In het begin van het kalenderjaar greep één van de zovele nieuwe noise-rock bands onze aandacht. Met enkele ondubbelzinnige concerten en een veelbelovende single voorspelden we een rooskleurige toekomst voor Skiska Skooper, maar na het beluisteren van hun debuutplaat Univeral Space Shifter komen we toch terug op onze woorden. Dat we beter hadden verwacht, is een serieus understatement.
Openingsnummer is “Mutidimensional Tentacle”. Met een langgerekte riff wordt er rustig opgebouwd, al vragen we ons na een dikke zeven minuten nog steeds af waarheen. Het multidimensionele waar de titel het over heeft, hoef je ook niet te letterlijk te nemen. Het is een tentakel zonder enige diepgang. Single “Pink Harlot” is het zeldzame lichtpunt. Met een kleine drie minuten is er weinig tijd voor poespas wat duidelijk goed uitkomt. Stevig en rechttoe rechtaan naar de numerieke helft van dit album.
Derde en voorlaatste nummer heet symbolisch “The War on Joy”. Ziek in hetzelfde bed als “Multidimensional Tentacle”, al is hier wel duidelijk waartoe naar opgebouwd wordt. De eerste term uit noise-rock wordt iets te letterlijk gepakt waardoor de joy verdrinkt in een oeverloze zee van melancholie. Naar voorbeeld van de compromisloze debuutplaat van Kapitan Korsakov wordt er ook hier afgesloten met een ellenlange afsluiter. Een goede 42 minuten, waarvan zo’n 39 minuten overbodig, aangezien hun meerwaarde een beetje is zoals het wachten op Godot: die komt niet.
Als je het kort door de bocht bekijkt, heb je als nieuwe band twee opties. Of je creëert een volledig nieuwe soort muziek, ofwel het meest voorkomende: een mengeling van bestaande muziek met toevoeging van eigen ingrediënten. Skiska Skooper ging duidelijk de tweede weg op, al vergaten ze wel het essentiële laatste deel: eigen inbreng. Hierdoor heb je meer de indruk dat je naar ongebruikte en overbodige Kapitan Korsakov demo’s luistert, dan naar een nieuwe band: Skiska Skooper.