoonheid van de cultuur toezingen.

Echt leuk wordt het wanneer Kakon zijn gitaar even links laat liggen en al rappend een call and response aangaat met de basgitaar. Er worden volop polyritmes tegenaan gesmeten en de bedoeling is duidelijk. Dit is complexe muziek met een diep instinct en een onverwachte dansbaarheid. Nog maar eens trekken de drums alles samen en de combinatie slaagt volledig. Voor velen was Hopkins tot dusver een nog onbekende, maar hij ontpopt zich met sprekend gemak tot ster en rots van de avond. Wat als deze band een r&b plaat zou maken?

Plots is de gelijkenis met een bokaal vissen aan het publiek. Een beetje dom en traag, maar gelukkig is de goeie wil er volop. Het pure spelplezier van de band werkt uitdagend en eindelijk valt alles samen. Bij aanhef van een basssolo lijkt het keyboard even op zoek te gaan naar begeleiding langsheen de melancholie van de legendarisch herkenbare ECM-akkoorden. Op 1970 waren er in deze stijl nog maar twee nummers te vinden, persoonlijke hoogtepunten ook. Maar hier trekt Cohen vol irritatie plots ten strijde tegen dit alles en de hierdoor gecreëerde spanning is fantastisch.

Tijdens de eerste van drie encores wordt er nog een laatste nieuw nummer gebracht. Dansbare elektronische funk deze keer. Ze kunnen het niet helpen, ze maken te graag plezier. Wat als Avishai een funkplaat zou maken? Telkens de band zich verwijdert van de eigenlijke plaat, is het resultaat op zijn sterkst. De derde encore – een trouwe renditie van “My Lady” – valt dan ook een klein beetje in het water. Hij kent de fijne manipulaties van goeie popmuziek op theoretisch vlak perfect, maar heeft nog een weg te gaan om dit op anderen over te brengen. Een vrij typisch fenomeen bij geniale muzikanten, en absoluut geen probleem want hij gaat de uitdaging enthousiast aan.

Dit stadium voelt aan als een open deur dat de weg wijst naar overweldigende mogelijkheden. Een verknipt compliment, maar het is reikhalzend uitkijken naar de toekomst. Indien Cohen er in slaagt de zo typische stijlvolle beheersing achter te laten en zich uit te kleden tot op eerlijke en vuilere instincten, is niets onmogelijk. Het moet hem ook duidelijk zijn dat de eigen stem van de band een groot aandeel had in de hoogtepunten van de avond. Hopelijk omarmt dit collectief hun aanstekelijk spelplezier volledig en blijven ze lang genoeg samen om het grenzeloze potentieel op te zoeken.

Related posts
FestivalnieuwsMuzieknieuwtjes

Ibrahim Maalouf, Avishai Cohen Trio, Archie Shepp en 18 andere namen voor Gent Jazz 2022

Voor de meeste festivals betekende de coronacrisis een annulatie van hun voorbije edities, maar niet voor Gent Jazz. Het festival op de…
Nieuwe singlesOude Bekenden

Nieuwe single Justice - "Randy"

Lezende beren, bij het horen van de nieuwe single van Justice (Jus†ice) bonden we meteen onze disco-dansschoenen aan! De Franse rakkers Gaspard Augé en Xavier de…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.